Op 5 december maakten minstens vier publieke televisiezenders in Europese landen bekend dat ze niet zouden deelnemen aan het Eurovisie Songfestival van 2026, nadat de European Broadcasting Union (EBU) Israël toestemming had gegeven om een vertegenwoordiger te sturen.
Tijdens een vergadering eerder die dag in Genève, Zwitserland, besloot de EBU om geen aparte stemming te houden over de vraag of Israël kon blijven deelnemen aan het Eurovisie Songfestival van 2026. In plaats daarvan werd een reeks nieuwe regels aangenomen om de transparantie en eerlijkheid van het stemsysteem te vergroten, en met name om inmenging van overheden en derde partijen te beperken.
Naar aanleiding van dit besluit bevestigde de EBU dat Israël zal blijven deelnemen aan het Eurovisie Songfestival 2026, dat in mei 2026 in Wenen (Oostenrijk) zal worden gehouden.
Volgens een VNA-verslaggever in Tel Aviv verwelkomde de Israëlische president Isaac Herzog het besluit van de EBU en beloofde hij de culturele aanwezigheid van Israël op internationale fora te blijven promoten.
Het besluit van de EBU heeft geleid tot heftige reacties van verschillende landen. Kort na de bekendmaking van het besluit kondigden de nationale omroepen van Spanje, Ierland, Nederland en Slovenië aan dat ze het Eurovisiesongfestival 2026 zouden boycotten uit protest tegen de deelname van Israël.
De Nederlandse televisie zei dat de deelname van Israël niet langer gepast was, terwijl de Spaanse RTVE zei dat de situatie in Gaza en het feit dat Israël het Eurovisie Songfestival voor politieke doeleinden gebruikt, het steeds moeilijker maakt voor het festival om neutraal te blijven.
RTÉ benadrukte dat Ierland de toenemende burgerslachtoffers in Gaza en de aanhoudende humanitaire crisis niet kon accepteren. Andere landen, zoals IJsland en België, zouden eerder al hun verzet hebben overwogen of geuit, terwijl een aantal Scandinavische landen en het Verenigd Koninkrijk hun voortdurende steun aan de wedstrijd en de neutrale rol van de EBU hebben toegezegd.
De Broadcasting Union bevestigde op haar beurt dat RTVE (Spanje), AVROTROS (Nederland), RTÉ (Ierland) en RTVSLO (Slovenië) hun terugtrekking uit de competitie hebben aangekondigd. De definitieve lijst van deelnemende landen wordt vóór Kerstmis bekendgemaakt.
Eurovisie-expert Dean Vuletic noemde dit een van de ernstigste crises die de EBU ooit heeft meegemaakt. Hij zei dat het 70-jarig jubileum in mei in Wenen de grootste boycot in haar geschiedenis zou betekenen, waarbij waarschijnlijk meer landen zich zouden terugtrekken. De IJslandse RUV komt volgende week bijeen om te beslissen of ze willen deelnemen, nadat het bestuur van de organisatie heeft voorgesteld Israël van de lijst te schrappen.
Het Eurovisie Songfestival is al meerdere malen verwikkeld geweest in internationale evenementen, waaronder de diskwalificatie van Rusland in 2022 na een militaire operatie in Oekraïne. Het conflict in Gaza wordt echter gezien als de grootste uitdaging voor het apolitieke karakter dat de EBU nastreeft.
De terugtrekking uit het festival legt ook financiële druk op het Eurovisie Songfestival, terwijl veel omroepen het moeilijk hebben vanwege afnemende overheidsfinanciering en de opkomst van sociale media.
Spanje is een van de vijf grootste deelnemers aan de competitie, terwijl Ierland het land is dat het record deelt met Zweden met zeven titels.
De controverse over de deelname van Israël overschaduwt ook de terugkeer van Bulgarije, Moldavië en Roemenië, die vanwege financiële problemen en andere kwesties afwezig waren.
Bron: https://www.vietnamplus.vn/eurovision-2026-bi-tay-chay-lien-quan-den-israel-post1081136.vnp










Reactie (0)