Welke twee personen krijgen vanaf 1 juli 2024 een verhoging van hun pensioen?
De voorzitter van de Nationale Vergadering, Vuong Dinh Hue, heeft zojuist een resolutie van de Nationale Vergadering over de raming van de staatsbegroting voor 2024 ondertekend en uitgevaardigd.
Resolutie ter goedkeuring van de raming van de staatsbegroting voor 2024, met een staatsbegrotingsinkomsten van meer dan 1,7 miljard VND.
Wat betreft de hervorming van het salaris, staat in de resolutie duidelijk dat vanaf 1 juli 2024 een alomvattende hervorming van het salarisbeleid zal worden doorgevoerd overeenkomstig Resolutie nr. 27-NQ/TW, waarbij de pensioenen, sociale verzekeringsuitkeringen, maandelijkse toelagen, voorkeurstoelagen voor verdienstelijke personen en een aantal sociale zekerheidsbeleidsmaatregelen die momenteel gekoppeld zijn aan het basissalaris, worden aangepast.
De financiering voor de implementatie van de salarishervorming wordt gegarandeerd uit het opgebouwde salarishervormingsfonds van de centrale begroting, de lokale begroting en een deel dat is voorzien in de raming van de uitgaven voor het begrotingssaldo van de staat.
Er zullen dus 2 gevallen van pensioenverhoging zijn na de salarishervorming, namelijk:
+ Personen die behoren tot de groep personen die onderworpen zijn aan de pensioenverhogingsaanpassing.
+ Mensen van wie het pensioen wordt verhoogd als de salarishervorming wordt doorgevoerd
Het pensioen van de werknemer wordt bepaald op basis van de uitkeringshoogte en het gemiddelde maandsalaris voor sociale verzekeringen. Wanneer het gemiddelde maandsalaris voor sociale verzekeringen stijgt, stijgt ook het pensioen. Om het pensioen te laten verhogen onder de nieuwe salarishervorming, moeten sociale verzekeringsdeelnemers aan de volgende voorwaarden voldoen:
+ Voldoen aan de vereisten voor de sociale verzekeringsbetalingsperiode om pensioen te ontvangen
+ Voldoen aan de pensioengerechtigde leeftijd.
Pensioenleeftijd van werknemers in 2024
De gewijzigde Arbeidswet van 2019, die van kracht is vanaf 1 januari 2021, bepaalt: Vanaf 2021 bedraagt de pensioenleeftijd onder normale omstandigheden 60 jaar en 3 maanden voor mannelijke werknemers en 55 jaar en 4 maanden voor vrouwelijke werknemers. Daarna wordt de pensioenleeftijd elk jaar met 3 maanden verhoogd voor mannelijke werknemers en met 4 maanden voor vrouwelijke werknemers, totdat de leeftijd 62 jaar is voor mannelijke werknemers en 60 jaar voor vrouwelijke werknemers.
Volgens het stappenplan voor de verhoging van de pensioenleeftijd zullen mannelijke werknemers in 2024 met pensioen gaan op 61-jarige leeftijd, vrouwelijke werknemers op 56 jaar en 4 maanden . Vervolgens zullen mannelijke werknemers in 2025 met pensioen gaan op 61 jaar en 3 maanden en vrouwelijke werknemers op 56 jaar en 8 maanden.
Werknemers met een verminderde arbeidscapaciteit, die bijzonder zwaar, giftig of gevaarlijk werk verrichten, of die in gebieden werken met bijzonder moeilijke sociaal -economische omstandigheden, kunnen eerder met pensioen gaan, maar niet meer dan 5 jaar eerder dan de algemene regelgeving voorschrijft.
De minimumleeftijd voor vervroegd pensioen in 2024 is volgens de regelgeving 56 jaar voor mannelijke werknemers; 51 jaar en 4 maanden voor vrouwelijke werknemers. In 2025 zal de minimumleeftijd voor mannelijke werknemers 56 jaar en 3 maanden zijn en de minimumleeftijd voor vrouwelijke werknemers 51 jaar en 8 maanden.
Werknemers met een hoge beroeps- en technische kwalificatie en enkele bijzondere gevallen kunnen met pensioen gaan op een hogere leeftijd, maar niet meer dan 5 jaar ouder dan de regelgeving voorschrijft. Dat wil zeggen dat deze bijzondere groep werknemers in 2024 uiterlijk met pensioen gaat op 66 jaar voor mannen en 61 jaar en 4 maanden voor vrouwen.
Bij pensionering ontvangt de begunstigde een maandelijks pensioen. De hoogte van het ontvangen salaris is afhankelijk van de maandelijkse sociale verzekeringsbijdrage en het aantal jaren dat de premie is betaald. Hoe langer de premieperiode, hoe hoger de premie, hoe hoger het pensioen en vice versa. Naast het salaris ontvangt de begunstigde ook een zorgverzekeringspas en worden de meeste kosten voor medisch onderzoek en behandeling gedurende de gehele pensioenperiode gedekt door de zorgverzekering.
Minh Hoa (t/h)
Bron






Reactie (0)