Wat is een rechthoek?
Volgens les 13 van wiskunde 8 (deel 1) uit de leerboekenserie "Kennis verbinden met het leven" van Vietnam Education Publishing House, is de definitie van een rechthoek een vierhoek met 4 rechte hoeken.
De eigenschappen van een rechthoek zijn dat deze 2 evenwijdige tegenoverliggende zijden heeft, 2 gelijke tegenoverliggende zijden, 2 gelijke tegenoverliggende hoeken, 2 gelijke diagonalen en dat elke diagonale lijn elkaar in het midden snijdt.

Formule voor het berekenen van de oppervlakte van een rechthoek
In les 52 van wiskundeboek 3 (deel 2) van de leerboekenserie "Kennis verbinden met het leven" van Vietnam Education Publishing House, is de formule voor het berekenen van de oppervlakte van een rechthoek lengte vermenigvuldigd met breedte (zelfde meeteenheid).
| S = axb |
Daarin:
S: Oppervlakte van de rechthoek
a: Lengte van de rechthoek
b: Breedte van de rechthoek
Bijvoorbeeld: Een rechthoekige houten plank heeft een breedte van 5 cm en een lengte van 15 cm. Bereken de oppervlakte van die houten plank.
Antwoord: De oppervlakte van de houten plank is: S = 5 x 15 = 75 ( cm² )
Formule voor het berekenen van de oppervlakte van een rechthoek wanneer één zijde en de diagonaal bekend zijn.
Om de oppervlakte van een rechthoek te berekenen wanneer de diagonaal en één zijde bekend zijn, is het nodig om de stelling van Pythagoras te combineren met de standaardformule voor oppervlakte.
Stap 1: Pas de stelling van Pythagoras toe in een rechthoekige driehoek om de lengte van de overgebleven zijde te berekenen.
Stap 2: Pas de formule toe om de oppervlakte van een rechthoek te berekenen: S = axb
Bijvoorbeeld: Rechthoek ABCD heeft een lengte AD van 60 cm en een diagonaal AC van 100 cm. Bereken de oppervlakte van ABCD.
Antwoord:
Stap 1: Vind de resterende zijde van rechthoek ABCD met behulp van de stelling van Pythagoras in een rechthoekige driehoek.
Dus: AC² = AB² + AD² => AB² = AC² - AD² = 10000 - 3600 = 6400 => AB = 80 (cm)
Stap 2: Oppervlakte ABCD = AB x AD = 60 x 80 = 4800 ( cm² )
Formule voor het berekenen van de oppervlakte van een rechthoek als de omtrek bekend is.
Om de oppervlakte van een rechthoek te berekenen als de omtrek bekend is, moet je de formule voor de omtrek combineren met de basisformule voor de oppervlakte.
Stap 1: De formule voor het berekenen van de omtrek van een rechthoek is P = (a+b) x 2, waarbij P de omtrek is, a de lengte en b de breedte van de rechthoek. Hieruit volgt a = (P/2) - b of b = (P/2) - a
Stap 2: Nadat je a of b hebt gevonden, pas je de formule toe om de oppervlakte van een rechthoek te berekenen: S = axb
Aanwijzingen om een rechthoek te herkennen?
Volgens les 13 van wiskunde 8 (deel 1) uit de leerboekenserie "Kennis verbinden met het leven" van Vietnam Education Publishing House, zijn de kenmerken waaraan je een rechthoek kunt herkennen:
- Een vierhoek heeft 3 rechte hoeken (volgens de definitie)
- Een parallellogram heeft 1 rechte hoek
Een parallellogram heeft twee gelijke diagonalen.
Een gelijkbenig trapezium heeft één rechte hoek.
Is een rechthoek een parallellogram?
Volgens les 13 van wiskunde 8 (deel 1) uit de leerboekenserie "Kennis verbinden met het leven" van Vietnam Education Publishing House, heeft een rechthoek alle eigenschappen van een parallellogram. Daarom is een rechthoek een bijzonder parallellogram.
Is een rechthoek een gelijkbenig trapezium?
Les 13, Wiskunde 8 (deel 1) Leerboekenserie "Kennis verbinden met het leven" van Vietnam Education Publishing House: een rechthoek heeft alle eigenschappen van een gelijkbenig trapezium. Daarom is een rechthoek een speciale vorm van een gelijkbenig trapezium.
(Synthetisch)
Bron: https://vietnamnet.vn/cong-thuc-tinh-dien-tich-hinh-chu-nhat-2445253.html










Reactie (0)