Volgens de nieuwe regelgeving moeten bedrijfsvoertuigen die kleuters en studenten vervoeren, aan de buitenkant donkergeel geverfd zijn en moeten de voorkant en de twee zijkanten van het voertuig boven de ramen voorzien zijn van verkeersborden.
Besluit 151/2024/ND-CP houdende een aantal artikelen en maatregelen ter uitvoering van de wet op de veiligheid en orde in het wegverkeer. De regering heeft onlangs regelgeving uitgevaardigd die bepaalt dat bedrijfsvoertuigen die kleuters en studenten vervoeren, aan de buitenkant donkergeel geverfd moeten zijn.
Tegelijkertijd moeten de voor- en zijkanten van het voertuig boven de ramen voorzien zijn van borden die aangeven dat het een voertuig is dat specifiek wordt gebruikt voor het vervoer van kleuters en studenten.
Uit veel onderzoeken en ontwikkelingsgeschiedenissen van schoolbussen in landen over de hele wereld blijkt dat donkergeel een sterke uitwerking heeft op de ogen van de kijker.
Voertuigen die worden gebruikt voor het vervoeren van kinderen en kleuters moeten voorzien zijn van borden die aangeven dat het gaat om voertuigen die kinderen en kleuters vervoeren. Deze borden moeten aan de voorkant en twee zijkanten van het voertuig, boven de ramen, worden geplaatst.
Bovenstaande regeling treedt in werking op 1 januari 2025.
Talrijke studies en ontwikkelingsgeschiedenissen van schoolbussen in landen over de hele wereld tonen aan dat donkergeel een sterke impact heeft op de ogen van de kijker, waardoor de zichtbaarheid van het voertuig wordt verbeterd, zelfs bij zware weersomstandigheden zoals mist, regen, dag en nacht. Dit is belangrijk om ongevallen met schoolbussen te helpen voorkomen. Dit wordt al lange tijd door veel landen toegepast.
De Wet op de verkeersorde en -veiligheid stelt duidelijk dat voertuigen die worden gebruikt voor het vervoeren van kleuters en studenten, uitgerust moeten zijn met apparatuur die beelden van kleuters en studenten vastlegt en met apparatuur met waarschuwingsfuncties om te voorkomen dat kinderen in het voertuig worden achtergelaten. Daarnaast mogen ze niet langer dan 20 jaar worden gebruikt en moeten ze een lakkleur hebben die voldoet aan de overheidsvoorschriften.
Voertuigen die kinderen in de voorschoolse fase of op de basisschool vervoeren, moeten beschikken over veiligheidsgordels die geschikt zijn voor hun leeftijd, of voertuigen gebruiken met leeftijdsgeschikte zitplaatsen, zoals wettelijk vereist.
Voertuigen die worden gebruikt voor vervoer in combinatie met het ophalen en afzetten van kleuters en studenten, moeten zijn uitgerust met apparatuur om beelden van kleuters en studenten op te nemen en met apparatuur met waarschuwingsfuncties om te voorkomen dat kinderen in het voertuig worden achtergelaten dat voldoet aan de eisen die zijn gespecificeerd in punt a, clausule 1 van dit artikel.
Bij het ophalen en afzetten van kleuters en basisschoolleerlingen dient er in elk voertuig minimaal één begeleider aanwezig te zijn die de kleuters en basisschoolleerlingen begeleidt, toezicht houdt, de orde handhaaft en de veiligheid van hen waarborgt gedurende de rit.
Indien een voertuig 29 of meer zitplaatsen heeft (exclusief de bestuurdersstoel) en 27 kleuters of basisschoolleerlingen of meer vervoert, dienen er minimaal 2 beheerders per voertuig aanwezig te zijn.
De beheerder en de chauffeur zijn verantwoordelijk voor het controleren van kleuters en basisschoolleerlingen bij het uitstappen. Kleuters en basisschoolleerlingen mogen niet in het voertuig achterblijven nadat de beheerder en de chauffeur het voertuig hebben verlaten.
Bestuurders van auto's die kleuters en studenten vervoeren, moeten minimaal 2 jaar ervaring hebben in het besturen van personenauto's.
Onderwijsinstellingen moeten procedures ontwikkelen om de veiligheid te waarborgen bij het vervoeren en ophalen van kleuters en studenten. Ze moeten instructies geven aan chauffeurs en managers van kleuters en studenten, zodat ze de procedures volledig begrijpen en correct uitvoeren. Bovendien moeten ze verantwoordelijk zijn voor het waarborgen van de orde en de veiligheid van het verkeer bij het vervoeren en ophalen van kleuters en studenten van die onderwijsinstelling.
Voertuigen die kleuters en studenten vervoeren, krijgen voorrang bij het organiseren van de verkeersstroom, het regelen van het verkeer en het aanleggen van stop- en parkeerplekken op schoolterreinen en op punten langs de route waar kleuters en studenten worden vervoerd.
Bron: https://www.baogiaothong.vn/tu-1-1-2025-ap-dung-nhieu-quy-dinh-moi-voi-o-to-kinh-doanh-cho-tre-em-mam-non-hoc-sinh-192241211184108028.htm
Reactie (0)