Illustratieve foto. (Bron: VNA)
De regering heeft op 19 augustus 2025 decreet nr. 230/2025/ND-CP uitgevaardigd, waarin andere gevallen van vrijstelling of vermindering van grondgebruiksvergoedingen en grondhuren zijn vastgelegd, zoals voorgeschreven in clausule 2, artikel 157 van de Grondwet van 2024.
Dit besluit bestaat uit 9 artikelen waarin de overige gevallen van vrijstelling of verlaging van grondgebruiksvergoedingen en grondpachten worden geregeld, zoals voorgeschreven in artikel 157, lid 2, van de Grondwet 2024 (met inbegrip van de inhoud van de grondpachtenverlaging in 2025).
Vrijstelling en verlaging van grondgebruiksvergoedingen
Wat betreft de vrijstelling en vermindering van grondgebruiksvergoedingen, bepaalt Besluit nr. 230/2025/ND-CP vrijstelling van grondgebruiksvergoedingen voor grondoppervlakken die binnen de grondtoewijzingslimiet zijn toegewezen in de volgende gevallen:
Wijs hervestigingsgrond of grond toe aan huishoudens en personen in woonclusters en -lijnen in overstromingsgevoelige gebieden, overeenkomstig het besluit van de premier over het aanpassen en aanvullen van de onderwerpen en leningmechanismen voor woningbouw in het kader van het programma voor de bouw van woonclusters en -lijnen en huisvesting in gebieden in de Mekongdelta die regelmatig worden overstroomd.
Wijs woongebieden toe aan gezinnen die vissen en mensen die langs rivieren en lagunes wonen, zodat zij kunnen verhuizen naar hervestigingsgebieden en -punten volgens de door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde planning, plannen en projecten.
Het besluit bepaalt een korting van 30% op de jaarlijkse grondgebruikskosten voor gevallen waarin grond voor nationale defensie wordt gebruikt in combinatie met productie- en economische bouwactiviteiten, zoals voorgeschreven in clausule 2, artikel 201 van de Grondwet van 2024, Besluit nr. 102/2024/ND-CP van 30 juli 2024 van de regering, waarin de implementatie van een aantal artikelen van de Grondwet wordt uiteengezet.
De Minister van Defensie is verantwoordelijk voor het aanwijzen van bevoegde instanties om de verlaagde grondgebruiksvergoeding te berekenen en deze vast te leggen in de financiële verplichtingskennisgeving van het Ministerie van Defensie die wordt verzonden naar eenheden en staatsbedrijven die onder het beheer van het Ministerie van Defensie vallen; het aanwijzen van bevoegde instanties om de inning en betaling van jaarlijkse grondgebruiksvergoedingen te begeleiden in overeenstemming met de bepalingen van Besluit 102/2024/ND-CP en dit besluit met eenheden en staatsbedrijven die onder het beheer van het Ministerie van Defensie vallen.
Indien de bevoegde autoriteit bij inspectie vaststelt dat de betrokkene die grond voor nationale defensie gebruikt in combinatie met arbeidsproductie en economische bouwactiviteiten, de grond niet gebruikt overeenkomstig het door de bevoegde autoriteit goedgekeurde bestemmingsplan, moet zij de jaarlijkse grondgebruiksvergoeding, die overeenkomstig de regelgeving is verlaagd, terugbetalen.
Vrijstelling en verlaging van grondgebruiksvergoedingen in noodzakelijke gevallen om sociaal-economisch beleid uit te voeren, de macro-economie te stabiliseren, de productie en bedrijfsontwikkeling te ondersteunen, de sociale zekerheid te waarborgen en problemen op te lossen die zich voordoen in de jaarlijkse sociaal-economische beheerspraktijken, worden als volgt geïmplementeerd: op basis van de taken en oplossingen in het sociaal-economische ontwikkelingsplan dat is uitgegeven door de bevoegde autoriteiten of de taken die zijn toegewezen door de bevoegde autoriteiten, zal het ministerie van Financiën aan de regering voorschriften voorleggen inzake vrijstelling en verlaging van grondgebruiksvergoedingen voor 1 jaar overeenkomstig de bepalingen van deze clausule.
30% korting op de grondhuur in 2025 voor gevallen van jaarlijkse grondhuurbetaling
Wat betreft de verlaging van de grondhuur die in 2025 verschuldigd is, bepaalt het besluit een verlaging van 30% van de grondhuur die in 2025 verschuldigd is voor grondgebruikers zoals voorgeschreven in artikel 4 van de Grondwet van 2024, die grond van de staat verpacht krijgen in de vorm van een jaarlijkse grondhuurbetaling (inclusief gevallen met en zonder wettelijke documenten op het land, maar die grond gebruiken en in 2025 grondhuur moeten betalen zoals voorgeschreven en gevallen waarin grondgebruikers grond gebruiken, maar geen kadastrale registraties hebben voltooid zoals voorgeschreven in de wet op het land).
Deze bepaling is van toepassing op zowel gevallen waarin grondgebruikers geen recht hebben op vrijstelling of vermindering van de grondhuur of waarin de vrijstellings- of verminderingsperiode is verstreken, als gevallen waarin grondgebruikers vermindering van de grondhuur ontvangen overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de Grond en andere relevante wetten.
De korting op de grondhuur voor 2025 wordt berekend op basis van de verschuldigde grondhuur voor 2025 volgens de kennisgeving van grondhuurincasso (indien van toepassing) of wordt berekend volgens de bepalingen van de wet op grondhuur indien er geen kennisgeving van grondhuurincasso is. De korting wordt niet toegepast op de openstaande grondhuur van jaren vóór 2025 en eventuele boetes voor te late betaling.
Indien de grondgebruiker een vermindering van de huurprijs ontvangt conform de regelgeving en/of inhoudingen voor compensatie en ontruiming van het terrein conform de wettelijke regelgeving inzake de huurprijs, wordt de vermindering van de huurprijs berekend op het bedrag van de verschuldigde huurprijs (indien van toepassing) na vermindering en/of aftrek conform de wettelijke regelgeving (met uitzondering van het verlaagde huurbedrag van 2024 conform de regelgeving in Besluit nr. 87/2025/ND-CP van 11 april 2025 van de regering betreffende de vermindering van de huurprijs in 2024).
Binnen 30 dagen na de datum van het besluit om de grondhuur in 2025 te verlagen conform de regelgeving, moet de investeerder die grond van de staat verpacht en jaarlijks grondhuur betaalt om te investeren in de bouw en exploitatie van infrastructuur van industrieterreinen, industriële clusters en exportverwerkingszones (investeerder) de verlaagde grondhuur toewijzen over het grondoppervlak dat door de investeerder is onderverpacht conform de regelgeving in Clausule 6, Artikel 202 van de Grondwet van 2024 (gelijkelijk toewijzen op basis van de verhouding van het grondoppervlak dat is onderverpacht tot het aantal onderverpachte personen conform de regelgeving in Clausule 6, Artikel 202 van de Grondwet van 2024). De investeerder hoeft de verlaagde grondhuur over het grondoppervlak dat niet is onderverpacht, niet toe te wijzen.
Procedures voor grondhuurverlaging in 2025
Grondgebruikers moeten 1 Verzoek om huurverlaging indienen zoals voorgeschreven (op een van de volgende manieren: rechtstreeks verzenden, verzenden per post, elektronisch verzenden, verzenden via het Online Portaal voor Publieke Diensten of verzenden via andere formulieren zoals voorgeschreven door de Wet op het belastingbeheer) bij de belastingdienst of andere instanties zoals voorgeschreven door de Wet op het grondbezit en de Wet op het belastingbeheer vanaf de inwerkingtredingsdatum van dit besluit tot en met 30 november 2025.
De in dit besluit voorgeschreven korting op de grondhuurprijs voor 2025 wordt niet toegepast op gevallen waarin grondgebruikers na 30 november 2025 een aanvraag indienen.
Op basis van het verzoek om verlaging van de huurprijs dat door de grondgebruiker is ingediend zoals voorgeschreven en de kennisgeving van betaling van de huurprijs voor 2025 van de grondgebruiker (indien van toepassing), bepaalt de bevoegde autoriteit of persoon uiterlijk 30 dagen na de datum van ontvangst van het verzoek om verlaging van de huurprijs zoals voorgeschreven, het bedrag aan huurprijs dat moet worden verlaagd en neemt een besluit over de huurprijsverlaging zoals voorgeschreven in de wet op grondgebruiksvergoedingen, grondhuur en de wet op belastingbeheer.
Indien een bevoegde autoriteit of persoon heeft besloten dat de grondgebruiker de huur verlaagt conform de regelgeving, maar de bevoegde autoriteit na inspectie, onderzoek of audit ontdekt dat de grondgebruiker niet in aanmerking komt voor huurverlaging conform de regelgeving, dan moet de grondgebruiker de verlaagde huurprijs en de boetes voor te late betaling, berekend over het verlaagde bedrag, terugbetalen aan de staatsbegroting, overeenkomstig de regelgeving van de wet op de belastingadministratie.
De periode voor het berekenen van de boete voor te late betaling begint op het moment dat de huurprijs is verlaagd tot het moment dat de bevoegde overheidsinstantie besluit de verlaagde huurprijs te innen.
Indien de grondgebruiker de grondhuur voor 2025 heeft betaald, maar nadat de bevoegde autoriteit of persoon heeft besloten de grondhuur te verlagen, nog steeds een teveel aan grondhuur bestaat, wordt het teveel betaalde bedrag afgetrokken van de grondhuur van de volgende periode of het daaropvolgende jaar, overeenkomstig de bepalingen van de wet op het belastingbeheer en andere relevante wetten. Indien er geen verdere periode is om de grondhuur te betalen, wordt het teveel betaalde bedrag verrekend of terugbetaald, overeenkomstig de bepalingen van de wet op het belastingbeheer en andere relevante wetten.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 19 augustus 2025.
Indien de in dit besluit bedoelde rechtsdocumenten worden gewijzigd, aangevuld of vervangen, zijn de overeenkomstige bepalingen van die gewijzigde, aangevulde of vervangen documenten van toepassing.
Schaf tegelijkertijd de regelgeving af inzake de voorkeursvrijstelling en verlaging van de grondhuur voor productie- en bedrijfsinrichtingen die mensen met een beperking in dienst hebben, zoals voorgeschreven in punt d, clausule 1, artikel 9 van decreet nr. 28/2012/ND-CP./.
Bron: https://baolangson.vn/cac-truong-hop-nao-duoc-mien-giam-tien-su-dung-dat-tien-thue-dat-5056616.html
Reactie (0)