Ter voortzetting van het programma van de 7e zitting van de 15e Nationale Vergadering luisterde de Nationale Vergadering op de middag van 17 juni naar de presentatie en het rapport over de herziening van het wetsontwerp inzake de belasting over de toegevoegde waarde (gewijzigd).
Het is noodzakelijk om de drempelwaarde van de inkomsten die niet aan de BTW onderworpen zijn, te specificeren.
Namens de regering verklaarde minister van Financiën Ho Duc Phoc dat het wetsontwerp bestaat uit 4 hoofdstukken en 18 artikelen, die in principe zijn overgenomen uit de huidige wet, maar zijn aangepast en aangevuld om consistent te zijn met de beleidsinhoud. Het wetsontwerp behoudt derhalve de bepalingen van 5 artikelen van de huidige wet; wijzigt en vult de bepalingen van 11 artikelen van de huidige wet aan; voegt 1 artikel toe dat het tijdstip van vaststelling van de btw reguleert en 1 artikel dat verboden handelingen reguleert.
Minister van Financiën Ho Duc Phoc |
Bij de presentatie van het rapport over de evaluatie van het wetsontwerp zei de voorzitter van de Commissie Financiën en Begroting van de Nationale Vergadering, Le Quang Manh, dat de commissie het erover eens was dat de wet moet worden gewijzigd om praktische tekortkomingen aan te pakken en het belastingbeleid te perfectioneren, in lijn met de doelen die zijn vastgelegd in de Strategie voor de hervorming van het belastingstelsel tot 2030.
Wat betreft gevallen waarin geen uitvoer-btw verschuldigd is, maar invoer-btw wel aftrekbaar is: het wetsontwerp bepaalt momenteel dat er geen uitvoer-btw wordt berekend, maar dat invoer-btw wel aftrekbaar is voor onbewerkte landbouw-, bosbouw- en visserijproducten. Momenteel wordt ook de overdracht van investeringsprojecten en een aantal andere gevallen met een soortgelijk mechanisme toegepast. De TCNS-commissie verzoekt het Opstelbureau om de argumenten en de rechtsgrondslag van deze regelgeving te verduidelijken.
Wat betreft het niveau van de inkomsten die niet aan btw zijn onderworpen, bepaalt het gewijzigde wetsontwerp dat een jaaromzet van 100 miljoen VND of minder niet aan btw is onderworpen (conform de bepalingen van de huidige wet), aangezien deze "onder het door de regering vastgestelde niveau ligt". De Commissie Economische Zaken is van mening dat wijziging en aanpassing van de regelgeving inzake de drempel voor de jaarlijkse inkomsten die niet aan btw zijn onderworpen noodzakelijk is om aan te sluiten bij de huidige sociaaleconomische realiteit, maar dat dit specifiek in de wet moet worden vastgelegd om een duidelijke rechtsgrondslag te creëren.
Herziening van de regelgeving voor geïmporteerde goederen met een kleine waarde
Het wetsontwerp vult de regelgeving aan voor geschenken, geschenken, roerende goederen en grensgoederen die binnen de vrijstellingsgrens voor invoerrechten vallen overeenkomstig de Wet op de uitvoerbelasting en invoerrechten die niet onderworpen zijn aan BTW.
Hoewel dit niet in de wet is vastgelegd, wordt in de praktijk de vrijstelling van btw die verband houdt met de vrijstelling van invoerrechten ook toegepast op ingevoerde goederen met een waarde van minder dan 1 miljoen VND die via expresbezorging worden verzonden (overeenkomstig Besluit nr. 78/2010/QD-TTg).
Uit het auditrapport blijkt dat met de opkomst van grensoverschrijdende e-commerce het aantal grensoverschrijdende transacties met een kleine waarde de laatste tijd sterk is toegenomen. In Vietnam worden dagelijks gemiddeld 4-5 miljoen bestellingen met een kleine waarde vanuit China naar Vietnam verzonden via Shopee, Lazada, Tiki, TikTok, enzovoort.
Aan de andere kant hebben veel landen de btw-vrijstelling voor geïmporteerde goederen van geringe waarde afgeschaft om inkomstenbronnen te beschermen en een eerlijk ondernemersklimaat te creëren voor binnenlands geproduceerde en geïmporteerde goederen. De Commissie Economische Zaken beveelt de regering daarom aan om passend beleid te voeren om inkomstenbronnen te verruimen en te dekken in de context van de huidige begrotingsbeperkingen, en de rechtsgrondslag van Besluit nr. 78/2010/QD-TTg voor bovenstaande inhoud toe te lichten.
Voorzitter van het Comité van de Nationale Assemblee Le Quang Manh |
Wat de belastingtarieven betreft, worden meststoffen, offshore vissersvaartuigen, gespecialiseerde machines en apparatuur voor landbouwproductie in het wetsontwerp overgeheveld van niet-belastbare goederen naar goederen die onderhevig zijn aan een belastingtarief van 5%.
Over deze inhoud zijn er momenteel twee stromingen in de Commissie voor Landbouwproductiviteit: (i) De ene stroming is het eens met de inhoud van het wetsontwerp om de langdurige problemen en tekortkomingen van het huidige btw-beleid voor binnenlandse productiesectoren op deze goederen op te lossen; (ii) De andere stroming is het oneens met het voorstel van de regering en is van mening dat het toepassen van een belastingtarief van 5% de inputkosten van agrarische productie zal verhogen, de productprijzen zal doen stijgen en het concurrentievermogen van binnenlandse landbouwproducten zal verminderen.
"De Commissie voor Nationale Landbouw en Plattelandsontwikkeling beveelt aan dat de regering de impact van deze beleidswijziging zorgvuldig beoordeelt en er uitgebreider over rapporteert, vanuit het perspectief van de impact op de binnenlandse productiesectoren en vanuit het perspectief van de impact op boeren", aldus Le Quang Manh, voorzitter van de Commissie voor Nationale Landbouw en Plattelandsontwikkeling.
Volgens het auditrapport is het huidige algemene belastingtarief van 10% in Vietnam lager dan dat van andere landen in de regio en de wereld (zo is het gemiddelde belastingtarief in Azië 12%, in Latijns-Amerika 14%, in Afrika 16%, in de OESO 19%, in de EU 22%, en is het huidige gemiddelde belastingtarief wereldwijd 15%). Dit toont aan dat Vietnam ruimte heeft om het btw-tarief te verhogen, met name gezien de noodzaak om de inkomstenbasis te vergroten. Momenteel verhogen sommige landen in de ASEAN-regio de btw-tarieven om de efficiëntie van de begrotingsinning te verbeteren sinds de pandemie.
De strategie voor de hervorming van het belastingstelsel tot 2030 heeft ook de oriëntatie geïdentificeerd van "onderzoek naar het verhogen van de btw-tarieven volgens een stappenplan". Daarom beveelt de TCNS-commissie de regering aan om de impact van een aantal opties voor het verhogen van de tarieven volgens een stappenplan te beoordelen en te overwegen of het mogelijk is om in het wetsontwerp een stappenplan voor het verhogen van de tarieven op te nemen, nadat de economie is hersteld, mogelijk aan het einde van de vijfjarige periode 2026-2030.
Met name wat betreft de bepalingen inzake belastingteruggaven, schrapt het wetsontwerp de bepaling over voorafgaande teruggave en na-inspectie voor gevallen waarin belastingbetalers compliant zijn en geen hoog risico vormen. De Commissie voor Belastingadministratie is echter van mening dat de Wet op de BTW een beleidswet is en dat het noodzakelijk is bepalingen te hebben op het principe van het toestaan van voorafgaande teruggave en na-inspectie voor gevallen waarin belastingbetalers zeer compliant zijn en voorafgaande inspectie en na-teruggave voor gevallen met een hoog risico. Op basis daarvan zal de wet op de belastingadministratie de criteria specificeren voor het classificeren van belastingbetalers op basis van risicomanagementinhoud om te bepalen welke dossiers kunnen worden terugbetaald voordat ze worden geïnspecteerd en welke dossiers moeten worden geïnspecteerd voordat ze worden terugbetaald, waardoor consistentie en synchronisatie tussen de wet op het belastingbeleid en de belastingadministratie wordt gewaarborgd. Daarom wordt aanbevolen dat deze regelgeving niet wordt geschrapt, maar wordt aangevuld in het wetsontwerp.Bron: https://thoibaonganhang.vn/du-an-luat-thue-gia-tri-gia-tang-sua-doi-gom-4-chuong-18-dieu-152666.html
Reactie (0)