Kinderen in de voorschoolse leeftijd en leerlingen van de basisschool in openbare onderwijsinstellingen zijn vrijgesteld van schoolgeld.
Het besluit bestaat uit 6 hoofdstukken en 29 artikelen waarin het collegegeldkader, het innings- en beheermechanisme, het vrijstellings-, kortings- en ondersteuningsbeleid voor collegegeld, de ondersteuning van studiekosten in onderwijsinstellingen van het nationale onderwijsstelsel en de prijzen van diensten op het gebied van onderwijs en opleiding worden geregeld.
Met betrekking tot het beleid inzake vrijstelling, vermindering en ondersteuning van collegegeld en ondersteuning van studiekosten bepaalt het Besluit:
Vakken waarvoor vrijstelling van collegegeld geldt
Vakken waarvoor geen collegegeld betaald hoeft te worden, zijn vakken die specialistische hoofdvakken volgen die voldoen aan de eisen van sociaaleconomische ontwikkeling, nationale defensie en veiligheid, zoals voorgeschreven door de Wet op het Hoger Onderwijs. De lijst met specialistische hoofdvakken wordt vastgesteld door de regering en de premier.
De volgende 14 vakken zijn vrijgesteld van collegegeld :
1. Kinderen in de voorschoolse leeftijd, leerlingen van de basisschool en leerlingen van algemene onderwijsprogramma's (leerlingen die een regulier voortgezet onderwijsprogramma volgen en leerlingen die een regulier voortgezet onderwijsprogramma volgen) in openbare onderwijsinstellingen binnen het nationale onderwijsstelsel.
2. Onderwerpen zoals voorgeschreven in de Verordening op de voorkeursbehandeling van personen met revolutionaire bijdragen, indien zij studeren aan onderwijsinstellingen in het nationale onderwijsstelsel.
3. Studenten in het beroepsonderwijs en hoger onderwijs met een beperking.
4. Studenten van 16 tot en met 22 jaar die studeren voor een universitaire bacheloropleiding komen in aanmerking voor maandelijkse sociale uitkeringen zoals voorgeschreven in clausules 1 en 2, artikel 5 van decreet nr. 20/2021/ND-CP van 15 maart 2021 van de regering betreffende het socialebijstandsbeleid voor uitkeringsgerechtigden. Studenten op middelbaar en hoger onderwijsniveau die wees zijn van beide ouders en niemand hebben om op terug te vallen volgens de bepalingen van de Wet op het Beroepsonderwijs.
5. Studenten van het genomineerde systeem (met inbegrip van studenten die genomineerd zijn voor een beroepsopleiding met een opleidingsperiode van 3 maanden of meer) volgens de overheidsvoorschriften betreffende het genomineerde systeem voor toelating tot instellingen voor hoger onderwijs en beroepsonderwijs in het nationale onderwijsstelsel.
6. Studenten van voorbereidende scholen en voorbereidende afdelingen.
7. Studenten die studeren aan instellingen voor beroepsonderwijs en hoger onderwijs, die tot een etnische minderheid behoren en waarvan de vader of moeder, of zowel de vader als de moeder, of de grootouders (indien zij bij de grootouders wonen), afkomstig zijn uit arme of bijna-arme gezinnen, overeenkomstig de regelgeving van de premier.
8. Studenten die een hoofdvak hebben in het marxisme-leninisme en het gedachtegoed van Ho Chi Minh.
9. Postdoctorale studenten met een masterdiploma, een doctoraat, een specialist niveau I, een specialist niveau II, een arts in opleiding die gespecialiseerd is in psychiatrie, pathologie, forensische geneeskunde, forensische psychiatrie, infectieziekten en reanimatie bij openbare onderwijsinstellingen in de gezondheidszorg.
10. Studenten uit etnische minderheden met zeer weinig inwoners volgens de overheidsvoorschriften inzake het beleid voor kleuters, studenten uit etnische minderheden met zeer weinig inwoners in gebieden met moeilijke of bijzonder moeilijke sociaal-economische omstandigheden volgens de huidige voorschriften van de bevoegde autoriteiten.
11. Studenten die in aanmerking komen voor programma's en projecten zijn vrijgesteld van collegegeld volgens de regelgeving van de regering en de premier.
12. Afgestudeerden van de middelbare school gaan door met studeren op intermediair niveau.
13. Studenten op middelbaar en universitair niveau, voor vakgebieden en beroepen die moeilijk te werven zijn, maar waar volgens de door het Ministerie van Onderwijs en Opleiding vastgestelde lijst vraag naar is in de maatschappij.
14. Studenten van gespecialiseerde hoofdvakken en beroepen die voldoen aan de eisen van sociaaleconomische ontwikkeling, nationale defensie en veiligheid zoals voorgeschreven door de Wet op het Beroepsonderwijs. Speciale gespecialiseerde hoofdvakken en beroepen worden voorgeschreven door de regering en de premier.
Vakken die in aanmerking komen voor collegegeldverlaging en collegegeldondersteuning
In het besluit worden de personen die in aanmerking komen voor collegegeldverlaging en collegegeldondersteuning vastgesteld, met name als volgt:
Vakken die in aanmerking komen voor 70% korting op het collegegeld zijn onder meer:
1. Studenten die traditionele en speciale kunsten studeren aan beroepsonderwijsinstellingen, openbare en particuliere universiteiten die opleidingen in cultuur en kunsten aanbieden, waaronder: traditionele operamuzikanten, traditionele muzikanten uit Hue, zuidelijke amateurmuziek, operaacteurs, volkskunsten, ca tru-kunst, bai choi-kunst, uitvoeringen met traditionele muziekinstrumenten.
2. Studenten die koninklijke hofmuziek, opera, tuong, cai luong, dans, circus en bepaalde zware, giftige of gevaarlijke beroepen studeren in het beroepsonderwijs, volgens de lijst van zware, giftige of gevaarlijke beroepen die is voorgeschreven door het centrale staatsagentschap voor beroepsonderwijs.
3. Studenten in instellingen voor beroepsopleidingen en hoger onderwijs die tot een etnische minderheid behoren (met uitzondering van zeer kleine etnische minderheden) en die zelf en hun ouders een vaste verblijfplaats hebben in een bijzonder moeilijk dorp/gehucht, een gemeente in regio III van etnische minderheids- en berggebieden, een bijzonder moeilijke gemeente in de kust- en eilandgebieden volgens de regelgeving van de bevoegde autoriteiten.
Personen die in aanmerking komen voor 50% korting op het collegegeld zijn onder meer: studenten aan beroepsopleidingen en universiteiten waarvan de ouders een arbeidsongeval of beroepsziekte hebben gehad en die recht hebben op de reguliere toelagen.
Vakken die in aanmerking komen voor studiefinanciering zijn onder meer:
1. Kleuters, basisschoolleerlingen en leerlingen van algemene onderwijsprogramma's (leerlingen die regulier voortgezet onderwijs volgen en leerlingen die regulier voortgezet onderwijs volgen) in niet-openbare en particuliere onderwijsinstellingen in het nationale onderwijsstelsel.
2. Postdoctorale studenten met een masterdiploma, een doctoraat, een specialist niveau I, een specialist niveau II, een arts in opleiding die gespecialiseerd is in psychiatrie, pathologie, forensische geneeskunde, forensische psychiatrie, infectieziekten en spoedreanimatie aan particuliere onderwijsinstellingen in de gezondheidszorg.
Onderwerpen die met studiekosten worden ondersteund zijn onder meer:
1. Kinderen in de voorschoolse leeftijd, leerlingen van de basisschool en leerlingen die een reguliere onderwijsinstelling volgen in het kader van het algemeen onderwijsprogramma en die wees zijn van beide ouders.
2. Kinderen in de voorschoolse leeftijd, leerlingen van de basisschool en leerlingen die aan een reguliere onderwijsinstelling studeren in het kader van algemene onderwijsprogramma's zijn mensen met een beperking.
3. Kinderen in de voorschoolse leeftijd, leerlingen van de basisschool en leerlingen die studeren aan een reguliere onderwijsinstelling in het kader van algemene onderwijsprogramma's, waarvan de vader of moeder of beide ouders of grootouders (in geval van samenwonen bij grootouders) tot arme gezinnen behoren volgens de regelgeving van de premier.
4. Kleuters, leerlingen in het algemeen onderwijs en leerlingen die studeren aan een reguliere onderwijsinstelling die het programma voor algemeen onderwijs volgt en waar zij en hun ouders of voogden (indien zij bij een voogd wonen) een vaste verblijfplaats hebben en studeren aan een onderwijsinstelling in bijzonder achtergestelde dorpen/gehuchten, gemeenten in regio III van etnische minderheden en berggebieden, gemeenten in bijzonder achtergestelde kust-, kust- en eilandgebieden volgens de regelgeving van de bevoegde autoriteiten of studeren aan een onderwijsinstelling op andere plaatsen volgens de lokale regelgeving in gevallen waarin er geen onderwijsinstelling is in bijzonder achtergestelde dorpen/gehuchten, gemeenten in regio III van etnische minderheden en berggebieden, gemeenten in bijzonder achtergestelde kust-, kust- en eilandgebieden.
Volgens baochinhphu.vn
Bron: https://baocamau.vn/doi-tuong-nao-duoc-mien-giam-ho-tro-hoc-phi-a122118.html
Reactie (0)