
In sommige oude culturen, zoals de Egyptenaren, Grieken en Romeinen, geloofden mensen dat dromen belangrijke boodschappen van de goden waren. Maar ze konden het ook niet eens worden over de exacte oorsprong van dromen, waarom ze plaatsvonden of wat ze betekenden.
In de afgelopen 100 jaar hebben wetenschappers over de hele wereld veel geleerd over de wetenschap van dromen. Toch bestaat er nog steeds veel onenigheid. Sommige wetenschappers geloven dat dromen belangrijk zijn, anderen niet.
Rond 1900 publiceerde de Oostenrijkse psycholoog Sigmund Freud een invloedrijk boek genaamd "De droomduiding". Daarin schreef hij over zijn ervaringen met het praten met andere mensen over hun dromen, en ook over zijn eigen dromen.
Hij geloofde dat dromen voortkomen uit wensen of verlangens die diep in de geest verborgen liggen en dat deze wensen vaak op een bepaalde manier worden vervormd, zodat ze in de droom verborgen zitten. Ze kunnen namelijk behoorlijk beangstigend of onaangenaam zijn.
Freud wilde mensen helpen te achterhalen wat deze verborgen verlangens en begeerten waren, zodat ze er in het echte leven mee aan de slag konden. Hij schreef ook dat dromen deel uitmaken van het proces dat ons helpt slapen, dat dromen onze slaap beschermen tegen verstoringen. En er is enig bewijs dat dit idee ondersteunt.
Freuds ideeën hebben decennialang een enorme invloed gehad op het denken over dromen. Maar sinds Freuds tijd hebben we veel meer geleerd over hoe slaap werkt. En dat heeft geleid tot nieuwe ideeën over wat dromen wel en niet in het echte leven kunnen doen.
In de jaren zeventig begonnen wetenschappers zoals Allan Hobson Freuds ideeën over dromen te verwerpen, met het argument dat dromen geen belangrijke functie hadden. Volgens Hobson hadden dromen geen verborgen betekenis of functie.
Hij opperde dat het misschien gewoon willekeurige bijwerkingen zijn van de chemische processen die tijdens de slaap in de hersenen plaatsvinden, een plausibele verklaring voor waarom dromen vaak vreemd lijken. Hobson opperde dat kleine stukjes kennis en verbeelding op een onzinnige manier worden geactiveerd en samengevoegd.
Maar sindsdien hebben andere wetenschappers ontdekt dat niet alle dromen zo vreemd zijn. Veel dromen zijn eigenlijk heel normaal, en sommige hebben een belangrijke betekenis voor de dromer.
Misschien droomde u over iets dat in uw recente leven gebeurde, zoals een leuke dag met vrienden op school of met familie, of misschien droomde u dat u in een film speelde die u de dag ervoor had gezien.
We dromen vaak over dingen die een grote impact op ons hebben in het echte leven, of die verband houden met zorgen die we met ons meedragen. En het belangrijkste dat we ons moeten realiseren, is dat onze dromen verband houden met het echte leven.

Sommige wetenschappers geloven nu dat dromen over deze dingen ons kan helpen ze te verwerken, of ons nieuwe ideeën kan geven over wat we in het echte leven kunnen doen. Dit blijft echter moeilijk te verifiëren.
Een ander interessant idee is dat dromen lang geleden zijn ontstaan om ons te helpen bedreigingen te overleven. Veel mensen lijken te dromen dat ze achtervolgd worden door monsters of gevaarlijke dieren. Dit wordt gezien als bewijs voor een systeem voor het simuleren van bedreigingen dat ontstond toen we in grotten leefden en op voedsel moesten jagen, terwijl we probeerden niet gejaagd te worden.
Als we een gevaarlijke ontmoeting in een droom overleven, kan dat ons beter voorbereiden om te ontsnappen aan echte bedreigingen terwijl we wakker zijn.
Het probleem met dit idee is echter dat het te gevaarlijk is om de validiteit ervan te testen. Zelfs als iemand bijvoorbeeld droomt van een gevecht met een tijger, kunnen wetenschappers hem niet in een kooi met een echte tijger stoppen en kijken hoe hij het overleeft!
Dat is een van de spannende dingen van wetenschapper zijn. Er zijn nog zoveel vragen te beantwoorden en we leren voortdurend nieuwe dingen over dromen.
Bron: https://dantri.com.vn/khoa-hoc/vi-sao-chung-ta-mo-trong-luc-ngu-20251107024553914.htm






Reactie (0)