
Illustratieve afbeelding.
Het raamwerk voor de inhoud van AI -onderwijs voor studenten is dan ook ontwikkeld op basis van vier hoofdkennisgebieden, die overeenkomen met vier competentiedomeinen: mensgericht denken, AI-ethiek, AI-technieken en -toepassingen, en AI-systeemontwerp.
Het curriculumkader is ontworpen om aan te sluiten op twee onderwijsfasen: de basisfase (inclusief primair en lager secundair onderwijs) en de beroepsfase (hoger secundair onderwijs).
Op de basisschool maken leerlingen vooral kennis met eenvoudige, intuïtieve AI-toepassingen om basisbegrippen te vormen en de rol van AI in hun leven te leren kennen.
Op de middelbare school leren leerlingen hoe ze AI-tools kunnen gebruiken om digitale producten te maken en academische problemen op te lossen.
Op de middelbare school worden leerlingen aangemoedigd om via wetenschappelijke projecten eenvoudige AI-tools te onderzoeken, te ontwerpen en te verbeteren.
Naast de kernvakken kunnen studenten keuzevakken volgen om hun praktische vaardigheden te verbeteren, meer inzicht te krijgen in toepassingsgebieden van AI, of programmeertechnieken en de ontwikkeling van AI-systemen te leren.
Tijdens het lesgeven moeten docenten actieve lesmethoden toepassen, waarbij de nadruk ligt op ervaring, oefening en projecten, en deze worden gekoppeld aan problemen uit de praktijk. Sommige lesstof kan worden overgebracht door middel van discussie, debat en casestudies, zonder dat computers nodig zijn.
Wat betreft de beoordeling: bij onderwerpen die zich richten op AI-toepassingen, moet de nadruk liggen op het evalueren van het vermogen om kennis en vaardigheden toe te passen bij het creëren van nuttige applicaties. Bij onderwerpen die verband houden met AI-principes en -modellen, moet de nadruk liggen op het beoordelen van creatief, logisch en systematisch denken. Voor inhoudelijke gebieden zoals ethiek, data en recht, moet de beoordeling een combinatie zijn van probleemoplossend vermogen en het observeren van de houding, het gedrag en de verantwoordelijkheden van studenten in een digitale omgeving.
De uiteindelijke beoordeling van de AI-vaardigheden van elke student moet gebaseerd zijn op een synthese van doorlopende en periodieke beoordelingen, die hun vooruitgang en het vereiste prestatieniveau van het programma weerspiegelen.
Om nauwkeurigheid en objectiviteit te waarborgen, moeten docenten presentaties, debatten en tentoonstellingen van AI-producten organiseren; leerlingen aanmoedigen om met elkaar te discussiëren, te debatteren en elkaar te evalueren, waardoor kritisch denken, communicatie en samenwerkingsvaardigheden worden bevorderd.
Het proefkader voor kunstintelligentieonderwijs voor middelbare scholieren is opgesteld ter uitvoering van Resolutie nr. 57-NQ/TW van 22 december 2024 van het Politbureau betreffende doorbraken in nationale wetenschap, technologie, innovatie en digitale transformatie; Resolutie nr. 71-NQ/TW van 22 augustus 2025 van het Politbureau betreffende doorbraken in onderwijs en opleiding; Resolutie nr. 281/NQ-CP van 15 september 2025 van de regering waarin het actieprogramma van de regering ter uitvoering van Resolutie nr. 71-NQ/TW van 22 augustus 2025 is vastgesteld; en Circulaire nr. 02/2025/TT-BGDĐT van 24 januari 2025 van de minister van Onderwijs en Opleiding waarin het kader voor digitale competenties voor leerlingen is vastgelegd.
Volgens VNA
Bron: https://baothanhhoa.vn/bo-gd-dt-ban-hanh-khung-thi-diem-giao-duc-ai-cho-hoc-sinh-pho-thong-272068.htm






Reactie (0)