![]() |
| Nationale wetenschaps- en technologiewedstrijdprojecten voor studenten moeten openbaar worden gemaakt. (Bron: VGP) |
De wijziging en aanvulling van het reglement voor de organisatie van de Wetenschappelijke Onderzoekswedstrijd op middelbare scholen richt zich op drie hoofdonderwerpen: de methode voor de selectie van projecten; de organisatie van de wedstrijd en de organisatie op het niveau van de deelnemende eenheden.
Openbare aankondiging van projecten, met maatschappelijk toezicht
De nieuwe circulaire bepaalt dat deelnemende eenheden interne competities moeten organiseren om projecten te selecteren die aan de competitie deelnemen. Dit helpt om projecten die op nationaal niveau worden geselecteerd, niet voor verrassingen te laten staan en om te voldoen aan de wetenschappelijke integriteit en de beroepsethiek.
De selectie en registratie van competitieprojecten moeten de wetenschappelijke integriteit en professionele ethiek waarborgen. Tegelijkertijd moeten projecten die voor nationale competities worden geselecteerd, openbaar worden gemaakt om maatschappelijk toezicht te houden en eerlijk onderzoek te waarborgen.
Daarnaast worden in het ontwerp ook verantwoordelijkheden aan de docent toegevoegd: "Onderzoeksdocenten zijn verantwoordelijk voor de wetenschappelijke integriteit en de professionele ethiek bij wetenschappelijk onderzoek. Zij zorgen ervoor dat aan de eisen voor competitieprojecten wordt voldaan overeenkomstig de bepalingen van deze verordening."
De circulaire wijzigt en vult ook een aantal andere inhoud aan om de organisatie van de wedstrijd te verbeteren, gericht op publiciteit, transparantie en eerlijkheid, en tegelijkertijd te bevorderen dat wetenschappelijk en technisch onderzoek een reguliere activiteit wordt op middelbare scholen, en op STEM gericht onderwijs en leren.
Het aanpassen van de berekening van het aantal concurrerende projecten in het licht van eerlijkheid
Volgens de nieuwe circulaire wordt het aantal projecten dat op nationaal niveau deelneemt, berekend op basis van de verhouding tussen het aantal projecten dat deelneemt op het niveau van het ministerie van Onderwijs en Opleiding en het totale aantal projecten dat landelijk deelneemt. Dit om eerlijkheid te creëren.
Ministeries van Onderwijs en Vorming met grootschalige en sterke wetenschappelijke onderzoeksbewegingen krijgen een evenredig aantal projecten toegewezen om op nationaal niveau te concurreren. Dit voorkomt 'nivellering' en stimuleert de ontwikkeling van de beweging. Ministeries van Onderwijs en Vorming met minder omvangrijke bewegingen zullen, als ze het aantal projecten dat op nationaal niveau concurreert willen vergroten, moeten investeren in en de onderzoeksbeweging promoten om meer vertegenwoordigers te krijgen.
Kleinschalige deelnemende eenheden mogen maximaal 3 projecten indienen voor de nationale competitie. Grotere eenheden mogen, afhankelijk van het aandeel deelnemende projecten op eenheidsniveau, maximaal 6 projecten inschrijven bij een aandeel van >1% tot ≤5%; 9 projecten bij een aandeel van >5% tot ≤10%; 12 projecten bij een aandeel van >10%.
Voor de deelnemende eenheden, te weten middelbare scholen die onder het ministerie vallen en agentschappen op ministerieel niveau, universiteiten, hogescholen, instituten en academies, mag elke eenheid maximaal 3 projecten registreren, een toename van 1 project ten opzichte van de vorige regeling.
Om de verplaatsing van gemeenten te stimuleren, bepaalt de nieuwe circulaire dat de deelnemende eenheid voor elk project dat in het voorgaande opeenvolgende jaar de vierde prijs of hoger heeft gewonnen bij de internationale competitie, één extra project mag indienen voor de competitie.
Bron: https://baoquocte.vn/sua-quy-che-cuoc-thi-nghien-cuu-khoa-hoc-ky-thuat-cap-quoc-gia-danh-cho-hoc-sinh-336247.html







Reactie (0)