Het Permanent Comité van de Nationale Vergadering behandelt het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet op de gerechtelijke dossiers.
Institutionaliseer de richtlijnen en het beleid van de partij en de staat inzake het werk met gerechtelijke dossiers
In het regeringsrapport over het wetsontwerp, gepresenteerd door luitenant-generaal Nguyen Van Long, plaatsvervangend minister van Openbare Veiligheid , staat dat de wet op de gerechtelijke documenten na 15 jaar uitvoering veel opmerkelijke resultaten heeft opgeleverd.
Naast de behaalde resultaten laat het implementatieproces echter ook zien dat sommige bepalingen van de Wet op de justitiële documenten nog steeds problemen en tekortkomingen in de rechtsgrondslag hebben die moeten worden aangepast en aangevuld. Zo heeft het model voor het beheer van de databank justitiële documenten op twee niveaus tekortkomingen, versnippering, gebrek aan concentratie en eenheid aan het licht gebracht, wat leidt tot verspilling van middelen. Ook wordt er nog steeds misbruik gemaakt van het recht om de afgifte van een certificaat justitiële documenten nr. 2 te vragen.
Daarom is de wet tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet op de gerechtelijke documenten opgesteld om de juridische corridor te perfectioneren, de institutionalisering van de richtlijnen en het beleid van de Partij en de Staat inzake het werk op het gebied van gerechtelijke documenten te bevorderen, wetenschappelijke en technologische verworvenheden in het beheer van de databank met gerechtelijke documenten effectief toe te passen op het opbouwen, beheren en centraal beheren van het systeem van de databank met gerechtelijke documenten, verbinding en synchronisatie met het nationale bevolkingsgegevenssysteem te creëren en de huidige fragmentatie te overwinnen. Daarnaast moet er een belangrijke basis worden gelegd voor de implementatie van de ontvangst van verzoeken en de uitgifte van volledige gerechtelijke documenten in de elektronische omgeving, moeten administratieve procedures worden hervormd, moeten er gunstige omstandigheden worden gecreëerd waaronder mensen altijd en overal diensten kunnen verlenen en moet er worden bijgedragen aan de effectieve implementatie van het beleid van innovatie en nationale digitale transformatie en internationale integratie.
Het doel van de wet is om het standpunt van onze partij en staat te institutionaliseren met betrekking tot voortdurende innovatie en stroomlijning van de organisatie van het politieke systeem, zodat het gestroomlijnd, effectief, efficiënt en doeltreffend kan functioneren; de bepalingen van de Grondwet van 2013 inzake mensenrechten en burgerrechten verder te specificeren en de consistentie en eenheid van het rechtssysteem te waarborgen. Voldoen aan de praktische vereisten van de ontwikkeling van e-overheid, digitale overheid, het opzetten van een gecentraliseerde en uniforme database met justitiële gegevens, en het bevorderen van hervormingen van administratieve procedures. Specifieke regelgeving opstellen, transparantie, overerving en haalbaarheid in de praktijk garanderen.
Met het bovengenoemde doel en standpunt blijven de reikwijdte van de regelgeving en de toepassingsgebieden van de Basiswet gelijk aan die van de Wet op de Gerechtelijke Documenten van 2009. Het wetsontwerp wijzigt en vult artikel 26/57 aan en schrapt artikel 2/57 van de Wet op de Gerechtelijke Documenten van 2009. Deze gewijzigde en aangevulde bepalingen beogen de consistentie en uniformiteit van het rechtssysteem te waarborgen, bestaande problemen en moeilijkheden in de huidige praktijk op te lossen en te voldoen aan de eisen van het staatsbeheer van gerechtelijke documenten, en in de nabije toekomst openbare diensten te verlenen voor de afgifte van gerechtelijke documenten van het Ministerie van Justitie aan het Ministerie van Openbare Veiligheid.
Het ontwerp van wetsdossier wordt zorgvuldig, serieus en volgens de regelgeving opgesteld.
Tijdens de voorlopige behandeling van het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet op de Rechtsdossiers, stemde de Commissie Recht en Justitie (UBPLTP) van de Nationale Assemblee in met de noodzaak om een aantal artikelen van de Wet op de Rechtsdossiers te wijzigen en aan te vullen, om de redenen die de regering in haar bijdrage aanvoerde. Het wetsontwerpdossier is zorgvuldig, serieus en in overeenstemming met de regelgeving door de regering behandeld en kan nu worden voorgelegd aan de Vaste Commissie van de Nationale Assemblee ter overweging en besluitvorming door de Nationale Assemblee volgens de verkorte procedures.
De vaste commissie van de Commissie voor justitiële dossiers was van mening dat de bepalingen van het wetsontwerp nauw aansluiten bij en specifiek aansluiten bij de eisen en richtlijnen van het Politbureau en het Secretariaat op het gebied van hervorming van administratieve procedures, bevordering van digitale transformatie, toepassing van wetenschap en technologie, innovatie in de bedrijfsvoering van agentschappen binnen het politieke systeem en verbetering van de kwaliteit van openbare diensten. De vaste commissie was van mening dat, gezien de reikwijdte van de door de regering voorgestelde wijzigingen, de naam van het wetsontwerp, Wet tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet op de justitiële dossiers, passend is.
Wat betreft het recht om informatie over strafregisters op te vragen (artikel 7), is het Permanent Comité van het Openbaar Ministerie van mening dat alle sociaal-politieke organisaties momenteel onder het Vietnamese Vaderlandfront vallen. Blijvende bepaling dat sociaal-politieke organisaties verplicht zijn om informatie over strafregisters te verstrekken, past dan ook niet echt bij het huidige organisatiemodel van het Vietnamese Vaderlandfront en de massaorganisaties. Alleen de instanties van de Vietnamese Vaderlandfrontcomités op alle niveaus zouden dit mogen doen. Daarom wordt aanbevolen om de regelgeving inzake instanties die het recht hebben om bevoegde instanties om informatie over strafregisters te verzoeken, in het wetsontwerp te blijven herzien en aanpassen om te waarborgen dat deze voldoet aan de aard, taken en praktische vereisten.
Wat betreft het uittreksel uit het strafregister (artikel 41) stelt de Permanente Commissie van het Volksparket voor om het wetsontwerp te bestuderen en aan te vullen met beginselen voor gevallen waarin een uittreksel uit het strafregister vereist is, om het misbruik van het verzoek om afgifte van een uittreksel uit het strafregister nr. 1 en een uittreksel uit het strafregister nr. 2 tegen te gaan. Tegelijkertijd willen we de bepalingen over het doel van het beheer van strafregisters in clausule 4, artikel 3 van het wetsontwerp blijven overwegen en herzien, zodat deze aansluiten bij de praktische situatie en het beleid om administratieve procedures te verminderen en te vereenvoudigen.
De Permanente Commissie van het Openbaar Ministerie is tevens van mening dat de regelgeving inzake de afgifte van een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) nr. 2 aan personen gehandhaafd moet blijven, zodat zij de inhoud van hun strafblad kunnen kennen. Om misbruik van het verzoek om afgifte van een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) nr. 2 te beperken, wordt echter aanbevolen om een regelgeving aan het wetsontwerp toe te voegen die instanties, organisaties en eenheden strikt verbiedt om personen te verzoeken een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) nr. 2 te overleggen tijdens reguliere administratieve procedures of in burgerlijke en arbeidszaken.
Wat betreft de volgorde, procedures en termijn voor het uitgeven van strafregisters (artikelen 45, 46 en 47), stelde de Vaste Commissie van het Volksparket voor om de bevoegdheden van het agentschap dat strafregisters opstelt, het agentschap dat verzoeken om strafregisters ontvangt en het agentschap dat strafregisters uitgeeft, in het wetsontwerp te blijven beoordelen. Dit om coördinatie en consistentie in de volgorde en procedures te waarborgen, in overeenstemming met de aard en de digitale transformatiecapaciteit van het systeem. Dit moet de tijd voor het verwerken van registers en de vereisten voor strafregisters verkorten en administratieve procedures verder vereenvoudigen.
Wat de uitvoeringsbepalingen betreft, hebben de regeringsinzending en het wetsontwerp geen specifiek tijdstip aangegeven waarop de wet in werking treedt. De Vaste Commissie voor de Wet op het Gerechtelijk Gedrag stelt voor dat het wetsontwerp in werking treedt op 1 maart 2026, zodat de relevante instanties de tijd hebben om gedetailleerde regelgeving, implementatie-instructies en andere noodzakelijke taken te bestuderen en uit te voeren om ervoor te zorgen dat de bepalingen van de wet snel in de praktijk worden gebracht.
Tijdens de vergadering stemde de meerderheid van de vaste commissie van de Nationale Vergadering in met de afkondiging van het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet op de justitiële documenten. De commissie stelde dat de basisinhoud in overeenstemming is met de praktische vereisten en voldoet aan de eisen voor innovatie in het organisatieapparaat en innovatie in managementmethoden.
Nadat hij de meningen van de leden van het Permanente Comité van de Nationale Vergadering had gehoord, concludeerde de vicevoorzitter van de Nationale Vergadering, Nguyen Khac Dinh, over deze inhoud dat het Permanente Comité van de Nationale Vergadering de inspanningen en de urgentie van de opstel- en beoordelingsinstantie erkende; het wetsontwerpdossier waarborgt dat alle voorwaarden ter beoordeling en goedkeuring aan de Nationale Vergadering kunnen worden voorgelegd tijdens de 10e zitting, volgens de verkorte procedures.
De vicevoorzitter van de Nationale Vergadering verzocht de regering om het wetsontwerp met spoed te voltooien en daarbij aandacht te besteden aan de voortdurende toetsing en waarborging van de consistentie van deze wet met de relevante wetgeving en het beleid van de partij inzake de reorganisatie van het politieke apparaat. Tegelijkertijd moest worden voldaan aan de eisen van internationale integratie en moesten gunstige voorwaarden worden gecreëerd voor het sluiten van transacties met het buitenland.
De Commissie Recht en Justitie werkt nauw samen met de opstellers van het wetsvoorstel om het dossier compleet te maken en een officiële beoordeling van het wetsontwerp uit te voeren en hierover verslag uit te brengen aan de Nationale Assemblee, zoals voorgeschreven.
Nguyen Hoang
Bron: https://baochinhphu.vn/hoan-thien-hanh-lang-phap-ly-doi-voi-hoat-dong-ly-lich-tu-phap-102250905100904798.htm
Reactie (0)