Op 6 juni maakte het Chinese Ministerie van Defensie bekend dat het land gezamenlijke luchtpatrouilles uitvoert met de Russische Federatie in de Japanse Zee en de Oost-Chinese Zee.
| Deze foto, genomen op 6 juni, toont een Chinese H-6 bommenwerper tijdens een gezamenlijke patrouille met Rusland. (Bron: Japans Ministerie van Defensie) |
Dit is de zesde gezamenlijke patrouille tussen de twee landen sinds 2019, uitgevoerd in het kader van de versterkte militaire samenwerking tussen Peking en Moskou.
In een verklaring van het Chinese Ministerie van Defensie staat dat de patrouille deel uitmaakt van de jaarlijkse samenwerking tussen de legers van beide landen.
Op 7 juni meldde Yonhap dat Rusland en China als onderdeel van de bovengenoemde patrouille zonder voorafgaande kennisgeving straaljagers naar de luchtverdedigingsidentificatiezone (ADIZ) van Zuid-Korea stuurden.
Lee Seung-beom, directeur-generaal van het Bureau voor Internationaal Beleid van het Zuid-Koreaanse Ministerie van Defensie, zei dat het land "strenge" protesten had gestuurd naar militaire attachés bij de Chinese en Russische ambassades in Seoul over het incident.
Het Zuid-Koreaanse ministerie van Defensie uitte in een persbericht zijn bezorgdheid over het feit dat beide landen vliegtuigen naar gevoelige gebieden in de buurt van "ons luchtruim" hebben gestuurd.
Het ministerie heeft Beijing en Moskou tevens opgeroepen om passende maatregelen te nemen om te voorkomen dat dergelijke acties zich herhalen. Volgens het ministerie kunnen dergelijke ingrepen namelijk spanningen in de regio veroorzaken.
Identificatiezones voor luchtverdediging zijn geen territoriaal luchtruim, maar zijn afgebakend om buitenlandse vliegtuigen te verplichten zich te identificeren en zo onbedoelde botsingen te voorkomen.
Rusland en China hebben geen commentaar gegeven op de reactie van Zuid-Korea.
Ook op 7 juni zei de Japanse minister van Binnenlandse Zaken Hirokazu Matsuno dat de gezamenlijke patrouilles van China en Rusland rond het eiland een "ernstige zorg" vormden voor de nationale veiligheid.
Volgens de heer Matsuno detecteerde Japan op 7 juni ook Chinese en Russische aanvalsvliegtuigen die samen opereerden.
Bron






Reactie (0)