.jpg)

Reageer op verzoeken om ontstane incidenten op te lossen
Het wetsontwerp inzake gespecialiseerde rechtbanken in het Internationaal Financieel Centrum werd gepresenteerd door opperrechter van het Hooggerechtshof Nguyen Van Quang. Het wetsontwerp beoogt de oprichting van een gespecialiseerde rechtbank in het Internationaal Financieel Centrum volgens een specifiek model van het systeem van de volksrechtbanken, dat verenigbaar is met internationale normen en praktijken, met als taak geschillen en vereisten met betrekking tot investeringen en zakendoen in het Internationaal Financieel Centrum te beslechten.
De gespecialiseerde rechtbank bij het Internationaal Financieel Centrum beschikt over een passende organisatiestructuur; flexibele, doeltreffende, transparante en betrouwbare procesvoering; en een team van professionele, internationaal gerenommeerde rechters dat kan voldoen aan de eisen voor het oplossen van de zich voordoende zaken.

Bovendien moeten we een superieur, eerlijk, effectief en efficiënt geschillenbeslechtingsmechanisme creëren in overeenstemming met de internationale praktijken om de legitieme rechten en belangen van investeerders en de belangen van de natie te beschermen, waardoor geschillen bij gespecialiseerde rechtbanken moeten worden beslecht.
Het wetsontwerp bestaat uit 5 hoofdstukken en 43 artikelen, waarin de volgende onderwerpen zijn vastgelegd: de taken en bevoegdheden, de organisatiestructuur, de jurisdictie, orde en procedures, de tenuitvoerlegging van vonnissen en beslissingen, de rechters, griffiers, vertegenwoordigers van partijen en de werking van de gespecialiseerde rechtbanken in het Internationaal Financieel Centrum.
Dit wetsontwerp is van toepassing op gespecialiseerde rechtbanken, leden van het Internationaal Financieel Centrum, investeerders, agentschappen, organisaties en personen die betrokken zijn bij de schikking van zaken die onder de jurisdictie van gespecialiseerde rechtbanken vallen.

Wat de jurisdictie betreft, heeft de Gespecialiseerde Rechtbank de bevoegdheid om zaken te beslechten die ontstaan tussen leden van het Internationaal Financieel Centrum onderling of tussen leden van het Internationaal Financieel Centrum en andere instanties, organisaties en personen die geen lid zijn van het Internationaal Financieel Centrum, met uitzondering van zaken die verband houden met publieke belangen en staatsbelangen: zaken met betrekking tot investeringen en zaken; verzoeken om erkenning en tenuitvoerlegging in Vietnam van vonnissen en beslissingen van buitenlandse rechtbanken, buitenlandse arbitrale uitspraken; verzoeken met betrekking tot arbitrage overeenkomstig de bepalingen van de wet inzake commerciële arbitrage...
Bij geschillen die verband houden met publieke belangen en staatsbelangen, zal, indien de investeerder een rechtszaak aanspant, deze worden beslecht door een bevoegde volksrechtbank overeenkomstig de bepalingen van het huidige Vietnamese procesrecht.
Er is geen voorziening voor de partijen om te kiezen voor de toepassing van ‘internationale verdragen waarvan Vietnam geen lid is’
Het evaluatierapport werd gepresenteerd door de voorzitter van de Commissie Recht en Justitie, Hoang Thanh Tung. De Commissie Recht en Justitie stemde in met de noodzaak om het wetsontwerp af te kondigen en stemde ermee in het wetsontwerp ter overweging en goedkeuring voor te leggen aan de Nationale Vergadering tijdens de tiende zitting, volgens de verkorte procedures.
Het wetsontwerp bevat een aantal elementen die verband houden met de constitutionele beginselen inzake de uitoefening van de rechterlijke macht. Deze elementen moeten flexibel worden begrepen en toegepast in overeenstemming met de specifieke vereisten van het Bijzondere Hof – een Hof dat deel uitmaakt van het volksrechtssysteem, maar een uniek organisatorisch en operationeel model hanteert dat aansluit bij de internationale praktijk. De commissie stemt daarom in met de relevante elementen van het wetsontwerp.

Wat betreft de toepassing van het materiële recht (artikel 5.2) oordeelde het Comité dat de kern van het common law en het internationale handelsrecht het beginsel van rechtskeuzevrijheid is. De keuze van partijen moet derhalve in beginsel absolute voorrang hebben en in alle toepassingsvolgordes voorop staan.
De scheiding in het wetsontwerp van de keuze van het Vietnamese recht en het algemene beginsel van de rechtskeuzeovereenkomst in punt a, clausule 2, artikel 5 heeft dit kernbeginsel gefragmenteerd, wat heeft geleid tot een gebrek aan logica bij het vaststellen van de conflictregels en tot verwarring bij internationale partijen in geschillen.
De Commissie Recht en Justitie beveelt daarom aan dat het Agentschap bovenstaande bepaling onderzoekt en herziet. Tegelijkertijd dient punt b, lid 2, artikel 5 te worden gewijzigd, zodat indien partijen geen overeenstemming bereiken over de keuze van het toepasselijke recht of het gekozen recht niet kan worden toegepast, het recht van het land dat het nauwst bij het geschil betrokken is, van toepassing is.

"Indien de nauwste band niet kan worden vastgesteld, zal de wet die investeringen en zakelijke activiteiten in internationale financiële centra reguleert, worden toegepast. Deze bepaling zorgt voor transparantie, duidelijkheid en is in overeenstemming met de algemeen aanvaarde collisieregel, in overeenstemming met de internationale praktijk", benadrukte de voorzitter van de Commissie Recht en Justitie.
Daarnaast wordt voorgesteld om niet te bepalen dat de partijen ervoor kiezen om "internationale verdragen waarvan Vietnam geen lid is" toe te passen, omdat internationale verdragen de rechten en plichten van het land creëren, wijzigen of beëindigen. De aanvaarding door Vietnam van verplichtingen onder internationale verdragen moet dan ook via strenge ondertekenings- en ratificatieprocedures verlopen.
Bron: https://daibieunhandan.vn/can-nhac-ky-quy-dinh-ve-ap-dung-phap-luat-noi-dung-10398245.html






Reactie (0)