Wijziging van de bevoegdheid om klachten in de Volksveiligheid op te lossen.
Artikel 5 van Decreet nr. 22/2019/ND-CP van de regering bepaalt de bevoegdheid om aangiften van wetsovertredingen in de uitoefening van taken en openbare diensten in het kader van de Volksveiligheid op te lossen. Dienovereenkomstig handelen de korpschef van de wijkpolitie, de korpschef van het politiebureau, de korpschef van de politie, de korpschef van de gemeentelijke politie en de korpschef van de gemeentelijke politie onder de Volksveiligheidsdienst (gezamenlijk aangeduid als de politiechef op gemeentelijk niveau) aangiften af tegen politieagenten en militairen die onder hun directe leiding staan, met uitzondering van de plaatsvervangende politiechefs op gemeentelijk niveau.
De korpschef van de districts-, stads- en stadspolitie van de provincie of de stadspolitie van de centrale overheid (gezamenlijk de districtspolitiechef genoemd) lost klachten op tegen de korpschef van de gemeentepolitie, de plaatsvervangende korpschef van de gemeentepolitie en officieren en soldaten van de teamleider en lager, met uitzondering van gevallen die onder de jurisdictie van de korpschef van de gemeentepolitie vallen. Hij lost klachten op tegen eenheden en teams van de gemeentepolitie die onder hun directe leiding vallen.
De directeur van de provinciale politie-afdeling behandelt klachten tegen het hoofd van de afdeling, het adjunct-hoofd van de afdeling, het hoofd, het adjunct-hoofd van de eenheid die gelijkwaardig is aan het afdelingsniveau van de provinciale politie-afdeling, het hoofd van de districtspolitie-afdeling, het adjunct-hoofd van de districtspolitie-afdeling; behandelt klachten tegen de districtspolitie-afdeling, afdelingsniveau en gelijkwaardige eenheden die rechtstreeks onder het provinciale politie-afdeling vallen.
Op 18 februari 2025 vaardigde de regering decreet nr. 02/2025/ND-CP uit, waarin de functies, taken, bevoegdheden en organisatiestructuur van het Ministerie van Openbare Veiligheid zijn vastgelegd. De organisatiestructuur van het Ministerie van Openbare Veiligheid omvat drie niveaus: het Ministerie van Openbare Veiligheid, de Provinciale Openbare Veiligheid en de Openbare Veiligheid op gemeentelijk niveau (geen Openbare Veiligheid op districtsniveau). Sommige regelingen met betrekking tot de bevoegdheid om aangiften in de Volksveiligheid op te lossen, zijn daarom niet langer geschikt en moeten worden aangepast en aangevuld om aan te sluiten bij de huidige organisatiestructuur van het Ministerie van Openbare Veiligheid.
Volgens de bepalingen van Clausule 1, Artikel 12 van de Wet op de Aangifte van 2018, gewijzigd en aangevuld in 2020: "Aangiften van overtredingen van de wet bij de uitoefening van taken en openbare plichten door kaderleden, ambtenaren en overheidspersoneel worden behandeld door het hoofd van de instantie of organisatie die bevoegd is om leiding te geven aan dergelijke kaderleden, ambtenaren en overheidspersoneel; aangiften van overtredingen van de wet bij de uitoefening van taken en openbare plichten door het hoofd of plaatsvervangend hoofd van een instantie of organisatie worden behandeld door het hoofd van de instantie of organisatie die direct boven die instantie of organisatie staat." Wanneer er dus geen politiebureau op districtsniveau meer is, moet de bevoegdheid om aangiften van de (voorheen) districtspolitiechef tegen de politiechef van de gemeente, de plaatsvervangend politiechef van de gemeente en de politie van de gemeente af te handelen, worden vastgesteld door de directeur van de provinciale politie. Schaf tegelijkertijd de bepaling af dat de directeur van politie op provinciaal niveau aangiften tegen de politiechef op districtsniveau, de plaatsvervangend politiechef op districtsniveau en de politie op districtsniveau afhandelt.
Op basis van het bovenstaande heeft de regering, ter uitvoering van het plan om de afhandeling van aangiften binnen de Openbare Volksveiligheid te decentraliseren, decreet nr. 224/2025/ND-CP van 14 augustus 2025 uitgevaardigd, tot wijziging en aanvulling van artikel 5 van decreet nr. 22/2019/ND-CP van 25 februari 2019.
Concreet komt bij Besluit nr. 224/2025/ND-CP artikel 2, artikel 5 te vervallen, betreffende de bevoegdheid van de districtspolitiechef om klachten op te lossen.
Bevoegdheid om klachten van de politiechef van de gemeente op te lossen
Besluit nr. 224/2025/ND-CP wijzigt Clausule 1, Artikel 5 van Besluit nr. 22/2019/ND-CP betreffende de bevoegdheid om klachten van de politiechef op gemeentelijk niveau op te lossen als volgt: Politiechefs op gemeentelijk niveau, wijkpolitiechefs, politiechefs van speciale zones (gezamenlijk aangeduid als politiechefs op gemeentelijk niveau), politiebureauchefs en equivalenten behandelen klachten tegen politieagenten en soldaten die onder direct beheer staan, met uitzondering van plaatsvervangende politiechefs op gemeentelijk niveau, plaatsvervangende politiebureauchefs en equivalenten; behandelen klachten tegen teams die onder direct beheer staan.
Bevoegdheid om klachten van de provinciale politiedirecteur op te lossen
Tegelijkertijd wijzigt en vult Besluit nr. 224/2025/ND-CP Clausule 4, Artikel 5 aan, waarin de bevoegdheid wordt vastgelegd om aangiften van de provinciale politiedirecteur als volgt te behandelen: De provinciale politiedirecteur behandelt aangiften tegen het hoofd van de afdeling, het plaatsvervangend hoofd van de afdeling, het hoofd, het plaatsvervangend hoofd van de eenheid die gelijkwaardig is aan het afdelingsniveau van de provinciale politie, het hoofd van de politie op gemeentelijk niveau, het plaatsvervangend hoofd van de politie op gemeentelijk niveau, het hoofd van het politiebureau, het plaatsvervangend hoofd van het politiebureau en gelijkwaardig; behandelt aangiften tegen eenheden onder direct beheer.
De behandeling van aangiften valt onder de bevoegdheid van het hoofd van een ondergeschikte politie-eenheid, indien er reden is om aan te nemen dat de behandeling van aangiften een ernstige overtreding van de wet inhoudt of tekenen van partijdigheid vertoont.
Decreet 224/2025/ND-CP wijzigt ook Clausule 11, Artikel 5 als volgt: De persoon met de bevoegdheid om aangiften in de Openbare Veiligheid van het Volk op te lossen zoals voorgeschreven in Clausules 4, 5, 6 van dit Artikel ( Directeur van de openbare veiligheid op provinciaal niveau; Directeur, Hoofd van een eenheid op departementsniveau onder een ministerieel agentschap; Minister ) lost aangiften op onder het gezag van het Hoofd van het direct ondergeschikte agentschap of de eenheid van de Openbare Veiligheid wanneer er reden is om aan te nemen dat de oplossing van de aangifte een ernstige schending van de wet inhoudt of tekenen van niet-objectief zijn vertoont. De basis voor het vaststellen van ernstige schendingen van de wet of tekenen van niet-objectief zijn bij de oplossing van aangiften is volgens de bepalingen van het Decreet waarin een aantal artikelen en maatregelen worden gedetailleerd om de uitvoering van de Wet op Aangiften te organiseren.
Aldus heeft volgens de nieuwe regeling de persoon met de bevoegdheid om aangiften op te lossen zoals gespecificeerd in Clausule 3, Artikel 5 van Decreet nr. 22/2019/ND-CP niet de bevoegdheid om aangiften op te lossen onder het gezag van het Hoofd van het direct ondergeschikte politiebureau of eenheid wanneer er reden is om aan te nemen dat de oplossing van de aangifte een ernstige schending van de wet is of tekenen van onobjectiviteit vertoont. Deze regeling is er omdat Clausule 1, Artikel 5 de Chef van het politiebureau met de bevoegdheid om aangiften op te lossen en de Teamleider op Teamniveau en gelijkwaardig op Afdelingsniveau, eenheden gelijkwaardig aan Afdelingsniveau (onder de Provinciale Politie en eenheden onder het Ministerie), Gevangenissen, Leerplichtinstellingen en Hervormingsscholen niet de bevoegdheid hebben om aangiften op te lossen.
Bovenstaande regeling treedt in werking op 14 augustus 2025.
Phuong Nhi
Bron: https://baochinhphu.vn/sua-doi-tham-quyen-giai-quyet-to-cao-trong-cong-an-nhan-dan-10225081512141386.htm
Reactie (0)