Mag de verkeerspolitie voertuigen op de snelweg aanhouden? Waar mag de verkeerspolitie voertuigen op de snelweg aanhouden? - Lezer Huynh My
1. Mag de verkeerspolitie auto's op de snelweg aanhouden?
Volgens de bepalingen van Clausule 1, Artikel 16 van Circulaire 32/2023/TT-BCA mogen verkeerspolitieagenten die volgens plan patrouille- en controletaken uitvoeren, voertuigen op de snelweg aanhouden voor controle in de volgende gevallen:
- overtredingen van de verkeerswetten en andere wetsovertredingen rechtstreeks of via professionele technische middelen en apparatuur opsporen en verzamelen;
- Uitvoering geven aan de bevelen en plannen voor algemene controle van voertuigen om de orde en veiligheid van het verkeer op de weg en de sociale orde te waarborgen; plannen voor het patrouilleren, controleren en afhandelen van overtredingen volgens thematische kwesties om de orde en veiligheid van het verkeer op de weg en de sociale orde te waarborgen, uitgevaardigd door de bevoegde autoriteiten;
- Er is een schriftelijk verzoek van het hoofd of plaatsvervangend hoofd van de onderzoeksinstantie; een schriftelijk verzoek van een relevante bevoegde autoriteit om een voertuig te stoppen voor inspectie ten behoeve van de werkzaamheden ter waarborging van de veiligheid en orde; het bestrijden en voorkomen van misdrijven; het voorkomen en bestrijden van natuurrampen, branden en explosies; het voorkomen en bestrijden van epidemieën; reddingsacties en andere wetsovertredingen. Het schriftelijke verzoek moet specifiek het tijdstip, de route, het voertuig dat voor inspectie moet worden gestopt, de afhandeling en de deelnemende eenheden vermelden;
- Er zijn rapporten, reflecties, aanbevelingen en klachten van organisaties en individuen over wetsovertredingen door personen en voertuigen die deelnemen aan het wegverkeer.
2. Vereisten voor het stoppen en regelen van het verkeer op snelwegen
Bij het stoppen en besturen van voertuigen moeten de volgende vereisten in acht worden genomen:
- Veilig, overeenkomstig de wet, en zonder hinder voor het verkeer;
- Bij het aanhouden van een voertuig is het noodzakelijk om controle uit te voeren en eventuele overtredingen volgens de regels af te handelen.
Daarnaast moeten bij het stoppen en controleren op een punt langs de weg, bij het Verkeerspolitiebureau, de volgende eisen in acht worden genomen:
- Plaats afzettingen met conische palen of touwen langs de weg, op het weggedeelte, de rijstrook dicht bij de stoeprand of het trottoir, om een gebied te creëren dat de verkeersorde en -veiligheid waarborgt, conform de regelgeving van het Ministerie van Openbare Veiligheid inzake de implementatie van democratie bij het waarborgen van de verkeersorde en -veiligheid. Afhankelijk van de feitelijke situatie en kenmerken van de verkeersroute, dient de afzetting de juiste lengte te hebben om de veiligheid te garanderen;
- Het gebied waar de verkeersorde en -veiligheid moet worden gewaarborgd, moet voldoen aan de bepalingen van de Wegenverkeerswet en andere relevante wetten. Er moet voldoende ruimte zijn om professionele technische apparatuur en middelen op te stellen en te installeren, overtredingen te controleren en af te handelen. Op basis van de feitelijke situatie in het controlegebied en het controleonderwerp is het mogelijk om verkeersagenten in te zetten om het verkeer te begeleiden en te regelen, en zo de verkeersveiligheid te waarborgen.
(Artikel 2, 3, Artikel 16, Circulaire 32/2023/TT-BCA)
3. Waar mogen verkeerspolitievoertuigen op de snelweg stoppen?
Artikel 16, lid 4, van de circulaire 32/2023/TT-BCA bepaalt dat bij het stoppen en besturen van voertuigen op snelwegen aan de hierboven vermelde eisen en aan de volgende eisen moet worden voldaan:
- Bij controle op een punt mogen voertuigen alleen worden aangehouden om overtredingen te controleren en af te handelen op de volgende locaties: Tolstationgebied, beginpunt en eindpunt van de snelweg;
- Bij het patrouilleren en regelen van het verkeer mogen voertuigen alleen in de volgende gevallen op de vluchtstrook worden stilgezet om overtredingen te regelen en af te handelen:
+ Ernstige verkeersveiligheids- en ordeovertredingen detecteren die een direct risico voor de verkeersveiligheid vormen;
+ Coördineer de strijd tegen criminaliteit;
+ Preventie van natuurrampen en branden;
+ Redding;
+ Melden, aanklagen en reflecteren op wetsovertredingen door personen en voertuigen die op de snelweg rijden;
+ Detecteer voertuigen die illegaal op de snelweg stoppen of parkeren.
Nadat het incident is opgelost, moeten de markeringen, touwen en waarschuwingsborden onmiddellijk worden opgeruimd en verplaatst;
- Plaats bord nummer 245a "Rijd langzaam" of bord nummer 245b (voor internationale routes) voor het verkeerspolitieteam in de richting van het te regelen verkeer, overeenkomstig de bepalingen van de Wet verkeersborden.
Bron
Reactie (0)