Verhoog de pensioenleeftijd van werknemers
Op grond van artikel 169 van de Arbeidswet van 2019 hebben werknemers die voldoen aan de voorwaarden voor de socialezekerheidsbetalingsperiode zoals voorgeschreven in de Wet op de sociale verzekeringen, recht op pensioen wanneer zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken.
De pensioenleeftijd van werknemers onder normale arbeidsomstandigheden wordt aangepast volgens het stappenplan en bedraagt in 2028 62 jaar voor mannelijke werknemers en in 2035 60 jaar voor vrouwelijke werknemers.
Vanaf 2021 bedraagt de pensioenleeftijd van werknemers onder normale arbeidsomstandigheden 60 jaar en 3 maanden voor mannelijke werknemers en 55 jaar en 4 maanden voor vrouwelijke werknemers. Daarna stijgt de leeftijd elk jaar met 3 maanden voor mannelijke werknemers en 4 maanden voor vrouwelijke werknemers.
Werknemers met een verminderde arbeidscapaciteit, die bijzonder zware, giftige of gevaarlijke beroepen of banen uitoefenen, of die werken in gebieden met bijzonder moeilijke sociaal -economische omstandigheden, mogen met pensioen gaan op een lagere leeftijd, maar niet meer dan 5 jaar lager dan de pensioenleeftijd onder normale arbeidsomstandigheden op het moment van pensionering, behalve in gevallen waarin de wet anders bepaalt.
Werknemers met hoge professionele en technische kwalificaties en enkele bijzondere gevallen kunnen met pensioen gaan op een hogere leeftijd, maar niet meer dan 5 jaar ouder dan de pensioengerechtigde leeftijd onder normale arbeidsomstandigheden op het moment van pensionering, tenzij de wet anders bepaalt.
Zo bedraagt de pensioenleeftijd in 2024 voor mannelijke werknemers onder normale omstandigheden 61 jaar; voor vrouwelijke werknemers onder normale omstandigheden is deze 56 jaar en 4 maanden (momenteel is de pensioenleeftijd onder normale omstandigheden voor mannelijke werknemers 60 jaar en 9 maanden, en voor vrouwelijke werknemers 56 jaar).
Werknemers in de volgende gevallen kunnen met pensioen gaan op een lagere leeftijd, maar niet meer dan 5 jaar ouder dan de pensioengerechtigde leeftijd onder normale arbeidsomstandigheden op het moment van pensionering, tenzij de wet anders bepaalt:
- Werknemers die 15 jaar of langer in zware, giftige, gevaarlijke of bijzonder zware, giftige, gevaarlijke banen hebben gewerkt, die op de lijst van het Ministerie van Arbeid, Oorlogsinvaliden en Sociale Zaken staan.
- Werknemers die 15 jaar of langer in gebieden met bijzonder moeilijke sociaal-economische omstandigheden hebben gewerkt, met inbegrip van de werktijd in gebieden met een regionale toeslagcoëfficiënt van 0,7 of hoger vóór 1 januari 2021.
- Werknemers met een verminderde arbeidscapaciteit van 61% of meer.
- Werknemers met een totale werktijd van zware, toxische, gevaarlijke of bijzonder zware, toxische, gevaarlijke banen op de lijst uitgegeven door het Ministerie van Arbeid - Invaliden en Sociale Zaken en werktijd in gebieden met bijzonder moeilijke sociaal-economische omstandigheden, met inbegrip van werktijd op plaatsen met een regionale toeslagcoëfficiënt van 0,7 of hoger vóór 1 januari 2021, van 15 jaar of meer.
Voorwaarden voor het ontvangen van pensioen in 2024
De verhoging van de pensioenleeftijd van werknemers in 2024 ten opzichte van de regelgeving omtrent de pensioenleeftijd in 2023 leidt tot wijzigingen in de voorwaarden voor het ontvangen van pensioen in 2024 van werknemers.
Dienovereenkomstig hebben werknemers die deelnemen aan de verplichte sociale verzekering, op basis van de bepalingen van artikel 54 van de Wet op de sociale verzekeringen 2014 (gewijzigd door punt a, clausule 1, artikel 219 van het Arbeidswetboek 2019), onder normale arbeidsomstandigheden recht op pensioen als zij in een van de volgende gevallen vallen:
(1) Geval 1:
- Bij pensionering 20 jaar of langer sociale verzekeringsbijdragen hebben betaald;
- De pensioenleeftijd voor mannelijke werknemers bedraagt 61 jaar en voor vrouwelijke werknemers 56 jaar en 4 maanden.
(2) Geval 2:
- Bij pensionering 20 jaar of langer sociale verzekeringsbijdragen hebben betaald;
- Minimaal 15 jaar ervaring hebben in een zwaar, giftig, gevaarlijk of bijzonder zwaar, giftig of gevaarlijk beroep of baan op de lijst van het Ministerie van Arbeid, Oorlogsinvaliden en Sociale Zaken, of minimaal 15 jaar ervaring hebben in een gebied met bijzonder moeilijke sociaal-economische omstandigheden, met inbegrip van werktijd in een gebied met een regionale toeslagcoëfficiënt van 0,7 of hoger vóór 1 januari 2021.
- De pensioenleeftijd voor mannen is in 2024 minimaal 56 jaar en voor vrouwen minimaal 51 jaar en 4 maanden, tenzij de wet anders bepaalt.
(3) Geval 3:
- Bij pensionering 20 jaar of langer sociale verzekeringsbijdragen hebben betaald;
- 15 jaar ervaring in ondergrondse kolenwinning.
- De pensioenleeftijd voor mannen bedraagt in 2024 minimaal 51 jaar en voor vrouwen minimaal 46 jaar en 4 maanden.
(4) Geval 4:
- Bij pensionering 20 jaar of langer sociale verzekeringsbijdragen hebben betaald;
- Mensen die met HIV besmet zijn geraakt als gevolg van een arbeidsongeval tijdens de uitvoering van hun taken.
(5) Geval 5: Vrouwelijke werknemers die ambtenaren, ambtenaren of niet-professionele werknemers zijn in gemeenten, wijken of steden die deelnemen aan de sociale verzekering wanneer zij met pensioen gaan en die gedurende 15 tot 20 jaar sociale verzekering hebben betaald en 56 jaar en 4 maanden oud zijn.
Werknemers die deelnemen aan de vrijwillige sociale verzekering hebben recht op pensioen als zij aan de volgende voorwaarden voldoen:
- De pensioenleeftijd voor mannelijke werknemers bedraagt in 2024 61 jaar en voor vrouwelijke werknemers 56 jaar en 4 maanden.
- 20 jaar of langer sociale verzekeringspremies betaald.
Bron






Reactie (0)