Op 10 en 11 juli organiseerde het Ministerie van Justitie in samenwerking met de Hanns Seidel Foundation een workshop over de juridische verantwoordelijkheden van entiteiten met betrekking tot kunstmatige intelligentie.
Er moeten regels worden toegevoegd over juridische aansprakelijkheid
Tijdens de workshop zei plaatsvervangend minister van Justitie Tran Tien Dung dat we getuige zijn van de diepgaande en krachtige gevolgen van de Vierde Industriële Revolutie (Industrie 4.0) met baanbrekende technologieën zoals: Blockchain, Big Data, robots, Internet of Things (IoT), cloud computing... waarbij de explosie aan kunstmatige intelligentie (AI)-technologie opvalt.

De ontwikkeling en wijdverbreide toepassing van AI-technologie in veel sectoren, zoals transport, financiën, detailhandel en reclame, brengt veel kansen, maar ook uitdagingen met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan juridische uitdagingen op het gebied van beveiliging en veiligheid, de bescherming van de privacy van individuen, de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, normen voor de bouwsector en het bepalen van de juridische verantwoordelijkheden van personen die met AI te maken hebben.
Op 26 januari 2021 heeft de premier Besluit nr. 127/QD-TTg betreffende de nationale strategie voor onderzoek, ontwikkeling en toepassing tot 2030 uitgevaardigd, waarin het ministerie van Justitie de opdracht kreeg om aanvullende juridische documenten te ontwikkelen en te voltooien over de juridische verantwoordelijkheden van onderwerpen die verband houden met kunstmatige intelligentie.
Plaatsvervangend minister Tran Tien Dung benadrukte dat we, om aanvullende juridische documenten over de juridische verantwoordelijkheden van entiteiten met betrekking tot kunstmatige intelligentie te ontwikkelen en te voltooien, een duidelijk inzicht moeten hebben in de risico's die kunstmatige intelligentie met zich meebrengt. We moeten verwijzen naar internationale ervaringen, waaronder de ervaringen van de Europese Unie en de Bondsrepubliek Duitsland, bij het bekendmaken, wijzigen en aanvullen van juridische documenten met betrekking tot de juridische verantwoordelijkheden van entiteiten met betrekking tot kunstmatige intelligentie.
Het gebruik van AI om misdaden te plegen is een verzwarende omstandigheid
Volgens mevrouw Le Thi Van Anh, adjunct-directeur van de afdeling Straf- en Administratief Recht van het Ministerie van Justitie, zijn er vier aan AI gerelateerde onderwerpen: (1) het onderwerp dat AI creëert, de programmeurs en auteurs die de software ontwerpen, (2) de eigenaar van AI, de fabrikanten en investeerders, (3) de gebruikers die AI in werking stellen, het operationele proces bewaken en tot slot (4) de AI-entiteit zelf.
Wanneer fabrikanten, producteigenaren en gebruikers van AI-producten AI gebruiken om misdrijven te plegen, moeten zij strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld.
Het Wetboek van Strafrecht uit 2015 heeft een aantal misdrijven op het gebied van informatie vastgelegd, waaronder misdrijven die verband houden met kunstmatige intelligentie (AI). Meer specifiek bepaalt artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht het misdrijf van het vervaardigen, kopen, verkopen, ruilen of weggeven van gereedschappen, apparatuur en software voor illegale doeleinden; artikel 286 van het Wetboek van Strafrecht het misdrijf van het verspreiden van computerprogramma's die de werking van computernetwerken, telecommunicatienetwerken en elektronische apparatuur schaden; artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht het misdrijf van het hinderen en verstoren van de werking van andermans computernetwerken, telecommunicatienetwerken en elektronische apparatuur; artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht het misdrijf van het zich onrechtmatig toegang verschaffen tot computernetwerken, telecommunicatienetwerken en elektronische apparatuur; artikel 290 van het Wetboek van Strafrecht het misdrijf van het gebruiken van computernetwerken, telecommunicatienetwerken en elektronische apparatuur voor het plegen van goederenonteigening.
Het huidige strafrecht reguleert echter geen gevallen waarin AI rechtstreeks wordt gebruikt om misdrijven te plegen. Volgens mevrouw Van Anh zullen daarom degenen die betrokken zijn bij AI, waaronder mensen, eigenaren en gebruikers, criminelen zijn en strafrechtelijk worden vervolgd.
Het strafrecht heeft specifieke regelgeving nodig om AI-gerelateerd gedrag direct aan te pakken, zoals het vervaardigen, ontwerpen en programmeren van AI-producten met het doel misdaden te plegen, en het gebruiken van AI-producten om misdaden te plegen.
Mevrouw Van Anh is van mening dat het mogelijk is om te bepalen dat het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) om misdrijven te plegen een verzwarende omstandigheid is voor strafrechtelijke aansprakelijkheid. Met deze reguleringsrichting kan deze worden toegepast op elk misdrijf dat in het Wetboek van Strafrecht is vastgelegd. Daarnaast is het mogelijk om regelgeving te bestuderen over het differentiëren van strafrechtelijke aansprakelijkheid in gevallen van het gebruik van AI om misdrijven te plegen, zoals medeplichtigheid, georganiseerde misdaad, enzovoort.
Bron
Reactie (0)