Namens het Politbureau heeft Truong Thi Mai, vast lid van het secretariaat en hoofd van het Centraal Organisatiecomité, zojuist verordening nr. 142 ondertekend en uitgevaardigd, waarin de toewijzing van bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan leiders in personeelswerk wordt geregeld.
In deze regeling worden de reikwijdte, onderwerpen, beginselen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directeur bij de pilot-uitvoering van personeelswerk vastgelegd.
Hieronder vallen onder meer het introduceren van kandidaten voor verkiezingen, het benoemen van plaatsvervangers van de leider, het kiezen van extra leden voor het vaste comité van het Partijcomité op hetzelfde niveau, het benoemen en ontslaan van leiders en directe ondergeschikten die onder het gezag van het management vallen.
De toewijzing van bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan leiders in personeelswerk vindt plaats via partijcomités, partijorganisaties, agentschappen en eenheden vanaf districtsniveau. De Centrale Militaire Commissie en het Centrale Comité Openbare Veiligheid hebben aparte regelingen.
De proefperiode voor de implementatie bedraagt 5 jaar vanaf de datum van afkondiging van de verordening.
Het hoofd wordt aanbevolen zijn plaatsvervanger te benoemen.
Volgens artikel 142, gebaseerd op het beleid van de bevoegde autoriteit en de regelgeving van het Politbureau , mag het hoofd personeel voordragen voor verkiezingen en plaatsvervangers benoemen.
Specifiek geldt dat bij personeel uit lokale bronnen het hoofd, op basis van de kwantiteit, structuur, normen, voorwaarden, taakvereisten en personeelslijst in de selectieplanning, 1 personeelslid voor 1 positie aan het Partijcomité, de Partijorganisatie en de collectieve leiding van het agentschap of de eenheid zal voorstellen om te overwegen en op te nemen in de lijst, waarna met de volgende stappen kan worden doorgegaan.
In het geval van personeel uit andere bronnen zal het hoofd, op basis van de hoeveelheid, structuur, normen, voorwaarden en taakvereisten, 1 personeelslid voor 1 positie aanstellen, zodat het Partijcomité, de Partijorganisatie en de collectieve leiding van het agentschap of de eenheid het personeelsproces kunnen overwegen en uitvoeren.
Wanneer er een vacature is in het aantal leden van het Permanente Comité, zal het hoofd op basis van de criteria, voorwaarden, het werkplan van het congrespersoneel en de planningslijst personeel selecteren en voordragen, dat het Permanente Comité zal overwegen en indienen bij het Uitvoerend Comité om aanvullende leden voor het Permanente Comité voor te dragen.
Indien het personeel unaniem door het dagelijks bestuur wordt aanbevolen, legt het vaste comité dit ter goedkeuring voor aan de bevoegde autoriteit alvorens de verkiezing plaatsvindt.
Het hoofd heeft het recht om de hoofden van organisaties, agentschappen en eenheden op administratief niveau die onder zijn/haar directe leiding staan, te benoemen en te ontslaan, overeenkomstig de regelgeving.
Op basis van de normen, voorwaarden, vereisten en taken, en na overleg en consensus met het Partijcomité, de Partijorganisatie en de gezamenlijke leiding van de bevoegde instantie of eenheid, besluit het hoofd om functionarissen te benoemen.
Wanneer er volgens de regelgeving aanleiding is om een functionaris te ontslaan, moet het hoofd binnen 15 werkdagen een besluit nemen om de functionaris te ontslaan. Tevens moet het een document sturen naar het Partijcomité, de Partijorganisatie en de collectieve leiding van het agentschap of de eenheid die de functionaris rechtstreeks aanstuurt.
Verantwoordelijk, ook bij een baanwisseling of pensionering
Ook in artikel 142 van het Politbureau zijn de verantwoordelijkheden van leidinggevenden in het personeelswerk duidelijk vastgelegd.
De directeur is dan ook verantwoordelijk voor het waarborgen van de normen, arbeidsomstandigheden, politieke kwaliteiten, ethiek, levensstijl en werkcapaciteit van het personeel dat hij/zij aanbeveelt.
Strikt toepassen van de regelgeving omtrent personeelswerk, regelgeving omtrent machtscontrole en preventie en bestrijden van corruptie en negativiteit in personeelswerk.
In 2 gevallen is het hoofd verantwoordelijk voor zijn beslissingen, ook als hij is overgestapt naar een andere baan of met pensioen is gegaan.
Met name het voorstellen van kaders voor verkiezing en benoeming getuigt van een gebrek aan onpartijdigheid en objectiviteit. Bovendien worden er geen normen, omstandigheden, politieke kwaliteiten, ethiek, levensstijl en werkvermogen gegarandeerd.
Ontslag van ambtenaren zonder dat de grondslag en procedures volgens de regelgeving zijn gewaarborgd.
De behandeling en afhandeling van de verantwoordelijkheden van leiders in geval van overtreding van deze regelgeving, zal plaatsvinden in overeenstemming met de regelgeving inzake inspectie, toezicht en discipline van de Partij en relevante regelgeving.
TH (volgens Tuoi Tre)Bron






Reactie (0)