De standaard sociale uitkering bedraagt 360.000 VND/maand.
Besluit nr. 20/2021/ND-CP van de regering tot regeling van het beleid inzake sociale bijstand voor begunstigden van sociale bescherming, dat van kracht is vanaf 1 juli 2021, bepaalt 8 groepen begunstigden van sociale bescherming die maandelijkse sociale uitkeringen ontvangen.
Waarbij mensen van 80 jaar en ouder geen pensioen, maandelijkse sociale verzekeringsuitkeringen of maandelijkse sociale uitkeringen hebben.
Het standaardniveau van de sociale bijstand bedraagt 360.000 VND per maand. Afhankelijk van het begrotingssaldo, de stijging van de consumentenprijzen en de levensomstandigheden van de socialezekerheidsgerechtigden, zullen de bevoegde autoriteiten het standaardniveau van de sociale bijstand dienovereenkomstig beoordelen en aanpassen, waarbij de beleidscorrelatie met andere begunstigden wordt gewaarborgd.
De maandelijkse sociale uitkering is vastgesteld met een coëfficiënt van 1,5 voor ouderen in arme huishoudens, zonder dat iemand de verplichting en het recht heeft om hen te ondersteunen, of iemand heeft die de verplichting en het recht heeft om hen te ondersteunen, maar die wel een maandelijkse sociale uitkering ontvangt, van 60 tot 80 jaar; wat overeenkomt met een sociale uitkering van 540.000 VND/maand.
Coëfficiënt 2,0 voor ouderen in arme huishoudens, zonder dat iemand de verplichting en het recht heeft om hen te ondersteunen, of iemand heeft die de verplichting en het recht heeft om hen te ondersteunen maar die wel een maandelijkse sociale uitkering ontvangt, en die 80 jaar of ouder is; wat overeenkomt met een sociale uitkering van 720.000 VND/maand.
Coëfficiënt 1,0 voor ouderen van 75 tot 80 jaar, die behoren tot arme huishoudens, bijna-arme huishoudens die leven in gemeenten en dorpen van etnische minderheden en berggebieden met speciale moeilijkheden; en mensen van 80 jaar en ouder zonder pensioen, maandelijkse sociale verzekeringsuitkering, maandelijkse sociale uitkering; overeenkomend met een sociale uitkering van 360.000 VND/maand.
Coëfficiënt 3,0 voor ouderen in arme huishoudens, zonder iemand die de plicht en het recht heeft om hen te ondersteunen, zonder leefomstandigheden in de gemeenschap, die in aanmerking komen voor opname in sociale voorzieningen, maar wel iemand hebben die hen opvoedt en verzorgt in de gemeenschap; wat overeenkomt met een sociale uitkering van 1,08 miljoen VND/maand.
Voorstel tot wijziging om het subsidieniveau te verhogen en het aantal begunstigden uit te breiden
Het Ministerie van Arbeid, Oorlogsinvaliden en Sociale Zaken heeft een decreet opgesteld tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van decreet nr. 20/2021/ND-CP van 15 maart 2021 van de regering betreffende het regelen van sociale bijstandsbeleid voor begunstigden van sociale bescherming.
In het ontwerpbesluit stelde het ministerie voor dat het standaardniveau voor sociale bijstand vanaf 1 juli 2024 VND 500.000 per maand bedraagt.
Bovendien moeten de bevoegde autoriteiten, afhankelijk van het begrotingssaldo, de snelheid waarmee de consumentenprijzen stijgen en de levensomstandigheden van de begunstigden van sociale bescherming, de bijstandsnorm beoordelen en aanpassen. Daarbij wordt gezorgd voor beleidscorrelatie met andere begunstigden.
Afhankelijk van de plaatselijke sociaal -economische omstandigheden legt het Volkscomité van de provincie of de centraal bestuurde stad een besluit voor aan de Volksraad van hetzelfde niveau over de volgende gevallen:
Het bijstandsniveau en het bijstandsniveau dat in de gemeente worden toegepast, liggen hoger dan het bijstandsniveau en het bijstandsniveau die in dit besluit zijn voorgeschreven.
Wat betreft de begunstigden van sociale bescherming die maandelijkse sociale uitkeringen ontvangen, heeft het Ministerie van Arbeid, Oorlogsinvaliden en Sociale Zaken voorgesteld om kinderen toe te voegen waarvan de ouders niet langer voor hen kunnen zorgen; kinderen die leven in gezinnen met beide ouders die meerderjarig zijn; kinderen waarvan de ouders beperkte ouderlijke rechten hebben of tijdelijk gescheiden zijn van hun vader of moeder overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
Voor ouderen die maandelijkse sociale bijstand ontvangen, stelt het ministerie een wijziging voor in die zin dat ouderen deel uitmaken van arme huishoudens, niemand hebben die de plicht en het recht heeft om hen te ondersteunen, of iemand hebben die de plicht en het recht heeft om hen te ondersteunen, maar deze persoon ontvangt maandelijkse sociale uitkering, voldoet niet aan de verplichting om hen te ondersteunen of heeft niet de voorwaarden om hen te ondersteunen.
Bovendien behoren ouderen van 75 tot 80 jaar tot arme en bijna-arme huishoudens.
Zo zullen er bij de goedkeuring van het ontwerpbesluit wijzigingen in de hoogte van de sociale uitkeringen voor de doelgroepen plaatsvinden en zal het aantal uitkeringsgerechtigden worden uitgebreid.
Bron






Reactie (0)