Ik ben ervan overtuigd dat de goedkeuring van de gewijzigde perswet door de Nationale Assemblee zeer actueel is en aansluit bij de wereldwijde perstrends en de huidige eisen voor het beheer van de binnenlandse pers. De perswet nr. 103/2016/QH13, die bijna tien jaar geleden werd aangenomen, is na jarenlange toepassing te restrictief geworden en niet langer compatibel met de huidige ruimte, aard, omvang en impact van journalistieke activiteiten. De pers opereert nu met nieuwe instrumenten, nieuwe middelen en nieuwe platforms; het publiek is veranderd en de beheermethoden zijn niet meer dezelfde als voorheen.

Bovendien vereist de herstructurering van het nationale perssysteem, in combinatie met de organisatie van een lokaal bestuur met twee bestuurslagen, een nieuw wettelijk kader dat aansluit op het gestroomlijnde organisatiemodel van de pers. Tel daarbij de snelle ontwikkeling van journalistieke technologie, sociale media en digitale communicatie op, en de invoering van de Perswet op dit moment is volkomen gerechtvaardigd.
Een nieuw, superieur en belangrijk kenmerk van de gewijzigde Perswet is de duidelijke afbakening van de journalistieke activiteiten in de digitale wereld. Dit verruimt het werkterrein van de journalistiek, dat niet langer beperkt is tot traditionele ruimtes, waardoor er meer banen ontstaan en aanzienlijke ontwikkelingsmogelijkheden voor persbureaus en journalisten worden gecreëerd. Mijns inziens moeten persbureaus dit voordeel snel benutten en hun werkmodellen aanpassen aan het veranderende journalistieke en medialandschap, dat wordt gedreven door sociale netwerken en de digitale omgeving.
De gewijzigde perswet bevat ook andere nieuwe punten, zoals regelgeving die persbureaus in staat stelt diensten aan te bieden op digitale platforms; de erkenning van het model van toonaangevende multimediapersbureaus; de vaststelling van de positie van wetenschappelijke tijdschriften; duidelijkere regelgeving voor de afgifte van journalistenkaarten; en veel inhoud met betrekking tot de economie van de journalistiek, inkomstenbronnen, verboden activiteiten, de werking van de Journalistenvereniging, en met name regelgeving over auteursrecht in de digitale wereld – wat zeer noodzakelijk is in de huidige context van de journalistiek.
Artikel 15, punt 5 definieert het concept van een toonaangevend multimediapersbureau als een bureau dat beschikt over meerdere soorten media en aangesloten persbureaus; een specifiek financieel mechanisme heeft; en is opgericht in overeenstemming met de Strategie voor de Ontwikkeling en het Beheer van het Perssysteem, goedgekeurd door de premier. Punt 6 bepaalt dat pers- en radio-/televisiebureaus onder provinciale en stedelijke partijcomités beschikken over meerdere soorten media en journalistieke producten.
Door deze twee punten te combineren, ben ik van mening dat Hanoi en Ho Chi Minh-stad – de twee grootste mediacentra van het land – volledig in staat zijn en sterk worden aangemoedigd om het model van een toonaangevend multimedianieuwsagentschap te omarmen. Dit zou het werkterrein vergroten, het potentieel en de voordelen van deze belangrijke locaties benutten en aansluiten bij internationale mediatrends.
Bron: https://hanoimoi.vn/tien-si-nha-bao-tran-ba-dung-luat-bao-chi-sua-doi-mo-rong-khong-gian-hoat-dong-tao-dong-luc-moi-cho-bao-chi-viet-nam-726348.html










Reactie (0)