Zoals gemeld heeft de regering decreet nr. 97 uitgevaardigd tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van decreet 81 betreffende het openbaar collegegeld. De planning voor de verhoging van het universiteitscollegegeld loopt daardoor een jaar vertraging op ten opzichte van decreet 81, zoals eerder voorgesteld door het Ministerie van Onderwijs en Vorming.
Het collegegeldplafond voor openbare universiteiten die niet zelfvoorzienend zijn in hun reguliere uitgaven bedraagt voor het schooljaar 2023-2024 1,2-2,45 miljoen VND per maand, afhankelijk van de studierichting, in plaats van 1,35-2,76 miljoen VND zoals bepaald in Besluit 81. Het huidige inningsniveau bedraagt 980.000-1,43 miljoen VND per maand.
In decreet 97 wordt duidelijk gesteld dat openbare instellingen voor beroepsopleiding en hoger onderwijs die collegegelden voor het schooljaar 2023-2024 hebben vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van decreet nr. 81/2021/ND-CP, deze moeten herzien en aanpassen overeenkomstig de bepalingen van decreet 97.
Onderwijsinstellingen waarvan de plannen voor financiële autonomie zijn goedgekeurd volgens de bepalingen van Decreet nr. 60/2021/ND-CP van de regering tot regulering van het mechanisme voor financiële autonomie van openbare diensten, dienen het mechanisme voor de inning van collegegeld te blijven toepassen dat overeenkomt met het goedgekeurde niveau van financiële autonomie. Indien de implementatie van de inning van collegegeld volgens de bepalingen van Decreet 97 leidt tot schommelingen in inkomstenbronnen die het goedgekeurde niveau van financiële autonomie wijzigen, zijn onderwijsinstellingen verantwoordelijk voor het controleren van inkomsten en uitgaven, het rapporteren aan de hogere beheersinstantie ter beoordeling en het nemen van de verantwoordelijkheid voor de beoordeling om het plan voor financiële autonomie opnieuw goed te keuren voor de resterende periode van de stabilisatieperiode, overeenkomstig de bepalingen van Decreet nr. 60/2021/ND-CP.
Volgens decreet 60 zijn scholen autonoom (het betalen van salarissen, toelagen, het repareren van faciliteiten, enz.). Afhankelijk van het niveau kunnen ze maximaal 2 tot 2,5 keer het hierboven genoemde niveau innen, oftewel ongeveer 2,4 tot 6,1 miljoen VND per maand. Met opleidingen die geaccrediteerd zijn volgens de normen van het Ministerie van Onderwijs en Opleiding of buitenlandse normen, kunnen universiteiten hun eigen collegegeld bepalen.
Het collegegeld per maand voor niet-autonome openbare universiteiten van het schooljaar 2023-2024 tot en met 2026-2027 (eenheid: duizend VND) bedraagt het volgende:
| Industrie | Schooljaar 2023-2024 | Schooljaar 2024-2025 | Schooljaar 2025-2026 | Schooljaar 2026-2027 |
| Blok I: Onderwijskunde en lerarenopleiding | 1.250 | 1.410 | 1.590 | 1.790 |
| Blok II: Kunst | 1.200 | 1.350 | 1.520 | 1.710 |
| Industrie III: Bedrijfskunde en management, recht | 1.250 | 1.410 | 1.590 | 1.790 |
| Blok IV: Levenswetenschappen, natuurwetenschappen | 1.350 | 1.520 | 1.710 | 1.930 |
| Blok V: Wiskunde, computerstatistiek, informatietechnologie, technische technologie, techniek, productie en verwerking, architectuur en bouw, landbouw, bosbouw en visserij, diergeneeskunde | 1.450 | 1.640 | 1.850 | 2.090 |
| Sector VI.1: Overige gezondheidssectoren | 1.850 | 2.090 | 2.360 | 2.660 |
| Blok VI.2: Geneeskunde en farmacie | 2.450 | 2.760 | 3.110 | 3.500 |
| Sector VII: Geesteswetenschappen, sociale en gedragswetenschappen, journalistiek en informatie, maatschappelijke dienstverlening, toerisme, hotels, sport, vervoersdiensten, milieu en milieubescherming | 1.200 | 1.500 | 1.690 | 1.910 |
Het collegegeld voor openbare beroepsopleidingen die niet zelfvoorzienend zijn in hun reguliere uitgaven, bedraagt als volgt:
PHAN THAO
Bron






Reactie (0)