Op de middag van 22 oktober, ter voortzetting van het programma van de 8e zitting van de 15e Nationale Vergadering , presenteerde de voorzitter van de Commissie Justitie van de Nationale Vergadering, Le Thi Nga, een rapport waarin de ontvangst en herziening van het gewijzigde wetsontwerp inzake de preventie en bestrijding van mensenhandel werd toegelicht.
Effectief omgaan met mensenhandel
In een samenvattend verslag over de ontvangst en herziening van het gewijzigde wetsontwerp inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel, stelde Le Thi Nga, voorzitter van de Commissie Justitie van de Nationale Vergadering, dat het Permanente Comité van de Nationale Vergadering had vastgesteld dat het concept 'mensenhandel' in het ontwerp van de basiswet de eenheid en uniformiteit van het rechtssysteem heeft gewaarborgd, voldoet aan de praktische vereisten in de strijd tegen mensenhandel en de naleving van internationale verdragen inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel waarvan Vietnam lid is.

Het wetsontwerp, dat is opgenomen, herzien en aangevuld om ter overweging aan de Nationale Vergadering te worden voorgelegd tijdens deze zitting, bestaat uit 8 hoofdstukken en 65 artikelen (1 artikel minder dan het wetsontwerp dat aan de Nationale Vergadering is voorgelegd, inclusief het verwijderen van de artikelen 34, 56, 58, 59; het toevoegen van de artikelen 21, 40 en 64; het wijzigen van 63 artikelen en het ongewijzigd laten van 2 artikelen).
Opvallend is dat het concept 'mensenhandel' in het wetsontwerp inhoudelijk is uitgebreid ten opzichte van het Wetboek van Strafrecht en de huidige wetgeving. Zo is er de bepaling dat personen van 16 tot 18 jaar alleen de gedrags- en doelkenmerken hoeven te bezitten om als mensenhandel te worden beschouwd en dus net zo beschermd zijn als personen jonger dan 16 jaar. Deze bepaling is ook in overeenstemming met het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de Rechten van het Kind.
De Permanente Commissie van de Nationale Assemblee is van mening dat een ruimere definitie van het begrip "mensenhandel" dan die van het Wetboek van Strafrecht zal dienen als basis voor verbetering van het strafrecht en de strafprocedure om dit soort criminaliteit effectiever aan te pakken en het bewustzijn van mensen over het voorkomen en bestrijden van mensenhandel verder te vergroten. Tegelijkertijd heeft het begrip "mensenhandel" in het wetsontwerp, om strengheid te waarborgen en preventie te verbeteren, ook een ruimere inhoud dan sommige internationale verdragen, zoals de toevoeging van andere onmenselijke doeleinden en andere methoden.

In sommige opinies werd voorgesteld om de handeling "overeenkomst tot koop en verkoop van mensen terwijl ze nog in de foetus zijn" toe te voegen aan het concept van mensenhandel in Clausule 1, Artikel 2, als basis voor het effectief bestrijden en voorkomen van overeenkomsten tot koop en verkoop van mensen terwijl ze nog in de foetus zijn. Het Permanent Comité van de Nationale Assemblee erkende dat de situatie van de koop en verkoop van foetussen met het oog op de koop en verkoop van kinderen na de geboorte de afgelopen jaren een zorgwekkende realiteit is. Deze overeenkomst tot koop en verkoop is in wezen een voorwaarde voor mensenhandel (het kopen en verkopen van mensen terwijl ze zich nog in de foetusfase bevinden), maar de behandeling van deze handeling is niet wettelijk geregeld. In overeenstemming met de opinies van afgevaardigden van de Nationale Assemblee heeft Clausule 2, Artikel 3 van het wetsontwerp de verboden handeling "overeenkomst tot koop en verkoop van mensen terwijl ze zich nog in de foetusfase bevinden" vastgelegd.
Slachtoffers krijgen rechtsbijstand en juridische ondersteuning
Met betrekking tot het begrip slachtoffer, de persoon die zich in het proces van identificatie als slachtoffer bevindt (clausule 6 en clausule 7, artikel 2), oordeelde het Permanent Comité van de Nationale Assemblee dat indien de regelgeving erop gericht is dat het slachtoffer eenieder is die het slachtoffer is van mensenhandel, dit in de praktijk zeer moeilijk te bewijzen zal zijn en de haalbaarheid niet garandeert. Daarom moet de identificatie van slachtoffers gebaseerd zijn op specifieke criteria, zoals schending door mensenhandel en identificatie door bevoegde autoriteiten. Tegelijkertijd voorziet het wetsontwerp ook in ruimere bepalingen dan de vereisten van internationale verdragen ter ondersteuning van mensen die zich in het proces van identificatie als slachtoffer bevinden. Daarom wordt voorgesteld het te behouden zoals in het wetsontwerp.
Naar aanleiding van de standpunten van afgevaardigden in de Nationale Assemblee is artikel 37 van het wetsontwerp herzien in de zin dat personen jonger dan 18 jaar die slachtoffers begeleiden, en personen die in het proces zitten van identificatie als slachtoffer, recht hebben op dezelfde ondersteuningsregelingen als slachtoffers, met uitzondering van ondersteuning voor beroepsopleiding, arbeidsbegeleiding, een uitkering voor mensen met een beginnende financiële tegenslag en ondersteuning bij leningen. Andere ondersteuningsregelingen voor kinderen (indien van toepassing) worden geïmplementeerd in overeenstemming met de bepalingen van de kinderwet.


Met betrekking tot rechtsbijstand en juridische ondersteuning (artikel 42) oordeelde het Permanent Comité van de Nationale Vergadering dat slachtoffers, volgens de bepalingen van de huidige wet, rechtsbijstand krijgen om procedures voor de registratie van hun woonplaats en huishouden te voltooien, ondersteuningsregelingen te ontvangen en schadevergoeding te eisen. Om het doel te bereiken, namelijk om slachtoffers, mensen die zich in het proces van slachtofferidentificatie bevinden, als middelpunt te beschouwen, moet de ondersteuning die zij na hun opsluiting ontvangen, tijdig, snel en onmiddellijk worden uitgevoerd.
Het begrip "rechtsbijstand" in het wetsontwerp wordt daarom opgevat als advies ter voorkoming van hernieuwde mensenhandel, advies over procedures voor verblijfsregistratie, gezinsregistratie, het aanmaken van identiteitskaarten en het ontvangen van ondersteuningsregelingen. De uitvoering vindt plaats door het Volkscomité op gemeentelijk niveau, de Vietnamese vertegenwoordiging in het buitenland waar de opvang plaatsvindt. Artikel 42 van het wetsontwerp is opgesplitst in twee clausules die rechtsbijstand en rechtsbijstand regelen...
Over de regelgeving die het "kopen en verkopen van foetussen" verbiedt, zei Thai Thi An Chung, plaatsvervangend hoofd van de delegatie van de Nationale Assemblee van de provincie Nghe An , dat dit een nieuwe vorm van mensenhandel is die recentelijk is ontstaan. In het verleden waren er echter problemen met de afhandeling. De slachtoffers zijn voornamelijk vrouwen en etnische minderheden in afgelegen gebieden die naar het buitenland worden gelokt om zwanger te worden, te bevallen en de foetussen te verkopen voor geld of in ruil voor andere goederen. Deze overeenkomst is in wezen een basis voor mensenhandel. De afhandeling ervan is echter nog steeds lastig omdat er geen regelgeving in het Wetboek van Strafrecht is opgenomen.
Om een juridisch kader te creëren en kinderen te beschermen, is het volgens afgevaardigde Thai Thi An Chung dringend noodzakelijk om in het wetsontwerp een verbod op "het sluiten van overeenkomsten tot koop en verkoop van mensen terwijl zij nog in de baarmoeder zijn" op te nemen. Dit verbetert de mogelijkheden om dit soort criminaliteit te bestrijden en beschermt tegelijkertijd de rechten van kinderen beter. Dit alles in overeenstemming met de internationale verdragen waaraan ons land heeft deelgenomen.
Bron: https://kinhtedothi.vn/nghiem-cam-thoa-thuan-mua-ban-nguoi-tu-khi-con-dang-la-bao-thai.html






Reactie (0)