Toeristen die het bergachtige Quan Ba bezoeken, zullen de eenvoudige Red Dao ontmoeten op de kleurrijke en levendige markten, op de terrasvormige velden of onder de eeuwenoude yin-yang dakpannen. Ze lijken tevreden te zijn met hun eenvoudige leven, hard werkend en "langzaam levend" in de vredige bergen en bossen. De Red Dao wonen in veel regio's, maar hun gemeenschapsactiviteiten beperken zich nog steeds tot een bepaald geografisch gebied.
Ze onderhouden hun communicatie in de Dao-taal en zijn zich er altijd van bewust die taal door te geven aan de volgende generaties. Bij een huwelijk kiezen de Dao ook graag een familie uit de gemeenschap om de taal en gebruiken te behouden. Het dagelijkse werk van de Rode Dao bestaat voornamelijk uit slash-and-burn landbouw om rijst en maïs te verbouwen, vee te houden, zilveren sieraden te maken, stoffen te weven, te borduren, medicinale planten en katoen te kweken, landbouwwerktuigen te maken en wierook te maken... De Rode Dao en andere etnische groepen in de omgeving nemen vaak deel aan de markten van Trang Kim en Quan Ba om cultuur uit te wisselen, te kopen en te verkopen.
Op marktdagen dragen de Rode Dao landbouwproducten op hun rug en leiden soms zelfs hun vee. Ze dragen kleurrijke brokaatkostuums. De rokken van de vrouwen wapperen op het ritme van hun voetstappen, wat er zeer aantrekkelijk uitziet.
De Red Dao hebben altijd een sterke traditionele identiteit behouden door middel van hun traditionele kostuums. Moeders en grootmoeders leren hun kinderen en kleindochters al op jonge leeftijd weef- en borduurtechnieken, zodat elke Red Dao-vrouw prachtige kostuums voor zichzelf en haar familie kan naaien.
De kleding van Dao-mannen is vrij eenvoudig en donker van kleur. Als het koud is, dragen ze vaak baretten en kleurrijke sjaals om hun nek. De kostuums van Red Dao-vrouwen zijn daarentegen zeer uitgebreid. Ze besteden veel aandacht aan de accenten en uitgebreide versieringen op de naden van shirts, broekzomen, beide zijden van de mouwen, de borst van het shirt en de riem. Het borduurwerk bestaat voornamelijk uit patronen van planten, bloemen en bladeren. Vrouwen dragen vaak zwarte kleding aan de binnenkant, met uitgebreide lagen decoratie, waaronder lange stroken stof rond de rok geborduurd met kleurrijke motieven. Naast de geborduurde patronen op de borst, bevestigen ze ook kleurrijke kralen aan de taille.
De Red Dao zijn dol op zilveren sieraden, dus dragen ze bij belangrijke gelegenheden vaak veel zilver rond hun nek en middel. Wat betreft hoofddeksels dragen Red Dao-vrouwen hier vaak een ronde, zwarte kroon met een brokaten sjaal met twee uiteinden die recht omhoog wijzen. Op de rug dragen ze een roze sjaal met franjes of een mix van andere kleuren, wat een harmonieus en sierlijk geheel accentueert.
Erfgoed Magazine
Reactie (0)