De wetgevingscommissie van de Nationale Vergadering is van mening dat de bepalingen van het gewijzigde wetsontwerp over huisvesting knelpunten moeten wegnemen in de volgorde en procedures voor het verhuizen van bewoners uit gevaarlijke appartementengebouwen die het risico lopen in te storten; het selecteren van investeerders voor de renovatie en herbouw van appartementengebouwen; het overeenkomen van compensatie- en herhuisvestingsplannen na de selectie van investeerders...
Voorzitter van de wetgevingscommissie van de Nationale Vergadering, Hoang Thanh Tung, brengt verslag uit over de herziening van het gewijzigde wetsontwerp over huisvesting. (Foto: DUY LINH).
Vermijd overlapping en conflict met het gewijzigde ontwerp van de Grondwet
Op de ochtend van 5 juni presenteerde de voorzitter van de wetgevingscommissie van de Nationale Vergadering, Hoang Thanh Tung, het evaluatierapport over het gewijzigde wetsontwerp op de huisvesting. Hij stelde dat een van de grootste problemen die moet worden opgelost bij het wijzigen van de wet op de huisvesting, de moeilijkheid is om oude, vervallen en beschadigde appartementengebouwen te slopen, te renoveren en opnieuw op te bouwen.
In het wetsontwerp dat aan de Nationale Assemblee is voorgelegd, is rekening gehouden met de adviezen van de vaste commissie van de Nationale Assemblee tijdens de zitting van maart 2023. De optie voor de duur van het eigendom van appartementengebouwen is geschrapt. De wetscommissie heeft echter geoordeeld dat de aanvullende inhoud van het wetsontwerp niet voldoet aan de eisen met betrekking tot specificiteit en haalbaarheid met betrekking tot de bevoegdheid, orde en procedures voor het verhuizen van bewoners, het slopen, renoveren en herbouwen van onveilige appartementengebouwen, en dat deze nader moet worden beoordeeld en onderzocht.
Op basis van onderzoek, toezicht en controle op de uitvoering van de wet op de renovatie en herbouw van appartementengebouwen in de praktijk in grote steden, is de Wetcommissie van mening dat de bepalingen van het wetsontwerp over dit onderwerp knelpunten moeten wegnemen in: procedures voor het verhuizen van bewoners uit gevaarlijke appartementengebouwen die het risico lopen in te storten; het selecteren van investeerders voor de renovatie en herbouw van appartementengebouwen; het overeenkomen van compensatie- en herhuisvestingsplannen na de selectie van investeerders; ingewikkelde en langdurige investeringsprocedures voor projecten voor de renovatie en herbouw van appartementengebouwen.
Afgevaardigden wonen de vergadering op de ochtend van 5 juni bij. (Foto: DUY LINH).
Met name de gedwongen verhuizing van bewoners uit gevaarlijke, op instortingsgevaar staande appartementengebouwen heeft een directe impact op grondwettelijke rechten (recht op legaal verblijf, onschendbaar recht op huisvesting, recht op huiseigendom, etc.) en moet daarom in de wet worden geregeld.
Daarom wordt aanbevolen dat de overheid onderzoek doet naar de bevoegdheid, de volgorde, de procedures voor verhuizingen en, indien nodig, passende handhavingsmaatregelen om een effectieve uitvoering van het beleid voor de renovatie en herbouw van appartementengebouwen te garanderen.
Tegelijkertijd moet in de wet het stempercentage worden vastgelegd voor de selectie van compensatie- en hervestigingsopties voor appartementseigenaren. Daarnaast moet de regeling worden aangevuld met de bepaling dat, indien er na een bepaalde door de regering voorgeschreven periode geen overeenstemming is bereikt over de optie, de compensatie en hervestiging zullen worden uitgevoerd volgens de optie die is vastgesteld door het Provinciaal Volkscomité op basis van de compensatie- en hervestigingsbeginselen die zijn vastgelegd in de Huisvestingswet.
In het ontwerp van wet zijn de bepalingen van de huidige Woningwet overgenomen, punt a, clausule 1, artikel 72, waarin is bepaald dat in het geval van een appartementengebouw dat moet worden gesloopt maar volgens de planning wordt herbouwd, de eigenaren ter plaatse voor herhuisvesting zullen zorgen en geld moeten bijdragen voor de herbouw van het appartementengebouw.
De Wetgevende Commissie heeft deze bepaling goedgekeurd omdat deze consistent is met de praktijk en de wettelijke grondgebruiksrechten van eigenaren van gesloopte appartementengebouwen waarborgt. Punt a, lid 3, artikel 79 van het gewijzigde ontwerp van de Grondwet bepaalt echter dat projecten voor de renovatie en herbouw van appartementengebouwen onder de bepalingen van de Woningwet vallen onder de grondontginning voor sociaaleconomische ontwikkeling ten behoeve van nationale en publieke belangen, wat leidt tot overlappingen en conflicten tussen de twee wetten.
Daarom wordt aanbevolen dat de regering het Ministerie van Bouw en het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen en Milieu opdracht geeft om samen te werken bij het beoordelen en voorstellen van een uniforme oplossing om de bovenstaande inhoud in de twee wetsontwerpen te verwerken, en zo de legitieme en wettelijke rechten en belangen van appartementseigenaren met stabiele en langdurige woongrond te waarborgen.
De juridische commissie stelde ook voor om door te gaan met het onderzoeken en verduidelijken van de specifieke aard van renovatie- en reconstructieprojecten van appartementengebouwen, om regelgeving te ontwikkelen over geschikte investeringsprocedures en -processen, om overlappingen en duplicaties te voorkomen, om hogere nalevingskosten te voorkomen en om de tijd voor het beoordelen, goedkeuren en goedkeuren van investeringsbeleid te verlengen.
Het is noodzakelijk om het minimumpercentage van grondgebruiksvergoedingen en grondhuur voor sociale woningbouw te reguleren.
Met betrekking tot het beleid inzake de ontwikkeling van sociale huisvesting bepaalt artikel 80 van clausule 1 van het wetsontwerp dat de toewijzing van grondgelden voor de ontwikkeling van sociale huisvesting de verantwoordelijkheid is van het provinciaal Volkscomité. Artikel 80 van clausule 3 vult aan dat het provinciaal Volkscomité verantwoordelijk is voor het rapporteren aan de Volksraad op hetzelfde niveau over de toewijzing van een bepaald deel van de fondsen die worden ontvangen uit grondgebruiksvergoedingen en grondhuren van commerciële woningbouw en investeringsprojecten in stedelijke gebieden in het gebied om compensatie, terreinruiming (indien van toepassing) en investeringen in de bouw van technische infrastructuursystemen voor investeringsprojecten in de bouw van sociale huisvesting of investeringen in de bouw van sociale huisvestingsprojecten uit te voeren.
De meerderheid van de adviezen in de Wetcommissie stemde in met de bepalingen van het wetsontwerp. Om de transparantie en haalbaarheid te waarborgen en de verantwoordelijkheid van lokale overheden bij de uitvoering te vergroten, wordt echter voorgesteld de regelgeving over het minimumpercentage van de grondgebruiksvergoedingen en grondhuren van commerciële woningbouwprojecten en stedelijke gebieden dat uit de lokale begroting wordt ontvangen, aan te vullen en te gebruiken voor sociale woningbouw.
Bovendien oordeelde de Wetgevende Commissie dat, volgens de bepalingen van de huidige Woningwet, investeerders die commerciële woningbouwprojecten en stedelijke gebieden bouwen, naast de toewijzing van 20% van het grondfonds, ook moeten investeren in synchrone technische infrastructuur voor de bouw van sociale woningen. Als alleen de grondgebruiksvergoeding en grondhuur worden afgetrokken, wordt deze feitelijk nog steeds van de staatsbegroting afgetrokken.
Minister van Bouw Nguyen Thanh Nghi presenteert het voorstel van de regering over het wetsontwerp op de huisvesting (gewijzigd). (Foto: DUY LINH).
Daarom is het aan te raden om aanvullende regelgeving te onderzoeken over de verantwoordelijkheid voor het bijdragen van fondsen aan de bouw van sociale woningen door investeerders in commerciële woningbouw- en bouwprojecten in stedelijke gebieden.
Wat betreft stimulansen voor investeerders in sociale woningen voor verkoop, huurkoop of lease, bepaalt artikel 82 van het wetsontwerp dat investeerders in sociale woningbouwprojecten die niet worden gefinancierd door staatsbegrotingskapitaal, nationale obligaties, obligaties, officieel ontwikkelingshulpkapitaal, preferentiële leningen van sponsors, enz., zijn vrijgesteld van grondgebruikskosten en grondhuur voor het gehele grondoppervlak van het project en dat zij geen procedures hoeven uit te voeren voor het bepalen van grondprijzen, het berekenen van grondgebruikskosten en grondhuren die zijn vrijgesteld volgens de bepalingen van de wet op grond.
Daarnaast gelden er overeenkomstig de belastingwetgeving gunstige btw-tarieven en vennootschapsbelasting.
De meerderheid van de meningen in de commissie voor wetgeving stemde in met de bepalingen van het wetsontwerp. Tegelijkertijd werd voorgesteld om artikel 82, lid 2, aan te vullen met de regelgeving over het maximale aandeel van particuliere grondfondsen voor de bouw van bedrijfs-, dienstverlenings- en commerciële voorzieningen in sociale woningbouwprojecten. Dit om strengheid te garanderen en mazen in de wet te voorkomen die misbruikt kunnen worden bij het voorstellen van investeringsprojecten voor de bouw van sociale woningbouw. Het hoofddoel is echter om grond beschikbaar te hebben voor de bouw van bedrijfs-, dienstverlenings- en commerciële voorzieningen.
Wat betreft de vaststelling van verkoopprijzen, huurprijzen en huurkoopprijzen van sociale woningen waarin niet door de staat is geïnvesteerd en die door de staat zijn gebouwd, stemde de meerderheid van de meningen in de Wetcommissie in met de bepalingen van het wetsontwerp inzake het volledig doorberekenen van kosten in de verkoopprijs om het investeringskapitaal van ondernemingen terug te verdienen en zo de legitieme rechten en belangen van investeerders te waarborgen.
Om transparantie en striktheid te garanderen, is het echter aan te raden om de ‘andere redelijke kosten’ die in de verkoopprijs zijn opgenomen, te bestuderen en te verduidelijken, of principes en voorwaarden vast te leggen voor kosten die als redelijk worden beschouwd wanneer ze in de verkoopprijs zijn opgenomen.
Volgens: nhandan.vn
Bronlink






Reactie (0)