
Specifiek voor luitenant-officieren wordt de dienstleeftijd 50 jaar, een verhoging van 4 jaar ten opzichte van de huidige regelgeving. Andere rangen worden ook aangepast: majoor 52 (verhoogd met 4 jaar), luitenant-kolonel 54 (verhoogd met 3 jaar), senior-kolonel 56 (verhoogd met 2 jaar) en kolonel 58 (verhoogd met 1 jaar voor mannen en 3 jaar voor vrouwen). De algemene rang behoudt de dienstleeftijd van 60 jaar voor mannen en wordt met 5 jaar verhoogd naar 60 jaar voor vrouwen.
De pensioenleeftijd van reserveofficieren is eveneens verhoogd. Concreet gaat de pensioenleeftijd van reserveofficieren omhoog van 51 naar 53 jaar, van majoor van 53 naar 55 jaar, van luitenant-kolonel van 56 naar 57 jaar, van luitenant-kolonel van 57 naar 59 jaar en van kolonel van 60 naar 61 jaar. De pensioenleeftijd van generaals blijft 63 jaar. Voor de commandant van het militair commando op gemeentelijk niveau wordt de dienstleeftijd geregeld volgens de Arbeidswet.
Een belangrijk punt in de gewijzigde wet is de regeling dat officieren hun diensttijd met maximaal vijf jaar kunnen laten verlengen als ze over voldoende politieke kwaliteiten, ethiek, capaciteiten, gezondheid en bereidheid tot vrijwilligerswerk beschikken. In bijzondere gevallen kan de minister van Defensie besluiten de diensttijd met meer dan vijf jaar te verlengen.
Het Permanent Comité van de Nationale Assemblee is van mening dat het verhogen van de minimumleeftijd voor militaire dienst in lijn is met de behoeften van het leger en bijdraagt aan het behoud van een officierenkorps met moed, capaciteiten en ervaring. Dit is onderzocht en wetenschappelijk berekend door de Centrale Militaire Commissie en het Ministerie van Defensie, waarbij de voor- en nadelen van vele opties zorgvuldig zijn afgewogen. Er is brede consensus onder instanties en eenheden binnen het leger, in lijn met de aard en taken van het leger als een speciale arbeidssector, "bloed- en beenwerk".
Bovendien is de verhoging van de leeftijd volgens de rang van officier geschikt voor het werken in veel verschillende specialistische vakgebieden, zoals piloten, onderzeeërs, speciale eenheden, chemie en moet men regelmatig direct bevelen geven, beheren, trainen, gereed zijn om te vechten en vechten onder zware omstandigheden.
Het Permanent Comité van de Nationale Assemblee legde ook uit dat het verhogen van de pensioenleeftijd van militairen, zodat deze dichter bij de Arbeidswet ligt en gelijk is aan die van de Volksveiligheid, ongepast is. Als de pensioenleeftijd wordt verhoogd naar hetzelfde niveau als in andere sectoren, "zal dit niet garanderen dat de strijdvaardigheid en de gezondheid voldoende zijn om de missie te voltooien."
Ontwikkeling van sociale woningen voor militaire officieren
De wet maakt ook de toewijzing van grondgelden mogelijk voor de ontwikkeling van sociale woningen voor militairen. Het Ministerie van Defensie zal het bestuursorgaan zijn dat beslist over het investeringsbeleid en investeerders selecteert om sociale huisvestingsprojecten te realiseren die aansluiten bij de behoeften van het leger.
Dit is een van de belangrijke beleidsmaatregelen om getalenteerde mensen aan te trekken en te benutten voor militaire dienst, en tegelijkertijd de huisvestingsproblemen voor soldaten te verminderen. Dit beleid concretiseert ook de richtlijn van het Secretariaat inzake de ontwikkeling van sociale huisvesting voor werknemers en de Volksstrijdkrachten. Het Ministerie van Defensie is verantwoordelijk voor de coördinatie met ministeries, afdelingen en provinciale volkscomités om de ontwikkeling van huisvesting voor de strijdkrachten te plannen.
De wet tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet op de officieren van het Vietnamese Volksleger treedt in werking op 1 december 2024.
TH (volgens VnExpress)Bron: https://baohaiduong.vn/quoc-hoi-thong-nhat-tang-tuoi-nghi-huu-cua-si-quan-quan-doi-399121.html







Reactie (0)