
Op de middag van 15 oktober leidden de permanente vicepremier Nguyen Hoa Binh en de vicepremiers Tran Hong Ha en Mai Van Chinh een bijeenkomst met leiders van ministeries, afdelingen en agentschappen. Tijdens de bijeenkomst werd onderzocht of drie nationale doelprogramma's konden worden samengevoegd: nieuwbouw op het platteland, duurzame armoedebestrijding en sociaaleconomische ontwikkeling in etnische minderheden en berggebieden.
Een vertegenwoordiger van het Ministerie van Landbouw en Milieu zei dat het ministerie, in navolging van de richtlijn van de premier, verslag heeft uitgebracht over het voorgestelde investeringsbeleid om het Nationale Doelprogramma voor Nieuwe Plattelandsontwikkeling en Duurzame Armoedebestrijding voor de periode 2026-2035 op te bouwen op basis van de integratie van het Nationale Doelprogramma voor Nieuwe Plattelandsontwikkeling en het Nationale Doelprogramma voor Duurzame Armoedebestrijding.
De premier heeft besloten een Staatsbeoordelingsraad in te stellen die verslag zal uitbrengen over het voorgestelde investeringsbeleid voor het programma. Het ministerie van Financiën neemt stappen volgens de procedure. Het ministerie van Landbouw en Milieu rondt het proces af volgens de richtlijnen van de premier.
De naam van het programma is het Nationaal Doelprogramma voor Nieuwe Plattelandsontwikkeling en Duurzame Armoedebestrijding voor de periode 2026-2035. De begunstigden van het programma zijn onder meer arme huishoudens, bijna-arme huishoudens, huishoudens die onlangs aan armoede zijn ontsnapt, personen, woongemeenschappen, coöperaties, coöperatieve groepen, ondernemingen en andere relevante organisaties in het hele land, met prioriteit voor plattelandsgebieden en arme gemeenten.
Het programma zal landelijk worden uitgevoerd in 3321 bestuurlijke eenheden op gemeentelijk niveau, geconcentreerd in plattelandsgebieden, met name arme gemeenten. De uitvoeringsperiode bedraagt 10 jaar, van 2026 tot 2035, verdeeld in twee fasen: 2026-2030 en 2031-2035.
Het programma is opgebouwd uit 10 groepen van inhoudelijke componenten met 60 specifieke inhoudsopgaven. De specifieke implementatie van de inhoudsopgaven wordt uitgevoerd door de sectormanagementministeries, conform de nationale doelprogramma's en de door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde programma's. De centrale overheid wijst de totale middelen toe aan de gemeenten en de gemeenten zijn volledig verantwoordelijk voor de implementatie.
Met betrekking tot het nationale doelprogramma voor sociaaleconomische ontwikkeling voor etnische minderheden en berggebieden voor de periode 2021-2030 zei de plaatsvervangend minister van etnische minderheden en godsdiensten, Y Vinh Tor, dat alle gemeenten positieve veranderingen in de uitvoering van het programma in de periode 2021-2025 hebben beoordeeld en tegelijkertijd hebben ingestemd met het voorstel om fase 2 (2026-2030) uit te voeren.
Na onderzoek concludeerde het overheidskantoor dat de begunstigden van de drie programma's berggemeenten en arme gebieden met etnische minderheden zijn.
Qua locatie zijn veel berggemeenschappen van etnische minderheden zowel plattelands- als arme gemeenschappen. Investeringen in infrastructuur, ondersteuning van bestaansmiddelen en beroepsopleidingen overlappen elkaar inhoudelijk (het Nieuwe Plattelandsprogramma investeert in basisinfrastructuur; het Programma voor Duurzame Armoedebestrijding ondersteunt werkgelegenheid, bestaansmiddelen en beroepsopleidingen; het Programma voor Socio-economische Ontwikkeling voor Bergachtige Etnische Minderheden investeert in essentiële infrastructuur en bestaansmiddelen).
Daarom heeft de onafhankelijke implementatie van de 3 programma's in het verleden te maken gehad met een aantal moeilijkheden en obstakels in het implementatieproces, zoals: middelen waren verspreid, de uitbetaling van publiek investeringskapitaal verliep traag, plaatsen (gemeentelijk niveau) ontvingen veel investeringskapitaalbronnen voor infrastructuur, wat leidde tot problemen bij de planning, rapportage en mobilisatie van tegenkapitaal, overlappingen in beheer en toezicht, het moeilijk maken om de effectiviteit van de programma's te evalueren, het verminderen van de investeringsefficiëntie en het niet benutten van de complementariteit tussen de programma's.
Tijdens de bijeenkomst lieten de ministeries, afdelingen en agentschappen van de Nationale Assemblee hun mening horen dat de integratie van de drie nationale doelprogramma's voordelen biedt, zoals de gezamenlijke implementatie van de doelstellingen van Resolutie nr. 19-NQ/TW van het Centraal Uitvoerend Comité over landbouw, boeren en plattelandsgebieden tot 2030, met een visie tot 2045 om te voldoen aan de behoeften van de ontwikkeling van ecologische landbouw, moderne plattelandsgebieden en beschaafde boeren. Alle drie programma's hebben betrekking op het verbeteren van infrastructuur, economische ontwikkeling en sociale zekerheid.

Ter afsluiting van de bijeenkomst benadrukte vicepremier Nguyen Hoa Binh dat er overeenstemming was bereikt over het voorstel om drie programma's te integreren tot één programma. Hij stelde dat er weliswaar moeilijkheden zijn bij de integratie, maar dat de voordelen groot zijn. De moeilijkheden zijn geïdentificeerd en duidelijk beoordeeld, zodat er corrigerende maatregelen kunnen worden genomen.
Voorbereidingen en voorstellen voor fusies en integraties moeten grondig, uitgebreid en snel worden voorbereid, maar moeten ook van goede kwaliteit zijn om ze ter overweging en besluitvorming aan leidinggevenden te kunnen voorleggen.
De permanente vicepremier stelde dat er in het proces van het onderzoeken en voorstellen van de fusie een grondige herziening moet plaatsvinden van met name de inhoud van alle drie de programma's en andere doelprogramma's die worden ontwikkeld (cultuur, onderwijs, gezondheid). Dit gezien de gewijzigde administratieve grenzen en juridische status van de overheidsniveaus ten opzichte van voorheen. Er moet sprake zijn van sterke decentralisatie, delegeren van bevoegdheden en verdeling van bevoegdheden.
Volgens de vicepremier heeft de uitvoering van de drie programma's zeer goede en positieve resultaten opgeleverd. Het is echter noodzakelijk om de uitvoering van de tweede fase van de drie programma's voort te zetten.
Wat betreft het integratiebeginsel verzocht de Eerste Vicepremier om alle door de Nationale Assemblee goedgekeurde doelen, objecten en beleidslijnen voor alle drie programma's te handhaven, met een looptijd tot 2035. Alleen overlappende kwesties tussen de drie programma's zouden worden aangepakt.
Het nieuwe programma hoeft niet helemaal opnieuw te worden opgebouwd of goedgekeurd, maar bestaat uit twee componenten. De aansturende instanties van de drie programma's zijn de overheid en de deelnemende ministeries; het ministerie van Financiën is het algemene aanspreekpunt.
Volgens VTVBron: https://baohaiphong.vn/nghien-cuu-tich-hop-3-chuong-trinh-muc-tieu-quoc-gia-523663.html
Reactie (0)