Kleuterleidsters genieten de hoogste speciale coëfficiënt
Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding (MOET) heeft zojuist een ontwerpbesluit aangekondigd waarin het salaris- en toelagebeleid voor leraren wordt geregeld. Via het elektronische informatieportaal van het ministerie wordt gevraagd om commentaar van het publiek.

Volgens het Ministerie van Onderwijs en Opleiding zal de salarisbetaling, voordat de regering het nieuwe salarisbeleid vaststelt, nog steeds plaatsvinden volgens de bepalingen van Besluit nr. 204/2004/ND-CP.
Leraren hanteren nog steeds een salarisregeling op basis van de regels die ambtenaren hanteren in andere sectoren en vakgebieden die het beleid "De salarissen van leraren staan op de eerste plaats in het systeem van salarisschalen voor administratieve carrières" nog niet hebben ingevoerd, onder punt a, clausule 1, artikel 23 van de Wet op het onderwijs.
Volgens het ontwerpbesluit hebben alle leerkrachten recht op een speciale salariscoëfficiënt. Met name kleuterleidsters hebben recht op een speciale salariscoëfficiënt van 1,25 ten opzichte van de huidige salariscoëfficiënt; andere leerkrachtenfuncties hebben recht op een speciale salariscoëfficiënt van 1,15 ten opzichte van de huidige salariscoëfficiënt.
Voor leerkrachten die lesgeven op scholen, in klassen voor gehandicapten, in centra ter ondersteuning van de ontwikkeling van inclusief onderwijs en in internaten in grensgebieden, wordt 0,05 extra toegevoegd ten opzichte van het voorgeschreven niveau.
Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding heeft geoordeeld dat de regelgeving inzake specifieke salariscoëfficiënten bijdraagt aan de uitvoering van het beleid dat "de salarissen van leraren het hoogst zijn in het systeem van salarisschalen voor administratieve carrières". De regering heeft nog geen nieuw salarisbeleid vastgesteld en de salarisbetaling vindt nog steeds plaats volgens de bepalingen van Besluit nr. 204/2004/ND-CP.
Meer motivatie om het beroep vol te houden
Wat betreft de specifieke regeling van de salariscoëfficiënt, heeft het Ministerie van Onderwijs en Opleiding berekend dat het budget ongeveer 1,652 miljard VND/maand zal bedragen, voornamelijk voor leerkrachten in het kleuter- en basisonderwijs, omdat zij een groot aantal leerkrachten en andere onderwijsinstellingen vormen die momenteel autonoom zijn op niveau 3 en niveau 2.
Naast de speciale salariscoëfficiënt wordt van leraren verwacht dat ze een toelage voor de verantwoordelijkheid van hun functie, een mobiliteitstoelage en een toelage voor zware, giftige en gevaarlijke taken ontvangen.
Wat de regelgeving rond toeslagen betreft, bedragen de kosten voor het betalen van mobiliteitstoeslagen voor extra vakken ongeveer 5,5 miljard per maand en 50 miljard per jaar.
Het concept staat open voor commentaar vanaf nu tot en met 9 november 2025.
Toen mevrouw Le Thi Thu, leerkracht bij de kleuterschool in Chieng Mung (Son La), hoorde dat er een speciaal salariscoëfficiënt van 1,25 zou worden voorgesteld, vertelde ze dat deze informatie een grote bron van motivatie is.
"Wij, kleuterleidsters, werken bijna de hele dag op school en komen vaak 's avonds laat thuis. Het werk is zwaar, maar de liefde voor kinderen zorgt ervoor dat iedereen het volhoudt. Als dit beleid wordt doorgevoerd, zal het inkomen verbeteren, zal iedereen zich zekerder voelen en lang doorwerken", aldus mevrouw Thu.
Lerares Mua Thi Duong van de kleuterschool Hua Thanh (Dien Bien) heeft meer dan 20 jaar ervaring in het vak en zegt dat ze erg blij is en hoopt dat het ontwerp snel wordt goedgekeurd.
"Het werk van een kleuterleidster is erg zwaar: je gaat vroeg weg en komt laat terug, je brengt de meeste tijd op school door en hebt weinig tijd voor je gezin. Als het inkomen verbetert, wordt het leven stabieler en hoef je minder na te denken over je uitgaven," zei ze.
Mevrouw Duong hoopt dat de staat en de regering meer aandacht zullen besteden aan leraren in berggebieden. Hun werk is moeilijk en bijzonder, maar ze houden altijd van hun baan en van kinderen.
Met de bovenstaande regeling wordt beoogd te voldoen aan de eisen van verantwoordelijkheid wanneer docenten de functie van beroepsgroepsleider/adjunct-groepsleider of vakgroepsleider/adjunct-groepsleider krijgen toegewezen. Tevens wordt gezorgd voor een eerlijke regeling voor de verantwoordelijkheidsvergoeding tussen docenten die een etnische minderheidstaal aan het algemeen onderwijs en bijscholingsinstellingen verlenen en docenten die een etnische minderheidstaal aan de universiteiten doceren. Tevens wordt de regeling aangevuld met de verantwoordelijkheidsvergoeding voor docenten die tevens als studentendecaan werken.
Bron: https://daidoanket.vn/giao-vien-mam-non-ky-vong-he-so-luong-dac-thu-1-25-som-duoc-thong-qua.html






Reactie (0)