Volgens het Ministerie van Financiën is de belastingberekeningsmethode voor zakelijke huishoudens vergelijkbaar met die voor bedrijven die belasting betalen via de directe methode. Specifiek: belasting over de toegevoegde waarde (btw) = % x omzet; inkomstenbelasting (of vennootschapsbelasting voor bedrijven die geen kosten kunnen verantwoorden) = % x omzet.
Alle zakelijke huishoudens, ongeacht hun omvang, met inbegrip van zakelijke huishoudens met een omvang die gelijk is aan die van kleine en middelgrote ondernemingen (zoals zakelijke huishoudens in de landbouw , bosbouw, visserij, industrie, bouw met een omzet van meer dan 3 miljard of in de handel en dienstverlening met een omzet van meer dan 10 miljard), betalen inkomstenbelasting en btw volgens de directe methode over de omzet. Zij mogen het boekhoudstelsel niet invoeren (zakelijke huishoudens betalen een forfaitaire belasting) of een eenvoudig boekhoudstelsel invoeren, voeren een enkele boekhouding, hoeven geen boekhoudkundige rekeningen te openen en stellen geen financiële overzichten op.

Groep 1 : Particulieren en zakelijke huishoudens met een omzet van minder dan of gelijk aan 200 miljoen VND/jaar hoeven geen belasting te betalen, maar moeten nog steeds twee keer per jaar (begin/midden van het jaar en einde van het jaar) aangifte doen om te bepalen of ze belasting moeten betalen.
Zakelijke huishoudens worden daarom aangemoedigd om elektronische facturen met codes te gebruiken bij transacties met consumenten. De boekhouding is maximaal vereenvoudigd en wordt ondersteund door gratis software, maar vereist geen bankrekening openen of belastingberekeningsmethoden omzetten. Zakelijke huishoudens en particulieren die zakendoen via e-commerceplatforms, zullen, indien het platform een betaalfunctie heeft, namens hen btw en inkomstenbelasting inhouden, aangeven en betalen op basis van een percentage van de omzet. Indien de jaaromzet minder dan 200 miljoen VND bedraagt, krijgt het huishouden de teveel betaalde belasting terug. Indien het platform geen betaalfunctie heeft, moeten particulieren maandelijks of per kwartaal belasting aangeven en betalen.
Groep 2 : Bedrijven en particulieren met een omzet van meer dan 200 miljoen VND tot minder dan of gelijk aan 3 miljard VND/jaar moeten belasting betalen via de directe methode als percentage van de omzet. Zij kunnen zich vrijwillig registreren voor de aftrekmethode als zij daarvoor in aanmerking komen.
Dienovereenkomstig is te betalen btw = opbrengsten x tarief %; te betalen btw = uitvoer-btw - aftrekbare invoer-btw. Te betalen inkomstenbelasting = opbrengsten x tarief %.
Verschillende bedrijfssectoren hanteren verschillende percentages, als volgt:
| Veld | BTW-tarief | Persoonlijk inkomstenbelastingtarief |
| Commercieel gebied, verkoop van goederen | 1% | 0,5% |
| Grondstoffen vallen niet onder de dienstensector en de bouwsector. | 5% | 2% |
| Productie- en dienstensectoren die verband houden met goederen, transport, bouw met contractmaterialen | 3% | 1,5% |
| Dienstensector, productvervaardiging onderworpen aan BTW tegen een belastingtarief van 5% volgens de aftrekmethode en andere sectoren die niet in de bovenstaande groepen zijn opgenomen | 2% | 1% |
Deze groep zakelijke huishoudens declareert per kwartaal (4 keer per jaar) en rondt de aangifte af aan het einde van het jaar. Als de omzet meer dan 1 miljard VND bedraagt en er rechtstreeks aan consumenten wordt verkocht, is het verplicht om elektronische facturen te gebruiken die via kassa's worden gegenereerd. Zakelijke huishoudens moeten een aparte rekening openen voor zakelijke doeleinden en worden ondersteund met gratis boekhoudsoftware, juridisch advies en instructies over het gebruik van elektronische facturen.
Indien de omzet gedurende 2 opeenvolgende jaren meer dan 3 miljard VND bedraagt, gaat het bedrijf vanaf het daaropvolgende jaar over naar groep 3.
Bijvoorbeeld: een kleine supermarkt heeft een omzet van 600 miljoen VND per jaar. De belastingberekening is als volgt:
BTW: 600 miljoen VND x 1% = 6 miljoen VND
Persoonlijke inkomstenbelasting: 600 miljoen VND x 0,5% = 3 miljoen VND
De totale belasting die huishoudens in de levensmiddelensector in 2026 moeten betalen bedraagt dus 9 miljoen VND.
Groep 3: Bedrijven, huishoudens en particulieren met een omzet van meer dan 3 miljard VND/jaar.
Dit is de groep die de aftrekmethode toepast, vergelijkbaar met micro- en middelgrote ondernemingen. Hierbij betalen zakelijke huishoudens de verschuldigde btw = uitvoer-btw - aftrekbare invoer-btw.
Te betalen inkomstenbelasting = belastbaar inkomen x 17%, waarbij belastbaar inkomen = opbrengsten - redelijke uitgaven.
Bedrijven en individuele bedrijven moeten maandelijks of per kwartaal aangifte doen, afhankelijk van de omvang en de jaarlijkse afrekening. Ze moeten elektronische facturen met codes of elektronische facturen die via kassa's worden gegenereerd, gebruiken, aparte rekeningen openen en boekhoudsystemen implementeren die vergelijkbaar zijn met die van ondernemingen.
Bijvoorbeeld: een mechanische werkplaats heeft een omzet van VND 4 miljard per jaar, de redelijke kosten kunnen worden aangetoond op VND 3,2 miljard. De belastingberekening is als volgt:
BTW berekend via aftrekmethode: Stel dat de mechanische industrie een BTW-tarief van 10% hanteert.
Uitgaande btw: 4 miljard x 10% = 400 miljoen VND. Invoerbtw bijvoorbeeld 250 miljoen VND voor de inkoop van materialen. Te betalen btw = 400 - 250 = 150 miljoen VND.
Persoonlijke inkomstenbelasting: Berekening van de persoonlijke inkomstenbelasting = Inkomsten - Uitgaven = 4 miljard - 3,2 miljard = 800 miljoen VND. Het geschatte belastingtarief is 17%. Persoonlijke inkomstenbelasting: 800 miljoen x 17% = 136 miljoen VND.
De mechanische werkplaats moet dus 150 miljoen VND aan btw en 136 miljoen VND aan inkomstenbelasting betalen. De totale te betalen belasting in 2026 bedraagt 286 miljoen VND.

Bron: https://vietnamnet.vn/cach-tinh-thue-cho-ho-kinh-doanh-theo-phuong-phap-ke-khai-tu-nam-2026-2464235.html






Reactie (0)