Afgevaardigde Ma Thi Thuy nam deel aan de discussie.
Afgevaardigde Ma Thi Thuy benadrukte dat het wetsontwerp dat dit keer is gepresenteerd, in feite veel meningen van afgevaardigden van de Nationale Assemblee tijdens de vorige zitting heeft overgenomen, waarbij de inhoud waar afgevaardigden de vorige keer over spraken, gedeeltelijk is overgenomen.
Afgevaardigde Ma Thi Thuy verzocht de redactiecommissie nogmaals om de kwestie van de sociale pensioenuitkeringen te overwegen, met name wat betreft de hoogte van de sociale pensioenuitkeringen die niet voldoen aan de beginselen van de sociale zekerheid omdat het slechts uitkeringen voor ouderen zijn die zijn overgedragen uit de Wet op de ouderenzorg.
Het zal dus niet de minimale levensstandaard garanderen, of als het dicht bij de minimale levensstandaard ligt, zal het het leven van ouderen niet garanderen. De afgevaardigde stelde voor dat de regering het rapport zorgvuldiger zou overwegen en duidelijker zou evalueren, zodat de Nationale Assemblee het kan overwegen en een besluit kan nemen.
Wat betreft de verplichte sociale verzekeringen zei de afgevaardigde dat artikel 3, paragraaf 6 van het wetsontwerp bepaalt dat deelname aan de verplichte sociale verzekeringen voor andere onderdanen, met een regelmatig stabiel inkomen, wordt beslist door het Permanent Comité van de Nationale Vergadering in overeenstemming met de sociaal -economische ontwikkelingsomstandigheden van elke periode.
Volgens de afgevaardigde vertegenwoordigen momenteel echter veel sectoren met een stabiel inkomen, zoals technologiewerkers (Grap, Shipper, online verkopers...), een groot deel van de groep. De regering heeft momenteel nog geen tijdige oplossing gevonden om deze groep werknemers verplicht te laten deelnemen aan de sociale verzekering. De afgevaardigde stelde voor om in het wetsontwerp de toepassing van de verplichte sociale verzekering voor bepaalde groepen technologiewerkers te bepalen: Grap, Shipper..., en tegelijkertijd de regering te vragen dit artikel nader te specificeren.
De afgevaardigden stelden voor dat de regering zou overwegen de regelgeving inzake het laagste pensioenniveau, zoals vastgelegd in artikel 56, lid 5 van de wet van 2014, af te schaffen. De regelgeving inzake het nieuwe laagste pensioenniveau vormt een basis voor de beoordeling van het niveau van de levensverzekering voor gepensioneerde werknemers.
De afgevaardigden stelden ook voor dat er controle moet zijn op de uitgaven, met name op het gebied van uitgavennormen voor de activiteiten van werkgelegenheidscentra, uitgaven aan faciliteiten en sociale verzekeringen en werkloosheidsverzekeringen voor organisaties buiten de sociale verzekeringssector, die erg kwetsbaar zijn voor misbruik.
Tegelijkertijd wordt aanbevolen dat de Nationale Assemblee overweegt dit wetsvoorstel aan te nemen, en wel na de salarishervorming. Dat wil zeggen dat het tijdens de 8e zitting in oktober-november 2024 moet worden aangenomen in plaats van tijdens de 7e zitting in mei, zodat er tijd is om het te evalueren en aan te passen aan het beleid voor salarishervorming.
Bron
Reactie (0)