
1. Kooien
De kooi moet luchtig, schoon en beschermd zijn tegen regen en wind. Voor grootschalige konijnenhouderij zijn een koelsysteem en een ventilator nodig.
Als u konijnen met uw gezin grootbrengt, kunt u de kooi onder een schaduwrijke boom in de tuin of aan de voorkant van het huis plaatsen. Laat de konijnen echter niet in dezelfde kooi als andere huisdieren zitten.
2. Eten en drinken
Konijnen hebben een maag die goed uitzet maar zwak samentrekt, de blindedarm heeft een grote capaciteit en kan dankzij de microflora vezels verteren. Daarom is het belangrijk om konijnen veel groenvoer te voeren om aan hun voedingsbehoeften te voldoen, broosheid te voorkomen en een goede spijsvertering te garanderen.
Konijnen moeten schoon voedsel krijgen en konijnenvoer mag niet te lang bewaard worden. Als u bladgroenten met een hoog watergehalte gebruikt, moet u deze drogen om het watergehalte te verminderen voordat u ze aan de konijnen geeft, of ze geen geplette groenten voeren.
Opgemerkt moet worden dat een gebrek aan water bij konijnen gevaarlijker is dan een gebrek aan voedsel. Vooral bij konijnen die aan het bevallen zijn, kan het niet verstrekken van voldoende water leiden tot een gebrek aan melk, en het moederkonijn kan haar jongen zelfs opeten. Daarom is het raadzaam om het moederkonijn in deze periode meer suikerwater en vitaminen te geven om het konijn te helpen snel te herstellen en meer melk te produceren om haar jongen te voeden.
Voor konijnen die bij warm weer voor de vleesproductie worden gefokt, moet de bezettingsdichtheid 5-6 konijnen per kooi zijn. Vervoer konijnen niet bij hoge temperaturen.
3. Ziektepreventie en -behandeling
Konijnen lijden vaak aan ziektes als bloedvergiftiging, schurft en coccidiose.
a. Coccidiose
Symptomen van een coccidiose-infectie bij konijnen zijn vaak een onrustige vacht, slechte eetlust, soms diarree, groene, losse ontlasting, een hogere lichaamstemperatuur dan normaal, een loopneus en kwijlen.
Bij konijnen met deze ziekte is het noodzakelijk om anticoccidiosemiddelen te gebruiken zoals: Anticoc, HanE3: 0,1-0,2 g/kg lichaamsgewicht. Ter preventie van de ziekte gebruikt u Anticoc, HanE3 in de helft van de behandeldosis.
b. Konijnenbloedvergiftiging
Dit is een acute infectieziekte die wordt veroorzaakt door een virus. Bij blootstelling aan een omgeving met slechte hygiëne en voeding breekt de ziekte zeer snel uit en veroorzaakt massale sterfgevallen. De ziekte komt vooral voor bij konijnen van 1,5 maand en ouder.
Konijnen met deze ziekte worden soms lusteloos, stoppen even met eten en gaan dan dood. De ziekte wordt veroorzaakt door een virus, dus mensen moeten proactief vaccineren met een dosis van 1 ml/konijn wanneer het konijn 2 maanden oud is. Fokkonijnen moeten periodiek worden gevaccineerd, elke 6-8 maanden.
c. Konijnenschurft
Dit is een veelvoorkomende huidparasietziekte die grote schade aanricht in de konijnenhouderij. Als er konijnen besmet zijn, moeten ze geïsoleerd worden en moeten de kooien en de apparatuur in de houderij regelmatig worden gedesinfecteerd. Bij besmette konijnen moet een injectie met ivermectine van 0,25 ml/1 kg lichaamsgewicht worden toegediend.
NGUYEN MINH DUC, adjunct-hoofd van de afdeling Veeteelt en Diergeneeskunde van de provincie Hai DuongBron: https://baohaiduong.vn/ky-thuat-nuoi-tho-mua-nang-nong-386414.html






Reactie (0)