Volgens artikel 18, lid 1, van de Wet op de openbare orde en veiligheid op de weg uit 2024 wordt onder het stoppen van een voertuig verstaan het tijdelijk stilstaan van een voertuig gedurende de tijd die nodig is om in of uit het voertuig te stappen, goederen te laden of te lossen, technische inspecties uit te voeren of andere activiteiten uit te voeren.
In tegenstelling tot eerdere regelgeving mogen bestuurders vanaf 2025 de bestuurdersplaats verlaten om de autodeur te openen of te sluiten of om technische controles uit te voeren, op voorwaarde dat de veiligheid wordt gewaarborgd door het gebruik van de parkeerrem of andere beschermende maatregelen.
Het stoppen en parkeren mag geen hinder opleveren voor voetgangers en andere voertuigen die deelnemen aan het wegverkeer.
Ook in artikel 18 van de Wet op de verkeersorde en veiligheid van het wegverkeer 2024 moeten bestuurders die op de weg stilstaan of parkeren, zich aan de volgende voorschriften houden:
Linkerkant van eenrichtingsweg: Stoppen of parkeren aan de linkerkant van een eenrichtingsweg kan de doorstroming van het verkeer belemmeren, waardoor het risico op ongelukken toeneemt.
Op bochtige wegen of vlak bij de top van een heuvel met beperkt zicht: Deze wegen beperken het zicht van de bestuurder, waardoor er gemakkelijk botsingen kunnen ontstaan als er auto's geparkeerd staan.
Op bruggen, behalve waar de verkeersorganisaties dit toestaan: Bruggen zijn plaatsen met veel verkeer. Stilstaan op bruggen is gevaarlijk voor zowel bestuurders als andere voertuigen.
Onder viaducten, behalve waar dat is toegestaan: parkeren onder viaducten kan gevolgen hebben voor het verkeer en de veiligheid van de brugconstructie.
Parallel aan een ander stilstaand of geparkeerd voertuig: Dit kan gemakkelijk tot verkeersopstoppingen leiden en het voor andere voertuigen moeilijk maken om te rijden.
Te dicht bij het tegemoetkomende verkeer parkeren veroorzaakt hinder en gevaar voor andere weggebruikers.
Op het zebrapad: Parkeren op dit gedeelte van de weg is niet alleen tegen de regels, maar ook gevaarlijk voor voetgangers.
Op kruispunten en binnen 5 meter van de rand van het kruispunt: Dit is een gevaarlijk gebied wanneer voertuigen stoppen of parkeren, omdat er dan gemakkelijk botsingen kunnen ontstaan.
Ophaal- en afzetpunten: Als u op deze punten stopt, hindert dit het in- en uitstappen van andere voertuigen.
Vóór de poort en binnen 5 meter aan beide zijden van de poort van het hoofdkantoor van een agentschap of organisatie: Het hinderen van voertuigen die het agentschap of de organisatie in- en uitrijden.
Als de weg slechts breed genoeg is voor één rijstrook voor motorvoertuigen: hier parkeren veroorzaakt opstoppingen en belemmert het verkeer.
Binnen de veiligheidsmarges van het spoor: Stoppen of parkeren in de buurt van het spoor is zeer gevaarlijk vanwege het risico op een botsing met de trein.
Het blokkeren van verkeersborden of verkeerslichten: Als u op een manier parkeert die verkeersborden of verkeerslichten blokkeert, kunnen andere bestuurders deze niet zien, wat een ongeluk kan veroorzaken.
Op busbanen, in afvoerputten, in putten van elektriciteitscentrales en in brandbestrijdingsgebieden: Deze gebieden moeten vrijgehouden worden om de veiligheid en de werking van het openbaar vervoer en de diensten te garanderen.
Bovendien bepaalt de nieuwe wet duidelijk dat bestuurders bij het stoppen of parkeren op de weg gebruik moeten maken van richtingaanwijzers om andere voertuigen te waarschuwen. In gebieden zonder stoepranden of smalle stoepranden moeten bestuurders dicht bij de rechterkant van de weg parkeren, in de rijrichting.
Indien er sprake is van technische problemen of overmacht waardoor het voertuig op een niet toegestane plaats geparkeerd moet worden, moet de bestuurder de alarmlichten inschakelen of een waarschuwingsbord achter het voertuig plaatsen om andere voertuigen te waarschuwen.
Bron: https://www.congluan.vn/nhung-vi-tri-o-to-khong-duoc-dung-do-du-khong-co-bien-cam-lai-xe-nen-biet-post314703.html






Reactie (0)