Het openbare grondoppervlak dat in aanmerking komt voor splitsing in een onafhankelijk project, moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
a) In overeenstemming met de door het Provinciaal Volkscomité goedgekeurde ruimtelijke ordening op districtsniveau of in overeenstemming met de algemene stadsplanning of bestemmingsplanplanning (indien van toepassing), gedetailleerde planning (indien van toepassing), regelgeving inzake stedelijk architectuurbeheer (indien van toepassing), regelgeving inzake architectuurbeheer op het platteland (indien van toepassing), waarbij gezorgd wordt voor een synchrone technische infrastructuurverbinding met aangrenzende investeringsprojecten of verwante bestaande gebieden die zijn goedgekeurd volgens de regelgeving.
b) Bij toeristische projecten moet het goedgekeurde functionele bestemmingsplan worden gevolgd.
c) Golfbaanprojecten moeten voldoen aan de goedgekeurde functionele bestemmingsplannen en aan de voorwaarden voor de aanleg en uitbreiding van golfbanen zoals voorgeschreven in Besluit nr. 52/2020 van 27 april 2020 van de regering .
d) Zorg voor een minimaal grondoppervlak in overeenstemming met de nationale technische voorschriften inzake bouwplanning in circulaire nr. 01 van 19 mei 2021 van het Ministerie van Bouw.
d) Zorgt ervoor dat het gebied en de doelstellingen van het sociaal-economische ontwikkelingsproject zijn opgenomen in de lijst met investeringsaantrekkelijke projecten die is opgesteld door het Provinciaal Volkscomité.
e) Met inbegrip van één of meerdere aangrenzende of aaneengesloten percelen land.
g) Ten minste één zijde grenzend aan een bestaande verkeersweg hebben (moet in overeenstemming zijn met de planning) of een planning hebben voor een verkeersweg van niveau VI of hoger en een stedelijke weg van niveau V of hoger, na uitsluiting van de verkeersveiligheidscorridor of weg die is aangelegd volgens de goedgekeurde planning (indien van toepassing). De minimale lengte van het oppervlak grenzend aan de verkeersweg bedraagt 20 m (niet van toepassing op zandbanken en rivieroevers).
h) Het gebied binnen het grondgebied waar het investeringsproject wordt uitgevoerd, moet aangrenzend en aaneengesloten zijn en kan een perceel grond vormen met een minimale zijlengte van 30 m.
Voor het openbare grondoppervlak dat voldoet aan de voorwaarden in lid 1 van dit artikel, geldt dat het aan de volgende criteria, schaal en verhouding moet voldoen om in onafhankelijke projecten te kunnen worden opgedeeld:
a) Voor projecten in wijken en steden: Het deel van het openbare landoppervlak dat in aanmerking komt voor opsplitsing in onafhankelijke projecten bedraagt 30% of meer van het totale landoppervlak dat voor de uitvoering van het project wordt voorgesteld en heeft een minimale oppervlakte van 0,3 ha.
b) Voor projecten in de overige gebieden: Het aandeel van het openbare grondgebied dat in aanmerking komt om te worden gesplitst in onafhankelijke projecten bedraagt ten minste 40% van het totale grondgebied dat voor de uitvoering van het project wordt voorgesteld en heeft een minimale oppervlakte van 0,3 ha; indien uitgevoerd in gebieden met bijzonder moeilijke sociaal-economische omstandigheden, is de minimale oppervlakte 0,5 ha of meer; indien uitgevoerd in gebieden met moeilijke economische omstandigheden, is de minimale oppervlakte 1 ha of meer.
c) Voor projecten die zich op twee of meer locaties bevinden zoals voorgeschreven in punt a en punt b van dit artikel, worden de criteria voor de verhouding op de locatie met het grootste openbare grondoppervlak in aanmerking genomen. d) Voor golfbaanprojecten: de verhouding van het openbare grondoppervlak dat in aanmerking komt om te worden verdeeld in onafhankelijke projecten, moet meer dan 80% bedragen van het totale oppervlak aan land dat voor de uitvoering van het project wordt voorgesteld.
Indien het landoppervlak niet voldoet aan de voorwaarden, criteria, schaal en verhouding om te worden gesplitst in een onafhankelijk project zoals voorgeschreven in clausule 1 en clausule 2 van dit artikel, wordt het opgenomen in het totale landoppervlak voor de oprichting van het project en wordt het door de staat teruggevorderd om te worden toegewezen of verpacht aan investeerders om het project uit te voeren zonder veiling van landgebruiksrechten, zonder dat er een bod hoeft te worden uitgebracht om investeerders te selecteren voor de uitvoering van projecten waarbij land wordt gebruikt.
Bron: https://baoquangnam.vn/quy-dinh-dieu-kien-tach-dat-do-co-quan-to-chuc-cua-nha-nuoc-quan-ly-thanh-du-an-doc-lap-3145214.html






Reactie (0)