De discussie werd voorgezeten door de heer Nguyen Minh Vu, ambassadeur van Vietnam in Cambodja; met deelname van de heer Jay Anson, directeur van het Bureau voor Digitale Residentie en directeur Informatiebeveiliging van het Ministerie van Financiën van Palau, hoofd van de delegatie van Palau; de heer Bahram Heidari, directeur Internationale Justitiële Samenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Iran; mevrouw Yang Yuya, hoofd van de afdeling Verdragen en Wetten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van China; Dr. Robin Geiss, directeur van het Instituut voor Ontwapeningsonderzoek van de Verenigde Naties (UNIDIR).
|
De Vietnamese ambassadeur in Cambodja, Nguyen Minh Vu, benadrukte dat het Verdrag van Hanoi het eerste uitgebreide VN-verdrag over cybercriminaliteit is, dat tot stand is gekomen via een multilateraal, inclusief en open onderhandelingsproces. (Foto: Thanh Long) |
In zijn openingstoespraak bevestigde ambassadeur Nguyen Minh Vu dat de aanname van het Verdrag van Hanoi een mijlpaal is. Dit is het eerste alomvattende VN-verdrag over cybercriminaliteit, tot stand gekomen via een multilateraal, inclusief en open onderhandelingsproces. Het Verdrag bevestigt het recht van landen om cybercriminaliteit te definiëren volgens hun eigen rechtsstelsels, en bevordert tegelijkertijd grensoverschrijdende samenwerking.
"Het Verdrag is niet alleen een triomf van multilateralisme, maar ook een grondige test van hoe we soevereiniteit in het digitale tijdperk begrijpen. De discussie zal erop gericht zijn antwoorden te vinden op de vraag hoe het Verdrag van Hanoi zowel een schild kan zijn ter bescherming van soevereiniteit als een brug ter bevordering van internationale samenwerking", benadrukte de ambassadeur.
|
Jay Anson, directeur van het Office of Digital Residency en Chief Information Security Officer van het Ministerie van Financiën van Palau, zei dat het verdrag een stimulans is voor het land om meer te investeren in cyberveiligheid, experts op te leiden en de internationale samenwerking te versterken. (Foto: Jackie Chan) |
Tijdens het seminar deelden de sprekers hun perspectieven op de relatie tussen soevereiniteit en internationale samenwerking in de bepalingen van het Verdrag van Hanoi. Ook gingen ze in op benaderingen om dit Verdrag effectief ten uitvoer te leggen.
Volgens de heer Jay Anson, directeur van het Office of Digital Residency en Chief Information Security Officer van het Ministerie van Financiën van Palau, creëert het VN-Verdrag inzake cybercriminaliteit een gemeenschappelijk kader waarmee landen sneller en effectiever kunnen samenwerken bij het onderzoeken, delen van informatie en vervolgen van grensoverschrijdende misdaden.
De leider van de Palau-delegatie zei dat nationale soevereiniteit een belangrijk principe is, maar dat het zonder vertrouwen en samenwerking ook een belemmering kan worden. Voor Palau, een kleine eilandstaat, is capaciteitsopbouw een grote uitdaging vanwege het gebrek aan personele en financiële middelen, maar het Verdrag is een stimulans voor het land om meer te investeren in cybersecurity, experts op te leiden en de internationale samenwerking te versterken.
|
De heer Bahram Heidari, directeur van internationale justitiële samenwerking bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Iran, waardeerde de flexibiliteit die verschillende rechtsstelsels in staat stelt zich op passende wijze aan het Verdrag aan te passen. (Foto: Jackie Chan) |
Voor de heer Bahram Heidari, directeur Internationale Justitiële Samenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Iran, is het Verdrag van Hanoi een belangrijke mijlpaal en biedt het het eerste wereldwijde juridische kader voor cybercriminaliteit. De heer Heidari benadrukte het belang van artikel 5, dat respect voor soevereiniteit, niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden en territoriale integriteit voorschrijft – het wordt beschouwd als de "paraplu" die het hele document omvat.
Tegelijkertijd wijdt het Verdrag een heel hoofdstuk aan internationale samenwerking, via uitlevering, rechtsbijstand en de overbrenging van gevangenen, wat een delicate balans laat zien tussen het beschermen van soevereiniteit en het bevorderen van samenwerking. De diplomaat wees er ook op dat Iran het Verdrag steunt, ondanks enkele verschillen in de bepalingen met betrekking tot seksuele uitbuiting van kinderen en digitale content, maar waardeert de flexibiliteit die verschillende rechtssystemen in staat stelt zich hierop aan te passen.
|
Volgens mevrouw Yang Yuya, directeur van de afdeling Verdragen en Wetten van het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken, laat het Verdrag van Hanoi duidelijk het evenwicht zien tussen soevereiniteit en internationale samenwerking. (Foto: Jackie Chan) |
Mevrouw Yang Yuya, directeur van de afdeling Verdragen en Wetten van het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken, bevestigde dat er geen tegenstrijdigheid bestaat tussen soevereiniteit en internationale samenwerking, maar dat ze "harmonieus naast elkaar kunnen bestaan" – vergelijkbaar met de oosterse filosofie van "harmonie zonder meningsverschil". Volgens haar demonstreert het Verdrag van Hanoi dit evenwicht duidelijk: artikelen zoals de artikelen 5, 36 en 44 garanderen allemaal het zelfbeschikkingsrecht van staten, terwijl andere artikelen flexibele samenwerkingsmechanismen creëren, ook in noodsituaties.
Wat de implementatie betreft, overweegt China om de regelgeving te domesticeren, het strafrecht aan te passen, procedures voor elektronische bewijsbewaring in te voeren en 24/7 samenwerkingsmechanismen in te voeren om te voldoen aan het Verdrag. Dit is een langdurig maar noodzakelijk proces voor een effectieve implementatie.
|
Dr. Robin Geiss, directeur van het Instituut voor Ontwapeningsonderzoek van de Verenigde Naties (UNIDIR), benadrukte dat de doorslaggevende factor voor het succes van het Verdrag van Hanoi ligt in de implementatie en praktische toepassing ervan. (Foto: Jackie Chan) |
Dr. Robin Geiss, directeur van UNIDIR, is van zijn kant van mening dat de ondertekening slechts het begin is. De doorslaggevende factor voor het succes van het Verdrag ligt in de implementatie en de praktische uitvoering. De expert wees erop dat capaciteitsopbouw, het verbeteren van het vermogen om te reageren op en cyberaanvallen te voorkomen, een langetermijntaak is die technische ondersteuning, oefeningen en internationale samenwerking vereist. Daarom ondersteunt UNIDIR landen via programma's voor cybercapaciteitsopbouw, crisissimulatieoefeningen en het bevorderen van samenwerking op basis van het neutraliteitsbeginsel, passend bij elke nationale context.
Volgens Dr. “vindt verandering plaats met de snelheid van vertrouwen”: alleen als landen echt samenwerken, het mechanisme in de praktijk testen en transparant blijven, zal het Verdrag een levend instrument worden dat wereldwijd vertrouwen en veerkracht in het digitale tijdperk versterkt.
|
Afgevaardigden bij de discussie. (Foto: Jackie Chan) |
In zijn slotwoord benadrukte ambassadeur Nguyen Minh Vu dat de discussie van vandaag nogmaals bevestigde dat het VN-Verdrag tegen cybercriminaliteit niet alleen een juridisch document is, maar ook een basis voor vertrouwen, samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid tussen landen. Tijdens de discussie luisterde iedereen naar rijke en diepgaande discussies over hoe dit Verdrag zowel de nationale soevereiniteit kan beschermen als internationale samenwerking kan bevorderen in een steeds meer onderling verbonden digitale wereld. Dit is des te betekenisvoller in de context dat veel landen cyberveiligheid nu beschouwen als een focus van het nationale veiligheidsbeleid, digitale soevereiniteit beschouwen als een onlosmakelijk onderdeel van de nationale soevereiniteit en als een nieuwe verdedigingslinie in het digitale tijdperk.
Tegelijkertijd waren de sprekers het erover eens dat het Verdrag een evenwicht biedt tussen principes. Het bevestigt enerzijds de soevereiniteit van landen in cyberspace en biedt anderzijds een gemeenschappelijk kader voor maatregelen om cyberdreigingen aan te pakken die geen enkel land alleen kan oplossen.
"Nu we de implementatiefase van het Verdrag ingaan, is het belangrijk dat we het beginsel van soevereiniteit krachtig verdedigen en tegelijkertijd de geest van multilateralisme bevorderen. We moeten dit momentum vasthouden, zodat het Verdrag echt een levend kader kan worden dat bijdraagt aan het versterken van de wereldwijde weerbaarheid tegen cyberdreigingen en het bevorderen van rechtvaardigheid in het digitale tijdperk", aldus ambassadeur Nguyen Minh Vu.
Bron: https://baoquocte.vn/cong-uoc-ha-noi-la-chan-bao-ve-chu-quyen-cau-noi-thuc-day-hop-tac-quoc-te-332279.html












Reactie (0)