Onderzoekers hebben een grote stap voorwaarts gezet op het gebied van orgaantransplantaties: een aap leefde 758 dagen met genetisch gemodificeerde varkensnieren.
Makaakapen, het type aap dat gekozen is voor het onderzoek naar varkensniertransplantaties. Foto: Takasakiyama Natural Zoological Garden
Een nieuwe studie naar de transplantatie van genetisch gemodificeerde varkensnieren bij apen, gepubliceerd in het tijdschrift Nature, werd uitgevoerd door het Amerikaanse biotechbedrijf eGenesis en Harvard Medical School. Het onderzoeksteam gelooft dat genetisch gemodificeerde varkens een mogelijke oplossing zijn voor het wereldwijde tekort aan donoren voor patiënten met orgaanfalen, meldde The Guardian op 11 oktober. Volgens Dr. Michael Curtis, CEO van eGenesis, geeft de nieuwe mijlpaal hoop op deze oplossing en kan het positieve resultaten opleveren voor mensen die een orgaantransplantatie nodig hebben om te kunnen blijven leven.
Wetenschappers hebben decennialang onderzocht of dierlijke organen normaal en veilig kunnen functioneren bij mensen zonder te worden afgestoten door het immuunsysteem van de patiënt, maar de uitdaging is enorm. In het nieuwste experiment gebruikte het team de genbewerkingstool CRISPR om de genen van Yucatán-minivarkens te wijzigen en vervolgens hun nieren te transplanteren naar makaken. De genveranderingen waren bedoeld om orgaanafstoting te voorkomen en eventuele varkensvirussen te verwijderen die mogelijk bij de ontvangers geactiveerd zouden zijn.
In de nieuwe studie beschrijft het team hoe 21 apen overleefden nadat hun nieren waren verwijderd en getransplanteerd met genetisch gemodificeerde varkensnieren. De apen overleven doorgaans slechts 24 dagen omdat de nieren (die waren aangepast om drie genen uit te schakelen) een immuunreactie opwekken. Maar toen het team zeven menselijke genen toevoegde die bloedstolling, ontstekingen en andere immuunreacties verminderen, leefden de apen zeven keer langer, gemiddeld ongeveer 176 dagen.
In combinatie met immunosuppressie, aldus het team, leefde één aap meer dan twee jaar – 758 dagen – met het getransplanteerde orgaan. Curtis zei dat de lange levensduur van sommige apen eGenesis dichter bij de FDA-eis brengt dat dieren minstens 12 maanden moeten overleven voordat klinische proeven op mensen kunnen beginnen.
Het team gebruikte miniatuurvarkens uit Yucatan als "donoren", omdat hun nieren ongeveer even groot zijn als volwassen nieren wanneer ze volgroeid zijn. In het apenexperiment werden de varkensnieren getransplanteerd toen ze 2-3 maanden oud waren en kleiner van formaat.
Tatsuo Kawai, lid van het onderzoeksteam en professor aan de Harvard Medical School, zei dat ze verwachtten dat de gemodificeerde varkensorganen beter zouden werken bij mensen dan bij apen, omdat ze beter bij elkaar pasten. Professor Dusko Ilic van King's College London noemde het nieuwe werk baanbrekend, maar zei dat er nog een lange weg te gaan was voordat de methode in klinische studies kon worden gebruikt.
Thu Thao (volgens Guardian )
Bronlink
Reactie (0)