Vicepremier Ho Duc Phoc ondertekende Besluit nr. 41/2025/QD-TTg waarin de principes, criteria en normen worden vastgelegd voor de toewijzing van centraal begrotingskapitaal en het aandeel van het tegenkapitaal uit lokale begrotingen voor de uitvoering van het Nationale Doelprogramma voor Culturele Ontwikkeling voor de periode 2025-2035.
Principes voor kapitaalallocatie
In het besluit wordt bepaald dat de toewijzing van kapitaal moet voldoen aan de bepalingen van de Wet op de overheidsinvesteringen, de Wet op de staatsbegroting, Resolutie nr. 70/2025/UBTVQH15 van 7 februari 2025 van de Vaste Commissie van de Nationale Assemblee waarin de principes, criteria en normen worden vastgelegd voor de toewijzing van publiek investeringskapitaal uit de staatsbegroting voor de periode 2026-2030 en de relevante wettelijke documenten.
Volg nauwgezet de specifieke doelen, streefdoelen en criteria van het programma voor de periode 2026-2030 en zorg ervoor dat dit het totale ontwikkelingsinvesteringskapitaal en loopbaankapitaal van het programma, goedgekeurd door de bevoegde autoriteiten, niet overschrijdt.
Concentreer u op sleutelinvesteringen en duurzame investeringen, met de nadruk op de inhoud die prioriteit moet krijgen om doorbraken in culturele ontwikkeling te creëren: belangrijke en urgente taken op het gebied van het behoud en de bevordering van culturele erfgoedwaarden, alomvattende menselijke ontwikkeling; het perfectioneren van het systeem van culturele instellingen op alle niveaus en een aantal taken waarin de staat moet investeren om leiding te geven, te oriënteren, te controleren en een basis te creëren om de hele samenleving aan te trekken om deel te nemen aan culturele ontwikkeling, met name taken op het gebied van de ontwikkeling van culturele industrieën; taken op het gebied van innovatie en digitale transformatie in de culturele sector; ondersteuning van plaatsen met moeilijke sociaal -economische ontwikkelingsomstandigheden.

Op basis van het totale centrale kapitaal voor begrotingssteun (inclusief ontwikkelingsinvesteringskapitaal en carrièrekapitaal) en de lokale kapitaalbronnen voor begrotingssteun beslist de Volksraad van de provincie of centraal bestuurde stad over de toewijzing. Hierbij wordt erop toegezien dat er sprake is van consistentie, geen overlapping en geen duplicatie qua omvang, doelstellingen, inhoud en activiteiten met andere nationale doelprogramma's.
Zorg voor gecentraliseerd beheer, met uniforme doelstellingen, mechanismen en beleidsmaatregelen. Voer decentralisatie door in het beleggingsbeheer conform de wettelijke bepalingen. Creëer initiatief voor ministeries en centrale agentschappen en decentraliseer grondig naar lokale overheden.
Principes van centrale begrotingssteun voor lokale begrotingen ter uitvoering van het programma
Het mechanisme van centrale begrotingssteun voor lokale begrotingen ter uitvoering van het programma is gebaseerd op het principe dat de centrale begroting prioriteit geeft aan steun voor plaatsen die een extra saldo van de centrale begroting ontvangen, met name plaatsen in de Northern Midlands en Mountains, de Centrale Hooglanden en plaatsen die een extra saldo van de centrale begroting van 60% of meer ontvangen.
Voor gemeenten die geen aanvullende compensatie vanuit de centrale begroting ontvangen, wordt kapitaalsteun vanuit de centrale begroting alleen verstrekt voor een aantal specifieke taken die door de premier worden vastgesteld.
De verhouding tussen het extra saldo en het totale saldo van de lokale begrotingsuitgaven wordt bepaald op basis van de door de Nationale Assemblee vastgestelde ramingen van de inkomsten en uitgaven van de staatsbegroting voor 2026.
Centrale criteria voor de toewijzing van begrotingskapitaal
In het besluit wordt de centrale begrotingsallocatiecoëfficiënt voor de gemeenten die het programma uitvoeren, als volgt vastgelegd:
Criteria en toewijzingscoëfficiënten voor plaatsen volgens gemeentelijke onderwerpen:
Bijzonder achtergestelde gemeenten en speciale zones: coëfficiënt 6,0; overige gemeenten en speciale zones: coëfficiënt 4,0; wijken: coëfficiënt 2,0.
Criteria en toewijzingscoëfficiënten voor prioritaire locaties:
Plaatsen met een verhouding tussen het extra saldo en het totale lokale begrotingssaldo van 60% of meer: coëfficiënt 150.
Plaatsen in de Northern Midlands, Mountains en de Centrale Hooglanden hebben een verhouding van extra saldo/totale lokale begrotingssaldo-uitgaven van minder dan 60%: coëfficiënt 100.
De gemeenten van de Northern Midlands and Mountainous Region en de Central Highlands omvatten provincies van de Northern Midlands and Mountainous Region en de Central Highlands Region die niet zijn samengevoegd en provincies die zijn samengevoegd uit ten minste één gemeente van de Northern Midlands and Mountainous Region en de Central Highlands Region, overeenkomstig de sociaal-economische bestemming in Resolutie nr. 81/2023/QH15 van de Nationale Assemblee over het Nationale Masterplan voor de periode 2021-2030, met een visie tot 2050.
De overige gemeenten hebben een verhouding tussen het extra saldo en het totale lokale begrotingssaldo van minder dan 60%: coëfficiënt 60.
De gemeenten ontvangen geen aanvullende begrotingsevenwicht vanuit de centrale begroting, maar alleen kapitaalsteun vanuit de centrale begroting voor enkele specifieke taken.
Criteria en toewijzingscoëfficiënten voor plaatsen op basis van de bevolkingsomvang
Plaatsen met minder dan 1 miljoen inwoners: coëfficiënt 30.
Plaatsen met 1 tot 2 miljoen inwoners: coëfficiënt 50. Plaatsen met 2 tot 3 miljoen inwoners: coëfficiënt 80. Plaatsen met 3 miljoen of meer inwoners: coëfficiënt 100.
Criteria en toewijzingscoëfficiënten voor locaties op basis van gebiedsschaal
Plaatsen met een oppervlakte van minder dan 5.000 km2: coëfficiënt 20. Plaatsen met een oppervlakte van 5.000 km2 tot minder dan 10.000 km2: coëfficiënt 40. Plaatsen met een oppervlakte van 10.000 km2 tot minder dan 15.000 km2: coëfficiënt 50. Plaatsen met een oppervlakte van 15.000 km2 of meer: coëfficiënt 80.
Criteria en toewijzingscoëfficiënten voor locaties op basis van historisch-culturele overblijfselen en landschappelijke plekken
Bijzonder rijksmonument: coëfficiënt 5,0.
Nationaal monument: coëfficiënt 2,0.
Centrale begrotingskapitaalallocatienormen
Centrale begrotingskapitaalallocatienormen voor ministeries en centrale agentschappen
Normen voor de toewijzing van carrièrekapitaal: Op basis van de voorstellen van ministeries en centrale agentschappen om de doelstellingen, streefcijfers, taken, activiteiten van het programma en de toewijzingsbeginselen in dit besluit te implementeren, zal het ministerie van Cultuur, Sport en Toerisme samen met ministeries en centrale agentschappen een plan opstellen om jaarlijks centraal carrièrekapitaal toe te wijzen aan ministeries en centrale agentschappen met een percentage van maximaal 10% van het totale carrièrekapitaalbudget van het programma. Het plan zal vervolgens volgens de regelgeving worden doorgestuurd naar het ministerie van Financiën.
Normen voor de toewijzing van ontwikkelingsinvesteringskapitaal: op basis van voorstellen van ministeries en centrale agentschappen om de doelen, streefdoelen, taken en activiteiten van het programma en de toewijzingsbeginselen in dit besluit te implementeren, synthetiseert en ontwikkelt het ministerie van Cultuur, Sport en Toerisme een plan voor de toewijzing van ontwikkelingsinvesteringskapitaal voor 5 jaar en jaarlijks met een norm die niet meer bedraagt dan 10% van het totale ontwikkelingsinvesteringskapitaalbudget van het programma, en stuurt dit volgens de regelgeving naar het ministerie van Financiën.

Wijs centraal begrotingskapitaal van het programma toe aan ministeries en centrale agentschappen om het beheer, de leiding, de begeleiding en de organisatie van de uitvoering van de door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde onderdelen en taken van het programma uit te voeren.
Centrale begrotingskapitaalallocatienormen in gemeenten
Op basis van het investeringsplan voor ontwikkelingskapitaal en het carrièrekapitaal dat wordt ondersteund door de centrale begroting die door de bevoegde autoriteiten is aangemeld en de feitelijke omstandigheden in elke regio, zullen de volkscomités van de provincies en centraal bestuurde steden specifieke kapitaaltoewijzingsplannen ontwikkelen voor de verschillende niveaus (provincies, gemeenten) om de inhoud van het programma te implementeren. Deze plannen zullen ter besluitvorming worden voorgelegd aan de volksraden van hetzelfde niveau, waarbij de effectieve implementatie van het toegewezen kapitaal wordt gewaarborgd overeenkomstig de hierboven beschreven principes van prioritaire steun.
Met betrekking tot het investeringskapitaalplan voor ontwikkeling en het carrièrekapitaalplan dat wordt ondersteund door de centrale begroting, dient kapitaal te worden toegewezen om de volgende inhoud te implementeren: het ontwikkelen van Vietnamese mensen met goede persoonlijkheden en levensstijlen; het opbouwen van een gezonde en beschaafde culturele omgeving, het ontwikkelen van een synchroon en effectief infrastructuursysteem, landschap en culturele instellingen; het verbeteren van de effectiviteit van informatie, propaganda en culturele educatie; het behouden en bevorderen van de waarde van het nationale culturele erfgoed; het bevorderen van de ontwikkeling van literatuur en kunst; het ontwikkelen van culturele industrieën; het bevorderen van digitale transformatie en toepassing van wetenschappelijke en technologische prestaties op cultureel gebied; het ontwikkelen van culturele menselijke hulpbronnen; internationale integratie, het absorberen van de kwintessens van de menselijke cultuur en het verspreiden van Vietnamese culturele waarden naar de wereld; het versterken van de monitoring en evaluatie van de implementatie van het programma, het verbeteren van de capaciteit om het programma te implementeren, het communiceren en verspreiden van over het programma, beheerskosten voor de implementatie van het programma op alle niveaus in overeenstemming met de regelgeving en andere inhoud binnen het kader van het programma.
De taken voor de staatsbegrotingsuitgaven in het kader van het programma worden uit twee bronnen geregeld: uitgaven voor overheidsinvesteringen en reguliere uitgaven, uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van de Wet op de overheidsinvesteringen en de Wet op de staatsbegroting.
Voor projecten in het kader van het programma die gebruikmaken van overheidsinvesteringskapitaal uit de centrale begroting, worden de procedures voor investeringsbeslissingen uitgevoerd overeenkomstig de wet op overheidsinvesteringen of volgens het speciale mechanisme dat door de regering is uitgevaardigd bij het organiseren van de uitvoering van kleinschalige bouwinvesteringsprojecten, met eenvoudige technieken en actuele juridische documenten.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 10 november 2025.
Bron: https://www.vietnamplus.vn/tieu-chi-phan-bo-von-thuc-hien-chuong-trinh-muc-tieu-quoc-gia-phat-trien-van-hoa-post1076358.vnp






Reactie (0)