Elke nieuwe ontdekking over de grondoorzaken van OCD is van onschatbare waarde.
Een nieuwe studie uit China suggereert dat de complexe bacteriële flora in het spijsverteringskanaal van invloed kan zijn op het ontwikkelen van OCD. De studie identificeerde zes soorten bacteriën die verband houden met de aandoening.

Veel eerdere studies hebben een sterk verband aangetoond tussen hersen- en darmactiviteit. Dit is echter de eerste studie die overtuigend bewijs levert dat darmbacteriën daadwerkelijk kunnen bijdragen aan herseneffecten. De onderzoekers gebruikten genetische data om deze bewering te ondersteunen.
Wetenschappers van de medische universiteit van Chongqing in China zeggen dat eerdere onderzoeken geen causaal verband hebben gevonden tussen de activiteit van de darmflora en OCD.
In een recent rapport schrijven ze: "Onze analyse suggereert dat specifieke darmflora een causaal verband kan hebben met OCD, wat wijst op mogelijke interventiestrategieën voor de preventie en behandeling van deze stoornis."

Om dit verband te onderzoeken, gebruikten de onderzoekers een genetische benadering genaamd Mendeliaanse randomisatieanalyse. Deze methode stelde hen in staat de oorzaak af te leiden door genetische variaties te analyseren die zowel OCD als darmbacteriën beïnvloeden.
Ze beoordeelden het verband tussen genetische gegevens en darmbacteriën bij 18.340 personen, en het verband tussen genetische gegevens en OCD bij nog eens 199.169 personen.
Hoewel het hier om twee afzonderlijke datasets ging, werd in dit onderzoek Mendeliaanse randomisatie gebruikt om de kloof te overbruggen en een verband te leggen tussen darmbacteriepatronen en OCD.
Omdat onze genen bij de geboorte vastliggen en niet worden beïnvloed door de omgeving of levensstijl, versterkt deze aanpak de hypothese dat darmbacteriën direct OCD veroorzaken en niet slechts een gevolg ervan zijn.
Het onderzoeksteam merkte echter ook op dat er meer experimenten en gegevens nodig zijn om dit causale verband te bevestigen.
Drie bacteriegeslachten die bescherming boden tegen OCD waren Proteobacteria, Ruminococcaceae en Bilophila. Drie andere geslachten die een verhoogd risico op OCD vertoonden waren Bacillales, Eubacterium en Lachnospiraceae UCG001.
Interessant genoeg is uit andere onderzoeken gebleken dat sommige van deze bacteriën verband houden met de hersenen, bijvoorbeeld bij een verband tussen lage aantallen Ruminococcaceae-soorten en depressie.
Volgens wetenschappers reageren cognitieve gedragstherapie en selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's) bij de behandeling van OCD echter bij 25-40% van de patiënten niet of suboptimaal op deze interventies.
De gevolgen voor mensen met OCD en hun omgeving zijn enorm.
Door de ontdekking van het verband tussen darmbacteriën en hersenactiviteit gerelateerd aan OCD, vinden we op de lange termijn mogelijk een nieuwe manier om deze stoornis te voorkomen of te behandelen door de darmbacteriën te beheersen.
Bron: https://dantri.com.vn/khoa-hoc/phat-hien-bat-ngo-ve-nguon-goc-cua-chung-ocd-khong-nam-o-nao-20250708022114784.htm
Reactie (0)