Parlementslid Pham Thi Hong Yen van de delegatie van de provinciale assemblee van Binh Thuan sprak haar instemming uit met de noodzaak om verschillende artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Procedure, de Wet op de Bestuursrechtelijke Procedure, de Wet op de Jeugdrechtspraak, de Faillissementswet en de Wet op Bemiddeling en Dialoog in de Rechtspraak te wijzigen. Volgens haar is dit een stap die aansluit bij de eisen van de hervorming van het rechtssysteem in de nieuwe situatie en tevens bijdraagt aan de stroomlijning van het rechtssysteem in lijn met het partijbeleid van reorganisatie van de bestuurlijke eenheden.

Parlementslid Pham Thi Hong Yen wees echter ook op een aantal punten in het wetsontwerp die nader onderzoek behoeven. Met name ontbreken er momenteel duidelijke regels voor gevallen waarin een wetsontwerp niet door de regering, maar door het Hooggerechtshof wordt ingediend – zoals in dit geval – of het verplicht is om de mening van de regering te vragen of een rapport over de aanvaarding en toelichting van de feedback in te dienen. Dit is een juridische lacune die specifiek geregeld moet worden om striktheid en transparantie in het wetgevingsproces te waarborgen.
De afgevaardigden concentreerden zich met name op de analyse van artikel 4 van het wetsontwerp, dat artikel 8 van de Faillissementswet wijzigt en aanvult, waarin is bepaald dat de bevoegdheid om faillissementszaken af te handelen bij de regionale volksrechtbanken ligt. Volgens de afgevaardigden weerspiegelt deze bepaling niet volledig de rol van de volksrechtbanken op provinciaal niveau bij de behandeling van faillissementszaken van ondernemingen en coöperaties. Tegelijkertijd bepaalt het wetsontwerp betreffende de organisatie van de volksrechtbanken alleen dat het provinciale niveau een beroepsbevoegdheid heeft, maar geen gespecialiseerde faillissementsrechtbank. Deze inconsistentie zou kunnen leiden tot problemen bij de rechtshandhaving en de effectiviteit van de faillissementsafwikkeling – een belangrijk instrument om middelen vrij te maken in de economie – kunnen verminderen.
Op basis van de bovengenoemde tekortkomingen stelde afgevaardigde Pham Thi Hong Yen een alomvattende herziening en gelijktijdige aanpassing voor van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de jurisdictie van de provinciale volksrechtbanken, niet alleen in de faillissementswet, maar ook in de wet op de organisatie van de volksrechtbanken en aanverwante wetten. Dit heeft tot doel de consistentie van het rechtssysteem te waarborgen en in lijn te zijn met de geest van Resolutie nr. 68-NQ/TW van 4 mei 2025 van het Centraal Comité inzake justitiële hervorming, die vereist dat de faillissementsprocedure sneller en efficiënter verloopt en bijdraagt aan de sociaaleconomische ontwikkeling.
Daarnaast stelden de afgevaardigden voor om de wetgevingstechnieken verder te herzien, met name door de formulering "direct hogere Volksrechtbank" te vervangen door "Provinciale Volksrechtbank" in de betreffende bepalingen, om consistentie binnen het huidige rechtssysteem te waarborgen.
In een reactie op dit wetsontwerp stemde parlementslid Tran Hong Nguyen in met de noodzaak om de bevoegdheden van regionale rechtbanken in eerste aanleg te wijzigen en uit te breiden, met name in civiele en bestuursrechtelijke zaken. Hij uitte echter ook zijn bezorgdheid over het toekennen van bevoegdheid aan regionale rechtbanken in eerste aanleg voor de behandeling van bestuurszaken – een specialistisch en complex rechtsgebied – in het bijzonder klachten tegen bestuurlijke beslissingen en handelingen van provinciale volkscomités en hun voorzitters.

De afgevaardigden suggereerden dat het Hooggerechtshof alomvattende oplossingen moet implementeren met betrekking tot de organisatie, het team van rechters en de professionele opleiding om de kwaliteit van de rechtszaken te waarborgen en te voldoen aan de eisen bij de uitbreiding van zijn jurisdictie.
Bron: https://baobinhthuan.com.vn/ra-soat-dong-bo-tham-quyen-toa-an-cap-tinh-trong-giai-quyet-pha-san-130142.html






Reactie (0)