Volgens het ontwerpbesluit worden de royalty's voor cinematografische werken als volgt betaald: (1) Volgens de economische en technische normen in de filmsector; (2) Volgens de tabel met vergoedingen die van toepassing zijn op een aantal specifieke creatieve posities, op basis van het genre en de kwaliteit van de film (artikel 4 van het ontwerpbesluit). Bijvoorbeeld: voor speelfilms ontvangen scenarioschrijvers 2,25 - 2,75% en regisseurs 2,5 - 3,00% van de productiekosten van de film.

Royalty’s die worden betaald voor de exploitatie en het gebruik van cinematografische werken waarvan de Staat volgens een schriftelijke overeenkomst de vertegenwoordigende eigenaar is.
Het Ministerie van Cultuur, Sport en Toerisme stelde dat cinematografische werken worden gekenmerkt door collectieve creatieve producten, waaraan diverse creatieve elementen en mensen deelnemen die gerelateerde taken uitvoeren. Daarom moet de bepaling van de deelnemende elementen en de specifieke bedragen worden aangepast aan de economische en technische normen in de filmsector, die nauw verbonden zijn met het productieproces en de budgettering, beoordeling en afwikkeling van professionele eenheden, in overeenstemming met het huidige mechanisme voor het toewijzen van taken, het bestellen van en het aanbesteden van de levering van publieke carrièreproducten en -diensten met behulp van de staatsbegroting.
Tegelijkertijd handhaaft het ontwerpbesluit de regels inzake de uitbetalingstabellen die van toepassing zijn op een aantal specifieke creatieve titels voor speelfilms, documentaires, wetenschappelijke films en animatiefilms, waarbij de uitbetaling gebaseerd is op het genre en de kwaliteit van het werk.
Dienovereenkomstig is er een aanpassing in de berekeningsgrondslag, van "productiekosten" naar "filmproductiekosten", in overeenstemming met de wettelijke regelgeving inzake prijzen, en tegelijkertijd is het royaltytarief voor een aantal titels voor documentaire en wetenschappelijke films aangepast op basis van de huidige praktijk van de staatsfilmproductie. Concreet wordt voorgesteld dat filmredacteuren 0,86 - 1,40% van de filmproductiekosten betalen (een stijging ten opzichte van de 0,43 - 0,80% zoals voorgeschreven in Decreet nr. 21/2015/ND-CP); artiesten worden verlaagd van de huidige 1,00 - 1,50% naar 0,57 - 0,90% van de filmproductiekosten). Deze aanpassing van het royaltytarief zorgt er echter voor dat het totale tarief niet stijgt ten opzichte van de huidige regelgeving in Decreet nr. 21/2015/ND-CP.
Volgens het wetsvoorstel ontvangt de scenarioschrijver die de bewerking uitvoert van literaire, theater- en soortgelijke werken tot een filmscript 70% van de auteursrechtvergoeding die geldt voor een scenarioschrijver van een werk van hetzelfde genre. Het resterende deel wordt betaald aan de auteur of rechthebbende op het auteursrecht van het werk dat is gebruikt om het bewerkte werk te maken.
Auteurs van cinematografische werken over kinderen en etnische minderheden hebben recht op extra royalty's die gelijk zijn aan 5% tot 10% van de royalty's van werken van hetzelfde genre.
Bij het maken van documentaire films worden, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, royalty's betaald overeenkomstig de bepalingen inzake economische en technische normen op het gebied van de filmindustrie.
Indien er sprake is van een cinematografisch werk met hoge productiekosten, bijvoorbeeld vanwege bijzondere eisen aan apparatuur of materiaal of vanwege hoge kosten bij filmopnames op locatie in het buitenland, wordt het royaltytarief vastgesteld op basis van een specifieke overeenkomst tussen partijen of op basis van de totale productiekosten, zoals vastgesteld door een bevoegde instantie.
In het ontwerpbesluit is bepaald dat royalty's worden betaald voor de exploitatie en het gebruik van cinematografische werken waarvan de Staat de vertegenwoordigende eigenaar of vertegenwoordigende beheerder van de auteursrechten en naburige rechten is, op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de vertegenwoordigende instantie die de rechten van de eigenaar uitoefent en de exploiterende en gebruikende partij, op basis van criteria met betrekking tot het doel, de omvang van de exploitatie en het gebruik, en de behaalde inkomsten en winsten (indien van toepassing).
Bron: https://bvhttdl.gov.vn/de-xuat-quy-dinh-tien-ban-quyen-doi-voi-tac-pham-dien-anh-20251028113025599.htm






Reactie (0)