Het Politbureau heeft zojuist Verordening nr. 365-QD/TW uitgevaardigd over de normen voor functies van functionarissen onder het beheer van het Centraal Comité van de Partij, het Politbureau en het Secretariaat, en het kader van normen voor functies van leiders en managers op alle niveaus.
Het Politbureau heeft Verordening 365 uitgevaardigd, waarin een groot aantal normen voor ministeries en management op alle niveaus is opgenomen.
FOTO: GIA HAN
Leden van het Centraal Comité moeten specifieke producten in hun werk hebben.
In de algemene normen voor kaderleden en managers op alle niveaus voegt Verordening nr. 365 veel nieuwe punten toe ten opzichte van eerdere regelgeving. Met name in de normen voor ethiek, levensstijl en organisatie- en disciplinegevoel is een bepaling toegevoegd die stelt dat kaderleden en managers op alle niveaus niet begerig naar roem mogen zijn, niet opportunistisch, machtsbelust of alle middelen mogen aanwenden om posities, macht of beloningen te verwerven om te worden gepland en benoemd.
Tegelijkertijd vereist de nieuwe regelgeving dat we resoluut de strijd aangaan tegen individualisme, extravagante levensstijlen, pragmatisme, factionalisme, localisme en groepsbelangen.
Wat betreft kwalificaties en capaciteiten, voegt Verordening 365 de eis toe dat ambtenaren en managers op alle niveaus wetenschappelijke en technologische kwalificaties moeten hebben om aan de eisen en taken te voldoen. Tegelijkertijd moeten ze beschikken over flexibele en effectieve benaderingen en probleemoplossingsmethoden, scherp kunnen denken en tijdige en accurate beslissingen nemen.
De nieuwe regelgeving maakt ook een onderscheid tussen prestige en het vermogen om samen te komen en zich te verenigen. Hierin wordt gesteld dat kaders en managers op alle niveaus in staat moeten zijn om intern samen te komen en zich te verenigen, zonder facties of localisme. Dat wil zeggen dat ze eenheid moeten creëren, collectieve kracht moeten bevorderen en een schoon, sterk en alomvattend collectief moeten opbouwen.
Voor leden van het Centraal Comité van de Partij voegt Regeling 365 veel gedetailleerde normen toe ten opzichte van eerdere regels. Het vereist met name dat leden van het Centraal Comité van de Partij kaderleden moeten zijn met een basisopleiding, uitgebreide kennis, getraind en getest door de praktijk, en uitstekende prestaties, resultaten en specifieke "producten" moeten hebben behaald tijdens het werkproces.
Voor leden van het Politbureau en het Secretariaat neemt Verordening 365 in principe de huidige regelgeving over, maar voegt eisen toe voor daadkracht, vastberadenheid en effectiviteit bij het uitvoeren van toegewezen taken. Tegelijkertijd stelt de nieuwe verordening eisen aan het vermogen om een langetermijnontwikkelingsstrategie voor het land te ontwikkelen. Tegelijkertijd vereist het toewijding, visie en verantwoordelijkheid bij het samenstellen van een team van kaderleden, om de overdracht, ontwikkeling en gestage overgang tussen generaties kaderleden te waarborgen.
Normen voor de functies van secretaris-generaal, president, premier en voorzitter van de Nationale Assemblee
Wat de functie van secretaris-generaal betreft, neemt artikel 365 in principe de vorige regelgeving over, maar heeft het een aantal punten toegevoegd en verduidelijkt. De nieuwe regelgeving voegt met name het criterium "de kern van leiderschap" toe voor de functie van secretaris-generaal. Tegelijkertijd vereist het "scherp politiek-theoretisch denken" in plaats van "een hoog niveau van politieke theorie".
Verordening 365 voegt ook de capaciteit voor "innovatie en doorbraken" toe, naast de criteria van politieke moed, scherp denken, onderzoekscapaciteit, ontdekking en voorstel, en daadkracht. Tegelijkertijd voegt de nieuwe verordening ook de vereiste toe dat de functie van secretaris-generaal het vermogen moet hebben om leiding te geven aan en een team van kaderleden op strategisch niveau op te bouwen, met name opvolgers en sleutelfiguren.
Voor de functies van president, premier en voorzitter van de Nationale Vergadering behoudt Verordening 365 in principe de kernnormen, maar is deze beknopter en duidelijker geformuleerd.
Wat betreft de positie van de vaste secretaris van het secretariaat, voegt artikel 365, ten opzichte van de oude regelgeving, de eis van "scherp politiek-theoretisch denkvermogen" toe. Dit vergroot de reikwijdte van de vereiste kennis, niet alleen op het gebied van partijopbouw en het politieke systeem, maar ook op het gebied van economie, cultuur, maatschappij, nationale defensie, veiligheid en buitenlandse zaken.
Wat betreft de ervaringseis, handhaaft de nieuwe regeling de eis van ervaring en succesvolle afronding van taken in de functie van provinciaal of gemeentelijk partijsecretaris of hoofd van een centrale afdeling, ministerie of afdeling; en deelname aan het Politbureau gedurende een volledige termijn of langer. De nieuwe regeling voegt echter de volgende inhoud toe: "bijzondere gevallen die door het Centraal Comité van de Partij worden beslist".
Voor de functies van hoofd van het Centraal Partijcomité, hoofd van de Centrale Inspectiecommissie en hoofd van het Centraal Partijbureau heeft Verordening 365 de eisen inzake capaciteit en ervaring gespecificeerd en aangescherpt. Dienovereenkomstig is de eis van "scherp politiek-theoretisch denken" en ruime ervaring in partijopbouw en het politieke systeem toegevoegd.
Wat ervaring betreft, is artikel 365 aangepast. Er is nu alleen nog de eis dat men "een volledige ambtstermijn als officieel lid van het Centraal Comité van de Partij heeft deelgenomen". In het artikel is het volgende komen te vervallen: "het gelijktijdig ervaren en naar behoren vervullen van de taken in de functies van provinciale partijsecretaris, stedelijke partijsecretaris of hoofd van centrale ministeries, afdelingen, massaorganisaties of plaatsvervangend hoofd van het centraal partijcomité of plaatsvervangend minister en gelijkwaardig niveau".
Voor deze posities voegt Verordening 365 ook bepalingen toe over "speciale gevallen waarover door het Centraal Comité van de Partij wordt beslist"...
Verordening nr. 365 vervangt twee oude verordeningen: Verordening nr. 89-QD/TW van 4 augustus 2017 van het Politbureau betreffende het kader van normen voor posities en oriëntaties voor het kader van criteria voor de evaluatie van leiders en managers op alle niveaus, en Verordening nr. 214-QD/TW van 2 januari 2020 van het Politbureau betreffende het kader van normen voor posities en criteria voor de evaluatie van functionarissen onder het beheer van het Centraal Comité van de Partij, het Politbureau en het Secretariaat.
Bron: https://thanhnien.vn/quy-dinh-moi-ve-tieu-chuan-chuc-danh-tong-bi-thu-chu-tich-nuoc-thu-tuong-chu-tich-quoc-hoi-185250920101545258.htm
Reactie (0)