Het wetsontwerp wijzigt en vult met name de regelgeving aan over de jurisdictie van regionale volksrechtbanken, provinciale volksrechtbanken en het Hooggerechtshof, op basis van het organisatiemodel van volksrechtbanken met drie niveaus.
Wat betreft de bevoegdheden van de regionale Volksrechtbank, breidt het ontwerp de bevoegdheden van de regionale Volksrechtbank uit in die zin dat de regionale Volksrechtbank de bevoegdheid heeft om alle civiele en administratieve zaken in eerste aanleg te beslechten, faillissementen op te lossen en bemiddelings- en dialoogactiviteiten te organiseren en uit te voeren in overeenstemming met de bepalingen van de Wet op bemiddeling en dialoog bij de rechtbank.
Wat betreft de jurisdictie van de provinciale Volksrechtbank, heeft de provinciale Volksrechtbank de bevoegdheid om in burgerlijke en bestuursrechtelijke zaken in beroep te gaan, waarbij de vonnissen en beslissingen van de regionale Volksrechtbank nog geen rechtskracht hebben en waartegen beroep wordt aangetekend of geprotesteerd.
Daarnaast breidt het ontwerp de bevoegdheid uit om in beroep te gaan volgens de toezichthoudende en herzieningsprocedures van de opperrechter van het provinciaal volksgerechtshof en de hoofdofficier van justitie van het provinciaal volksparket; breidt het de bevoegdheid uit om in beroep te gaan volgens de toezichthoudende en herzieningsprocedures van het rechterscomité van het provinciaal volksgerechtshof met betrekking tot rechtsgeldige vonnissen en beslissingen van het regionale volksgerechtshof waartegen beroep wordt aangetekend volgens de toezichthoudende en herzieningsprocedures.

De provinciale volksrechtbanken zijn niet langer bevoegd om in eerste aanleg administratieve en civiele zaken te behandelen, faillissementen op te lossen of bemiddelings- en dialoogactiviteiten te organiseren.
Volgens het ontwerp zal de Raad van rechters van het Hooggerechtshof de rechtsgeldige uitspraken en beslissingen van de volksrechtbanken op provinciaal niveau waartegen beroep kan worden aangetekend, herzien en opnieuw onderzoeken.
In het evaluatierapport dat werd gepresenteerd door de voorzitter van de Commissie Recht en Justitie, Hoang Thanh Tung, werd gesteld dat de commissie het eens was met de noodzaak om een aantal artikelen van de vijf wetten te wijzigen en aan te vullen. De amendementen en aanvullingen richten zich op de regelgeving inzake de bevoegdheid van volksrechtbanken op alle niveaus bij het oplossen van civiele zaken, bestuurszaken en faillissementsregelingen. Daarnaast wordt de implementatie van bemiddeling en dialoog georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van de Wet op bemiddeling en dialoog bij de rechtbank. Daarnaast worden een aantal bepalingen van de Wet op het jeugdrecht gewijzigd en aangevuld om de namen van de rechtbanken en de bevoegdheden van de relevante instanties te verenigen na een herstructurering van het apparaat.

De commissie stemde er in principe mee in om de jurisdictie van de Volksrechtbanken en de Raad voor Justitie van het Hooggerechtshof te reguleren bij het berechten en oplossen van zaken, en bij het berechten van zaken en zaken met een definitief beroep en herziening. Concreet zal de Regionale Volksrechtbank jurisdictie van eerste aanleg hebben over alle civiele zaken, bestuurszaken en faillissementszaken. Deze regeling is een aanpassing om de jurisdictie van de Regionale Volksrechtbank te vergroten ten opzichte van de huidige Districtsvolksrechtbank.
Tegelijkertijd legt het wetsontwerp specifiek de jurisdictie vast van de economische rechtbank van de regionale volksrechtbank, de rechtbank voor intellectuele eigendom en de faillissementsrechtbank van een aantal regionale volksrechtbanken, zodat deze gespecialiseerde rechtbanken een basis voor uitvoering hebben.
Bron: https://www.sggp.org.vn/tang-tham-quyen-cua-toa-an-nhan-dan-khu-vuc-post794844.html
Reactie (0)