
Verordening nr. 148 is van toepassing op de hoofden van partijcomités, partijorganisaties, agentschappen en eenheden (hierna te noemen hoofden van agentschappen); kaders, ambtenaren en overheidspersoneel in het politieke systeem en de eenheden van de publieke dienst (hierna te noemen kaders).
De tijdelijke schorsing van ambtenaren die onder het beheer van het Politbureau en het Secretariaat vallen, wordt overwogen en besloten door het Politbureau en het Secretariaat.
De tijdelijke schorsing van de posities van leden van het Partijcomité, afgevaardigden van de Nationale Assemblee , afgevaardigden van de Volksraad, rechterlijke functies, leden van het Comité van het Vietnamese Vaderlandsfront en leden van het uitvoerend comité van sociaal-politieke organisaties, zal worden uitgevoerd in overeenstemming met de partijregels, de staatswetten en het handvest van de organisatie.
In Verordening nr. 148 worden de gronden voor tijdelijke schorsing van het werk in noodzakelijke gevallen duidelijk vastgelegd:
1) Ambtenaren die ethische normen en levensstijlen schenden, wat negatieve gevolgen heeft, publieke verontwaardiging veroorzaakt en de reputatie van organisaties en personen schaadt.
2) Ambtenaren vertragen opzettelijk, ontlopen de uitvoering van taken, ontlopen hun verantwoordelijkheid en voeren het werk dat binnen hun bevoegdheid valt niet uit in overeenstemming met de toegewezen functies en taken.
3) Ambtenaren die corrupt en negatief gedrag vertonen en daardoor problemen veroorzaken voor mensen, bedrijven, instanties en organisaties die hun publieke taken uitvoeren.
4) Ambtenaren die worden overwogen en gedisciplineerd, maar die opzettelijk het voldoen aan verzoeken van bevoegde autoriteiten vertragen of vermijden tijdens het proces van het overwegen en afhandelen van hun eigen overtredingen, of die misbruik maken van hun positie, autoriteit of invloed of die van anderen om de overweging en afhandeling te beïnvloeden of moeilijkheden te veroorzaken.
5) Kaderleden die door de Partij zijn gedisciplineerd in de vorm van een waarschuwing of ontslag en die wachten op behandeling en afhandeling van hun overheidsposities. Als zij blijven werken, zal dit een negatieve invloed hebben op de activiteiten van het Partijcomité, de Partijorganisatie, het agentschap of de eenheid.
Gronden voor tijdelijke schorsing van het werk bij tekenen van ernstige overtredingen:
1) Agenten werden vervolgd om het onderzoek te dienen.
2) Indien er tijdens het proces van het beoordelen en afhandelen van overtredingen van functionarissen een basis is om te bepalen dat disciplinaire maatregelen op basis van een waarschuwing of hogere straffen moeten worden genomen of afgehandeld via het strafrecht, dan heeft de inspectie-, examen-, audit-, onderzoeks-, vervolgings-, berechtings- en executie-instantie een schriftelijk verzoek om de ambtenaar tijdelijk van het werk te schorsen.
Wat betreft de bevoegdheid van het hoofd om de werkzaamheden tijdelijk stil te leggen, stelt Verordening nr. 148 duidelijk:
1) Het hoofd heeft het recht te besluiten tot tijdelijke opschorting van de werkzaamheden van ondergeschikten overeenkomstig de bij dit reglement gevoegde lijst, indien sprake is van een van de in artikel 4 en 5 van het reglement genoemde redenen. Indien de reden niet in de lijst is opgenomen, overweegt en besluit het hoofd van de bevoegde autoriteit om de werkzaamheden tijdelijk op te schorten.
Het Politbureau en het Secretariaat overwegen en beslissen over de tijdelijke schorsing van ambtenaren die onder het beheer van het Politbureau en het Secretariaat vallen; agentschappen en eenheden voeren de relevante procedures uit volgens de regelgeving.
2) Verzoek de relevante autoriteiten en individuen om informatie en documenten te verstrekken die verband houden met het besluit om het werk tijdelijk op te schorten, of verzoek de bevoegde autoriteiten om overtredingen te inspecteren, verifiëren, verduidelijken en af te handelen in overeenstemming met de regelgeving.
3) Van geschorst agenten verlangen dat zij voldoen aan verzoeken van bevoegde autoriteiten of bevoegde personen om de verificatie, verduidelijking en afhandeling van overtredingen te verzorgen.
Verantwoordelijkheden van het hoofd bij tijdelijke schorsing van het werk:
Ook in verordening nr. 148 wordt de verantwoordelijkheid van het hoofd bij het tijdelijk stilleggen van het werk duidelijk vastgelegd:
1) Tijdig beslissen om ondergeschikt personeel tijdelijk te schorsen wanneer er sprake is van een van de gronden genoemd in artikel 4 en artikel 5 van deze Verordening; het besluit om personeel tijdelijk te schorsen intrekken in geval van niet-naleving van de voorschriften of wanneer geconcludeerd is dat er geen sprake is van een overtreding, en tegelijkertijd dit melden aan de bevoegde autoriteit die belast is met het personeelsbeheer.
2) Verantwoordelijk zijn voor het nemen van beslissingen over tijdelijke schorsing en het ongedaan maken van beslissingen over tijdelijke schorsing. Bekendmaken van beslissingen over tijdelijke schorsing en beslissingen over annulering van tijdelijke schorsing bij de instantie of eenheid waar de medewerker werkzaam is, en het versturen van beslissingen over tijdelijke schorsing en beslissingen over annulering van tijdelijke schorsing naar de relevante instanties, eenheden en personen.
3) Wanneer de tijdelijke schorsingsperiode voor een ambtenaar afloopt en er zijn veel ingewikkelde omstandigheden die meer tijd vergen om de overtredingen van de ambtenaar te verifiëren en op te helderen, moet er een rapport worden ingediend bij de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het beheer van de ambtenaar voordat de tijdelijke schorsingsperiode voor de ambtenaar wordt verlengd.
De duur van de tijdelijke werkonderbreking mag, indien noodzakelijk, niet langer zijn dan 15 werkdagen.
Wat betreft de periode van tijdelijke schorsing van het werk, stelt Verordening nr. 148 duidelijk:
+ De duur van de tijdelijke schorsing bedraagt, indien nodig, maximaal 15 werkdagen. In geval van verlenging bedraagt de maximale duur van de tijdelijke schorsing maximaal 15 werkdagen.
+ De periode van tijdelijke opschorting van het werk in geval van tekenen van ernstige schending van de regels van de Partij en de wetten van de Staat wordt uitgevoerd op verzoek van de instantie die de vervolging, inspectie, het onderzoek, de audit of de tenuitvoerlegging van het vonnis uitvoert.
+ Het besluit tot tijdelijke opschorting van de werkzaamheden vervalt automatisch na afloop van de periode van tijdelijke opschorting.
Bron










Reactie (0)