

Binnen dit gebied alleen al bevinden zich verschillende graven: Tu Lang van koning Dong Khanh, Thien Thanh Cuc van Kien Thai Vuong (vader van koning Dong Khanh en twee andere koningen, Kien Phuc en Ham Nghi).


Het graf van keizerin Phu Thien Thuan (ook bekend als Lady Thanh Cung, echtgenote van keizer Dong Khanh), het graf van keizerin-weduwe Doan Huy (Lady Tu Cung, moeder van keizer Bao Dai), het graf van prins Canh en diverse andere graven van leden van de koninklijke familie, die allemaal in verschillende perioden zijn gebouwd.


Oorspronkelijk bevond zich op deze plek het graf van Kien Thai Vuong. Na zijn troonsbestijging (1886) gaf koning Dong Khanh opdracht tot de bouw van het Truy Tu-paleis, ongeveer 100 meter ten zuidoosten ervan, om zijn vader te eren.


Terwijl de bouw nog niet voltooid was, werd koning Đồng Khánh ziek en overleed op 28 januari 1889 op de jonge leeftijd van 25 jaar. Zijn opvolger, koning Thành Thái, besloot het Truy Tư-paleis te gebruiken voor de verering van koning Đồng Khánh en hernoemde het tot Ngưng Hy-paleis. De voorouderlijke gedenkplaat van Kiên Thái Vương werd overgebracht naar de Hân Vinh-tempel aan de oevers van de An Cựu-rivier. Het graf van koning Đồng Khánh werd ongeveer 100 meter ten zuidwesten van het paleis gebouwd, maar was zeer eenvoudig.

In augustus 1916 gaf koning Khai Dinh, zoon van koning Dong Khanh, opdracht tot de renovatie van het mausoleum met behulp van moderne materialen. In 1921 en 1923 werd het heiligdom verder gerestaureerd. De bouw van het Dong Khanh-mausoleum vond dus in verschillende fasen plaats over een periode van bijna 35 jaar (1889-1923). De complexiteit van de bouwgeschiedenis van het mausoleum heeft een duidelijke stempel gedrukt op de architectuur van dit complex.
Erfgoedmagazine






Reactie (0)