Omdat het "basissalaris" bij de invoering van de salarishervorming vanaf 1 juli 2024 wordt afgeschaft, heeft de regering voorgesteld om in plaats van "basissalaris" regelgeving toe te voegen over het begrip "referentieniveau". Deze regelgeving moet als basis dienen en de inhoudelijke regelgeving aanvullen in het ontwerp van de herziene Wet op de Sociale Verzekeringen.
Volgens het rapport van het Permanent Comité van de Nationale Vergadering is het wetsontwerp ontvangen, toegelicht en herzien, met de volgende hoofdlijnen:
Vervang "basisloon" door "referentieniveau"
De regering heeft voorgesteld om in plaats van het begrip "basissalaris" een regeling op te nemen in het wetsontwerp, waarbij het begrip "referentieniveau" als uitgangspunt wordt genomen, en om de inhoudelijke regeling aan te vullen.
Omdat dit een nieuw onderwerp is, beveelt het Permanent Comité van de Nationale Assemblee aan dat de regering aandacht blijft besteden aan het beoordelen van de impact en tegelijkertijd een aantal specifieke principes bestudeert en ontwikkelt om het referentieniveau te bepalen dat moet worden geïmplementeerd vanaf 1 juli 2024, wanneer de salarishervorming wordt doorgevoerd en wanneer de wet van kracht wordt.
Deze eenheid heeft ook verzocht om een volledige herziening en aanvulling van de overgangsbepalingen in het wettelijk beleid met betrekking tot het 'basissalaris'. Dit wordt vanaf 1 juli 2024 afgeschaft als gevolg van de invoering van de salarishervorming.
Vanaf dat moment worden nieuwe regels uitgevaardigd in overeenstemming met de bevoegdheid, orde en procedures die de Wet op de bekendmaking van gerechtelijke documenten voorschrijft.
Eenmalige sociale verzekering
In het wetsontwerp zijn de voorwaarden vastgelegd voor het ontvangen van eenmalige sociale verzekeringsuitkeringen voor mensen die nog niet oud genoeg zijn om pensioen te ontvangen, die niet meer betalen maar dat al 20 jaar niet meer hebben gedaan en die een verzoek hebben ingediend om eenmalige sociale verzekeringsuitkeringen te ontvangen, met twee opties.
Optie 1: Werknemers worden in twee groepen verdeeld
Groep 1 blijft de voorwaarden voor het ontvangen van eenmalige sociale verzekeringsuitkeringen toepassen zoals voorgeschreven in Resolutie nr. 93 van de Nationale Assemblee inzake de uitvoering van het beleid inzake het ontvangen van eenmalige sociale verzekeringsuitkeringen voor werknemers.
Dat wil zeggen dat werknemers die vóór de inwerkingtreding van de wet (naar verwachting 1 juli 2025) deelnamen aan de sociale verzekering, na 12 maanden niet langer onderworpen zijn aan de verplichte sociale verzekering en ook niet deelnemen aan de vrijwillige sociale verzekering.
Vergeleken met de huidige regelgeving voegt het wetsontwerp een aantal voordelen toe. Als een werknemer ervoor kiest om sociale verzekeringen te reserveren en deze niet in één keer te ontvangen, kan hij/zij ervoor kiezen om maandelijkse uitkeringen te ontvangen uit zijn/haar eigen gereserveerde deel gedurende de periode vanaf de pensioengerechtigde leeftijd tot aan de leeftijd waarop hij/zij sociale pensioenuitkeringen ontvangt (75 jaar) en andere aanvullende voordelen gedurende deze periode (de ziektekostenverzekering wordt betaald uit de staatsbegroting en als de werknemer overlijdt, ontvangen zijn/haar familieleden een begrafenisuitkering).
Indien de werknemer de maandelijkse uitkering niet ontvangt, heeft hij/zij nog steeds recht op een eenmalige uitkering sociale verzekeringen. Hij/zij verliest echter de mogelijkheid om de maandelijkse uitkering en de hierboven genoemde aanvullende voordelen te ontvangen.
Werknemers uit groep 2, die vanaf de inwerkingtreding van de wet deelnemen aan de sociale verzekering, vallen niet onder deze regeling inzake de voorwaarden voor het ontvangen van eenmalige socialeverzekeringsuitkeringen.
Optie 2: De werknemer wordt gedeeltelijk ontslagen, maar niet meer dan 50% van de totale tijd die is bijgedragen aan het pensioen- en overlijdensfonds. De resterende sociale verzekeringsperiode wordt gereserveerd zodat de werknemer kan blijven deelnemen en profiteren van de sociale verzekeringsuitkeringen.
Over elektronische transacties op het gebied van sociale verzekeringen
Het wetsontwerp heeft principiële bepalingen toegevoegd over elektronische transacties in de organisatie van de uitvoering van de sociale verzekeringen, met name: Aanvulling van clausules 10 en 11 van artikel 4 met een uitleg van de begrippen over elektronische transacties op het gebied van sociale verzekeringen en werkloosheidsverzekeringen; Aanvulling van de bepaling "Vanaf 1 januari 2026 worden burgerservicenummers elektronisch verstrekt aan deelnemers aan de sociale verzekeringen. Papieren socialeverzekeringsboekjes worden alleen verstrekt op verzoek van werknemers" in clausule 2, artikel 24; Aanvulling van artikel 25 met bepalingen over elektronische transacties op het gebied van sociale verzekeringen en Aanvulling van clausule 1, artikel 17 met bepalingen over de verantwoordelijkheid van socialeverzekeringsinstanties bij het organiseren van de beoordeling van de tevredenheid van organisaties en personen over de uitvoering van beleid en wetten op het gebied van sociale verzekeringen, werkloosheidsverzekeringen en ziektekostenverzekeringen.
Bedrijfseigenaren die deelnemen aan de verplichte sociale verzekering
De regering heeft een regeling voorgesteld die bepaalt dat "ondernemers van bedrijfshuishoudens die onderworpen zijn aan een bedrijfsregistratie" onderworpen zijn aan de verplichte sociale verzekering.
Het Permanent Comité van de Nationale Assemblee heeft de aanpassing zo uitgevoerd dat alleen de onderwerpen die deelnemen aan de verplichte sociale verzekering voor "bedrijfseigenaren van geregistreerde bedrijfshuishoudens" worden gereguleerd.
Bovendien heeft het Permanent Comité van de Nationale Vergadering opdracht gegeven de overgangsbepalingen van het wetsontwerp aan te passen in de zin dat "voor ondernemers die verplichte sociale verzekeringen hebben betaald vóór de inwerkingtreding van deze wet, de regeling voor sociale verzekeringen door de overheid wordt voorgeschreven".
Tegelijkertijd wordt de regering aanbevolen om zo snel mogelijk documenten uit te vaardigen om de regeling voor deze onderwerpen zo snel mogelijk op te lossen zolang de wet nog niet van kracht is, om zo de rechten van ondernemers die vóór de inwerkingtreding van deze wet aan de verplichte sociale verzekering hebben deelgenomen, te waarborgen.
(Verkeerde informatie)
Bron
Reactie (0)