Het vaste lid van het Secretariaat Truong Thi Mai heeft zojuist namens het Politbureau Verordening 124 ondertekend en uitgevaardigd over de jaarlijkse evaluatie, beoordeling en classificatie van de kwaliteit van collectieven en individuen in het politieke systeem.
Vergeleken met de oude regelgeving heeft Verordening 124 veel opmerkelijke nieuwe elementen toegevoegd. Verordening 124 voegt met name eisen toe zoals "het bevorderen van de geest van zelfkritiek en -kritiek, zelfreflectie, zelfcorrectie, het zien van sterke punten om te bevorderen, beperkingen en tekortkomingen om te overwinnen; het proactief detecteren en voorkomen van tekenen van degradatie, "zelfontwikkeling", "zelftransformatie", corruptie, verspilling en negativiteit, en het bijdragen aan het verbeteren van de leiderschapscapaciteit en de strijdkracht van partijorganisaties, kaders en partijleden, en het opbouwen van een schone en sterke partij".

In artikel 124 wordt duidelijk aangegeven dat zelfkritiek en kritiek op collectief leiderschap, management en individuen moeten worden beoordeeld.
Een van de nieuwe onderwerpen die partijcomités, partijorganisaties en leiderschaps- en managementcollectieven moeten herzien, is 'het werk van het opbouwen en verbeteren van de Partij en het politieke systeem; de capaciteit en verantwoordelijkheid van het leiderschaps- en managementcollectief; de verantwoordelijkheid om het goede voorbeeld te geven; de verantwoordelijkheid om uit te leggen; het werk van de strijd tegen corruptie, negativiteit en verspilling en het voorkomen en afweren van tekenen van degradatie op het gebied van politieke ideologie, ethiek, levensstijl, 'zelfontwikkeling' en 'zelftransformatie' binnen de Partij, verbonden aan het bestuderen en volgen van de ideologie, ethiek en stijl van Ho Chi Minh '.
Het werk van inspectie, toezicht, partijdiscipline en het afhandelen van klachten, aangiften, aanbevelingen en reflecties van organisaties en individuen is ook een nieuwe vereiste voor partijcomités, partijorganisaties en collectieve leiding en management bij het beoordelen.
Individuele partijleden moeten de inhoud beoordelen met betrekking tot politieke kwaliteiten, ethiek, levensstijl, geest van solidariteit en eenheid binnen de organisatie, organisatiegevoel en discipline, de verantwoordelijkheid om het goede voorbeeld te geven, de uitvoering van zaken die partijleden niet mogen doen, werkwijze en omgangsvormen...
Kaders in leidinggevende en managementposities moeten, naast de algemene inhoud van de evaluatie, ook vele andere onderwerpen bestuderen. Bijvoorbeeld het vermogen om intern te vergaderen en te verenigen; verantwoordelijkheid in het werk; een dynamische, innovatieve, creatieve geest; durven denken, durven doen, verantwoordelijkheid durven nemen; omgaan met moeilijke, complexe en gevoelige kwesties bij het uitvoeren van taken.
De verantwoordelijkheid om een voorbeeld te zijn voor jezelf en je familie; de strijd tegen corruptie, verspilling en negativiteit is ook een nieuwe herhalingsinhoud voor personen die een leiderschaps- of managementpositie bekleden.
In de nieuwe reglementen van het Politbureau staat ook duidelijk vermeld dat partijcomités, partijorganisaties, leiderschaps- en managementcollectieven, hoofden en individuen hun verantwoordelijkheden moeten herzien en verduidelijken wanneer er tekenen zijn van schendingen; wanneer er dringende, ingewikkelde kwesties ontstaan die de publieke opinie aangaan; wanneer er petities, klachten en aanklachten zijn; of wanneer er tekenen zijn van interne verdeeldheid.
Daarnaast is het noodzakelijk om verantwoordelijkheden te herzien en te verduidelijken wanneer er sprake is van schendingen van partijbeginselen en -regels; uitingen van 'groepsbelangen', corruptie, negativiteit, verspilling, degradatie, 'zelfontwikkeling', 'zelftransformatie'; collectieven en individuen onder leiding worden gedisciplineerd of vervolgd; stagnatie, zwakte en het niet nakomen van toegewezen taken en plichten.
Verordening 124 handhaaft de 4 evaluatieniveaus: uitstekende taakvoltooiing, goede taakvoltooiing, taakvoltooiing en taakfalen, maar deze moeten gepaard gaan met classificatiecriteria en de evaluatie moet "op basis van specifieke producten" plaatsvinden.
Waarin het collectief zonder enige aangesloten organisatie of gedisciplineerd lid van het leiderschaps- of managementcollectief een "uitstekende taakvoltooiing" kan bereiken.
Om taken "uitstekend uit te voeren" moeten individuen 100% van de doelstellingen en taken voltooien volgens het vastgestelde plan of het toegewezen werk op tijd. Hierbij moeten ze kwaliteit en efficiëntie garanderen. Minimaal 50% van de doelstellingen en taken moet boven verwachting worden voltooid.
Voor leiders en managers geldt, naast de algemene normen, dat 100% van de agentschappen en eenheden die onder direct leiderschap en management staan, geclassificeerd moeten worden als 'hun taken hebben voltooid of beter hebben uitgevoerd' (waarvan ten minste 70% van de eenheden geclassificeerd moet worden als 'hun taken goed of beter hebben uitgevoerd').
In Verordening 124 wordt ook duidelijk gesteld dat de bevoegde autoriteiten moeten overwegen en beslissen dat het aantal collectieven en personen dat als "taken uitstekend voltooit" wordt geclassificeerd, niet meer dan 20% mag bedragen van het aantal dat als "taken goed voltooit" wordt geclassificeerd voor elke groep onderwerpen met soortgelijke posities, rollen, functies en taken.
Verordening 124 bestaat uit 19 artikelen en vervangt verordening 132 van 2018 van het Politbureau.
Bron
Reactie (0)