De Arbeidswet van 2019 bevat geen regels over de opzegtermijn bij het aanvragen van verlof.
Artikel 113, lid 4, van de Arbeidswet bepaalt echter dat werkgevers verantwoordelijk zijn voor het vaststellen van de jaarlijkse vakantieroosters na overleg met de werknemers en dat zij de werknemers hiervan vooraf op de hoogte moeten stellen.
Werknemers hebben daarom recht op een specifiek vakantierooster dat door de werkgever wordt vastgesteld. Op de dag van verlof zoals vastgelegd in het vakantierooster, hebben werknemers recht op verlof zonder voorafgaande kennisgeving.
Indien de werknemer flexibeler verlof wil opnemen, kan hij/zij hierover onderhandelen met de werkgever.
Om de werkgever te helpen de baan van de werknemer over te nemen, moet de werknemer de werkgever hiervan vooraf op de hoogte stellen. De opzegtermijn is afhankelijk van de overeenkomst tussen partijen, zonder limiet op het aantal dagen.
Artikel 113, lid 4 van de Arbeidswet bepaalt dat werknemers met werkgevers kunnen onderhandelen over het opnemen van vakantie in meerdere termijnen of het combineren van vakantie voor maximaal 3 jaar.
De wet stelt dan ook geen limiet aan het aantal vrije dagen per verlof. De totale verloftijd van alle verlofperiodes in een jaar mag echter niet meer bedragen dan het aantal vrije dagen zoals voorgeschreven in artikel 113 van de Arbeidswet.
Werknemers die 12 maanden hebben gewerkt, hebben recht op 12 werkdagen vrij per jaar als ze onder normale omstandigheden werken. Werknemers hebben recht op 14 werkdagen vrij per jaar als ze minderjarig zijn, een beperking hebben of zwaar, giftig of gevaarlijk werk doen.
Daarnaast hebben werknemers recht op 16 werkdagen vrij per jaar als zij bijzonder zwaar, giftig of gevaarlijk werk verrichten.
Daarnaast krijgen oudere werknemers ook langere vakanties, want voor elke 5 jaar dat ze werken, krijgen ze een extra vakantiedag.
Werknemers die korter dan 12 maanden in dienst zijn, hebben recht op een aantal vakantiedagen naar rato van het aantal gewerkte maanden.
Daarnaast zijn werkgevers verantwoordelijk voor de uitvoering van de regels omtrent vakantie in de Arbeidswet, zodat werknemers vakantie kunnen opnemen volgens de voorgeschreven tijd.
Indien werkgevers hun werknemers niet toestaan om jaarlijks verlof op te nemen, kunnen zij een administratieve boete krijgen van 10 tot 20 miljoen VND wegens overtreding van de wettelijke bepalingen inzake wekelijkse vakantie, jaarlijkse vakantie of feestdagen en Tet, overeenkomstig Clausule 2, Artikel 18 van Decreet 12/2022/ND-CP.
Voor werkgevers die organisaties zijn, zal de boete verdubbelen van 20 naar 40 miljoen VND, overeenkomstig clausule 1, artikel 6 van decreet 12/2022/ND-CP.
Bronlink






Reactie (0)