
Illustratiefoto
Met betrekking tot de routekaart voor het opzetten van een salarisregime voor leraren, in punt 5.2, clausule 5 van conclusie nr. 83-KL/TW van 21 juni 2024 over salarishervorming; aanpassing van pensioenen, sociale verzekeringsuitkeringen, voorkeursuitkeringen voor mensen met verdienstelijke diensten en sociale uitkeringen vanaf 1 juli 2024, heeft het Politbureau het Centraal Economisch Comité (nu het Centraal Beleids- en Strategisch Comité) belast met het voorzitten van het voorlopige onderzoek naar de implementatie van Resolutie nr. 27-NQ/TW. Hierbij zal het Politbureau samenwerken met het Partijcomité van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (nu het Partijcomité van het Ministerie van Binnenlandse Zaken) en relevante departementen, ministeries en takken om de geschiktheid en haalbaarheid te bestuderen en te beoordelen en de implementatie van 5 nieuwe salaristabellen en 9 nieuwe toeslagregimes van de publieke sector voor te stellen. Deze moeten ter overweging worden voorgelegd aan het Centraal Comité na 2026, wanneer het Politbureau het systeem van functielijsten in het politieke systeem afkondigt en implementeert.
Dienovereenkomstig wordt de implementatie van de ontwikkeling van een systeem van wettelijke documenten over het nieuwe salarisstelsel voor kaderleden, ambtenaren, overheidspersoneel in het algemeen en overheidspersoneel in de onderwijssector in het bijzonder (rekening houdend met beroepen en banen met hogere arbeidsvoorwaarden dan normaal en preferentiële beleidsmaatregelen van de staat) uitgevoerd nadat het Politbureau de specifieke inhoud van het nieuwe salarisstelsel heeft beoordeeld en goedgekeurd, waarbij wordt gewaarborgd dat het voldoet aan de partijvoorschriften, wettelijke bepalingen en de begrotingscapaciteit van de staat.
Wat betreft het voorstel dat docenten die benoemd worden tot hoogleraar onderworpen worden aan de salarisschaal voor senior experts, aldus het Ministerie van Binnenlandse Zaken: momenteel worden docenten met een salaris van een hoofddocent die benoemd worden tot hoogleraar één niveau hoger ingeschaald of krijgen ze een extra anciënniteitstoeslag van drie jaar bovenop het kader voor docenten die al in het laatste niveau zijn ingeschaald. De salarisschaal bij benoeming tot hoogleraar is dus hoger ingevoerd dan in andere beroepen.
De salaristabel voor senior deskundigen in Besluit 204/2004/ND-CP van 14 december 2004 van de regering betreffende het salarisregime voor kaderleden, ambtenaren, overheidspersoneel en strijdkrachten is alleen van toepassing op senior deskundigen overeenkomstig Verordening nr. 180-QD/TW van 11 juli 2024 van het Secretariaat betreffende senior deskundigen (senior deskundigen worden benoemd nadat het Secretariaat akkoord gaat met de benoeming van specifiek personeel) en Besluit nr. 92/2025/ND-CP van 25 april 2025 van de regering betreffende regimes en beleid voor senior deskundigen.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken verzoekt het Ministerie van Onderwijs en Opleiding om aan het Secretariaat verslag uit te brengen overeenkomstig Verordening nr. 180-QD/TW over het voorstel dat docenten die benoemd worden tot hoogleraar de salarisschaal voor senior experts moeten toepassen.
De regeling van speciale salariscoëfficiënten voor leraren heeft geen politieke of juridische basis.
Wat betreft de specifieke salariscoëfficiënt voor leraren, op basis van de standpunten en het beleid van de Partij inzake hervorming van het salarisbeleid in Resoluties en Conclusies (met name Conclusie nr. 83-KL/TW van 21 juni 2024 van het Politbureau over salarishervorming; aanpassing van pensioenen, sociale verzekeringsuitkeringen, voorkeursuitkeringen voor verdienstelijke mensen en sociale toeslagen vanaf 1 juli 2024), de huidige wettelijke regelingen en de adviezen van het Partijcomité van de Nationale Assemblee (over het wijzigen en afschaffen van het financiële mechanisme en het specifieke inkomen van centrale staatsadministratieve agentschappen en eenheden), heeft de regulering van een specifieke salariscoëfficiënt voor leraren geen politieke of juridische basis.
Volgens de ontwerpbeginselen van het huidige salarisstelsel hanteren ambtenaren in alle sectoren een gemeenschappelijke salaristabel om de salarisafspraken bij overplaatsing en roulatie binnen overheidsinstanties en -eenheden te vergemakkelijken. Specifiek sectorbeleid wordt geïmplementeerd via toelagestelsels.
Momenteel passen leraren de algemene salaristabel en de salaristoeslagen toe die zijn uitgegeven bij decreet nr. 204/2004/ND-CP, inclusief anciënniteitstoeslagen en voorkeurstoeslagen voor leraren van 25% -70%, waardoor het totale salaris en de salaristoeslagen van leraren het hoogst zijn in de huidige beroepssectoren.
Tegelijkertijd heeft het Regeringspartijcomité, op basis van Resolutie nr. 71NQ/TW van 22 augustus 2025 van het Politbureau over doorbraken in de ontwikkeling van onderwijs en opleiding, een project ingediend bij het Politbureau over salarissen en toelagen voor kaderleden, ambtenaren, overheidspersoneel en strijdkrachten na de reorganisatie van het apparaat en de organisatie van lokale overheden met twee niveaus. Hierin wordt voorgesteld de voorkeurstoelagen voor leraren aan te passen volgens de routekaart. Het totale salaris en de salaristoelagen van leraren zullen daarom de komende tijd blijven stijgen.
Om bovenstaande redenen en om de opzet van het huidige salarissysteem niet te verstoren en geen nieuwe onredelijke salarissen en inkomsten te creëren in vergelijking met ambtenaren en overheidspersoneel in andere sectoren en beroepen, wordt voorgesteld om geen specifieke salariscoëfficiënt voor te schrijven voor leraren, omdat de specifieke factor van het beroep de voorkeurstoeslag voor het beroep is die is aangepast om te stijgen overeenkomstig Resolutie nr. 71-NQ/TW.
Wat betreft de toelagen voor leraren, volgens het Ministerie van Binnenlandse Zaken worden deze momenteel uitgevoerd volgens de bepalingen van Besluit nr. 204/2004/ND-CP en de begeleidende circulaires (met inbegrip van toelagen voor verantwoordelijkheid van de functie en mobiliteitstoelagen).
Daarom wordt aanbevolen dat het Ministerie van Onderwijs en Vorming zich baseert op de bovenstaande wettelijke documenten om de toelageregeling voor leraren in te voeren.
Bij het toevoegen van uitkeringsgerechtigden wordt aanbevolen de procedures te volgen die in de begeleidende circulaires zijn voorgeschreven. Schrijf tegelijkertijd niet de inhoud van reeds in andere juridische documenten over, om duplicatie te voorkomen (zware, toxische en gevaarlijke uitkeringen zijn voorgeschreven in Besluit nr. 113/2015/ND-CP van 9 november 2015 van de regering betreffende speciale uitkeringen, voorkeursuitkeringen, uitkeringen voor de verantwoordelijkheid van de functie en zware, toxische en gevaarlijke uitkeringen voor leraren in openbare beroepsonderwijsinstellingen).
Ministerie van Onderwijs en Opleiding stelt specifieke salariscoëfficiënt voor vanaf 2026
Eerder kondigde het Ministerie van Onderwijs en Vorming een ontwerpbesluit aan waarin het salaris- en toelagebeleid voor leraren wordt geregeld, om commentaar te verzamelen.
Een van de opvallende zaken is dat alle leraren een "speciale salariscoëfficiënt" zullen genieten.
Volgens het Ministerie van Onderwijs en Vorming worden de salarissen van leraren momenteel toegepast volgens Besluit 204/2004/ND-CP, ingedeeld naar opleidingsniveau. Slechts ongeveer 1,17% van de leraren ontvangt echter salariscategorie A3 (hoogste), terwijl in andere sectoren ongeveer 10% van de ambtenaren een hogere functie bekleedt.
De meeste leerkrachten in het basisonderwijs en in het kleuteronderwijs krijgen een veel lager salaris dan andere ambtenaren. Dit geldt met name voor leerkrachten in het kleuteronderwijs, die ondanks hun harde werk het laagste salaris krijgen.
Het Ministerie van Onderwijs en Vorming is van mening dat salarisbeleid essentieel is voor het aantrekken en behouden van getalenteerde mensen en het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. De Wet op het Onderwijs (van kracht vanaf 1 januari 2026) bepaalt dat de salarissen van leraren "hoogst gerangschikt staan in het systeem van salarisschalen voor administratieve beroepen", maar om deze te implementeren, zijn specifieke aanpassingen nodig.
Daarom adviseert het ministerie de regering een nieuw besluit uit te vaardigen, waarin een speciale salariscoëfficiënt wordt vastgelegd: kleuterleidsters ontvangen 1,25 keer de huidige salariscoëfficiënt, andere onderwijsfuncties ontvangen 1,15 keer de huidige salariscoëfficiënt. Leerkrachten die lesgeven aan leerlingen met een beperking, in grensgebieden en op internaatscholen ontvangen 0,05 extra.
De speciale coëfficiënt wordt alleen toegepast op salarissen, niet op toelagen. Het nieuwe salaris vanaf 1 januari 2026 wordt berekend volgens de formule: Salaris = Basissalaris x Huidige salariscoëfficiënt x Speciale coëfficiënt. Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding bevestigde dat, hoewel deze regeling er niet toe bijdraagt dat de salarissen van leraren "hoog" zijn, deze wel zullen bijdragen aan een "hogere" salaris dan die van ambtenaren van dezelfde rang, waardoor de huidige tekortkomingen geleidelijk worden opgelost.
Thu Giang
Bron: https://baochinhphu.vn/bo-noi-vu-gop-y-ve-de-xuat-chinh-sach-tien-luong-che-do-phu-cap-doi-voi-nha-giao-102251112161934134.htm






Reactie (0)