Volgens decreet 160 van de regering betreffende de opleiding en het examen van bestuurders moeten opleidingscentra over een locatie beschikken om faciliteiten te bouwen die een minimale wettelijke bruikbare oppervlakte van 1.000 vierkante meter garanderen en moeten er specifieke voorwaarden zijn voor het systeem van gespecialiseerde klaslokalen.
Specifieke regels voor hoofden van rijopleidingsinstellingen
In het besluit staat duidelijk vermeld dat een rijopleidingsinstelling een soort onderneming, coöperatie of onderwijsinstelling is.
Tot de personele middelen van een opleidingsinstelling behoren: het hoofd van de opleidingsinstelling; gespecialiseerde en professionele afdelingen of divisies; vakgroepen; opleidingsdiensteenheden.
Illustratieve foto van een driving range (Foto: Ta Hai).
Hierbij is het hoofd van de autorijschool de directeur die de eenheid vertegenwoordigt voor de wet en die verantwoordelijk is voor het beheer van de activiteiten van de autorijschool.
De directeur van een opleidingsinstituut voor auto's moet aan de volgende normen voldoen: hij/zij moet een diploma van minimaal hbo-niveau hebben en een opleiding en ontwikkeling in het management van beroepsonderwijs hebben gevolgd.
Met betrekking tot docenten bepaalt het besluit: Opleidingsinstellingen moeten beschikken over een team van docenten die theorie en praktijk doceren en die voldoen aan de voorgeschreven normen. Het aantal docenten dat rijlessen geeft, moet voldoen aan de planning voor het inzetten van oefenauto's voor de opleiding.
Faciliteiten met een minimale oppervlakte van 1.000 m2
Wat de technische voorzieningen betreft, vereist het besluit dat opleidingsvoorzieningen over een bouwlocatie moeten beschikken die een wettelijk toegestane gebruiksoppervlakte van minimaal 1.000 vierkante meter garandeert.
Het besluit legt de voorwaarden voor het gespecialiseerde klaslokaalsysteem vast.
De ruimte maakt specifiek gebruik van theoretische leerstof en beschikt over apparatuur ter ondersteuning van het lesgeven over de volgende onderwerpen: verkeerswetgeving, verkeersethiek, verkeerscultuur, preventie van de schadelijke effecten van alcohol en bier bij deelname aan het verkeer, en brandpreventie en -redding. Indien de IT-apparatuur niet voldoet aan de eisen voor verkeerslichten of rijexamens, moet er een tekensysteem aanwezig zijn. De oppervlakte van het leslokaal bedraagt minimaal 48 m² per ruimte.
Het leslokaal voor autotechniek is uitgerust met apparatuur voor informatietechnologie ter ondersteuning van de lessen over de structuur, veelvoorkomende reparaties en rijtechnieken, en nieuwe kennis over upgrading. Het leslokaal beschikt over een model van het ontleden van een motor, transmissiesysteem en elektrisch systeem. Het leslokaal is uitgerust met gespecialiseerd gereedschap om studenten te begeleiden bij het demonteren en monteren van banden en het controleren van olie en koelvloeistof. Er staan auto's opgekrikt om de veiligheid te garanderen bij het oefenen met koude en warme uitrusting.
Tevens dient er een rijopleidingscabine aanwezig te zijn. Indien de apparatuur op het gebied van informatietechnologie niet is voorzien van een schema waarin de structuur en de werkingsprincipes van de motor, het transmissiesysteem, het ophangingssysteem, het remsysteem, het stuursysteem en de basisbediening van het rijden (verstellen van de bestuurdersstoel, rijhouding, stuurwielpositie...) worden beschreven, dient er een tekensysteem aanwezig te zijn. De oppervlakte van het klaslokaal mag niet kleiner zijn dan 100 m2/lokaal.
Indien het model van het motorgedeelte, het transmissiesysteem, het elektrische systeem; de ruimte voor het instrueren van studenten om banden te demonteren en te monteren, de auto-olie en koelvloeistof te controleren; de auto om te oefenen met koude en warme versnelling; de autorijlescabine in aparte ruimtes zijn ingericht, mag de oppervlakte van het klaslokaal niet kleiner zijn dan 48 m2/lokaal;
In het besluit staat ook duidelijk dat het systeem van gespecialiseerde klaslokalen onder het wettelijke gebruik van rijscholen valt; rijscholen voor auto's moeten het aantal theoretische leslokalen en lokalen voor de autotechnische training afstemmen op het verkeersvolume, de vorm en het trainingsprogramma.
Het aantal klaslokalen wordt berekend op basis van de leerlingenstroom. Daarbij hanteren we het principe dat 01 lokaal wordt gebruikt voor theorieonderwijs en 01 lokaal wordt gebruikt voor autotechniekonderwijs. Hiermee wordt voldaan aan het maximale aantal leerlingen van 500.
Trainingsfaciliteiten moeten over oefenvoertuigen beschikken die wettelijk eigendom zijn.
Het besluit vereist dat opleidingsinstellingen over oefenvoertuigen van de toegestane opleidingscategorieën beschikken, onder het rechtmatige gebruik van de rijopleidingsinstelling; en dat zij door een bevoegde autoriteit een rijbewijs voor oefenvoertuigen hebben gekregen.
Indien de opleidingsinstelling over een rijexamendienst beschikt, is het op basis van de gebruikstijd van het examenvoertuig voor examendoeleinden toegestaan het examenvoertuig te gebruiken voor zowel het afnemen van rijexamens als het opleiden van machinisten, maar moet ervoor worden gezorgd dat het aantal examenvoertuigen dat wordt gebruikt voor de berekening van de opleidingscapaciteit niet meer bedraagt dan 50% van het aantal examenvoertuigen dat wordt gebruikt voor het geven van rijlessen;
Oefenvoertuigen van alle klassen moeten voertuigen gebruiken die overeenkomen met de rijbewijsklasse zoals gespecificeerd in clausule 1, artikel 57 van de Wet op de verkeersregels en -veiligheid. Waaronder: Oefenvoertuigen van klasse B omvatten voertuigen met automatische transmissie (inclusief elektrische auto's) of mechanische transmissie (handgeschakeld); oefenvoertuigen van de klassen C1, C, D1, D2, D, BE, C1E, CE, D1E, D2E en DE met mechanische transmissie (handgeschakeld);
Vrachtwagens die worden gebruikt als rijopleidingsvoertuigen van klasse B, moeten een totaal ontworpen gewicht hebben van 2.500 kg tot 3.500 kg, waarbij dit gewicht niet meer mag bedragen dan 30% van het totale aantal rijopleidingsvoertuigen van dezelfde klasse op de trainingsfaciliteit;
De oefenauto is voorzien van borden 02 "RIJOEFENING" voor en achter het voertuig volgens het voorgeschreven model; beschikt over een hulpremsysteem om de remwerking te waarborgen, dat naast de stoel van de instructeur voor de rijoefening is aangebracht; de oefenauto voor op de weg beschikt over een apparaat om de tijd en afstand van de rijoefening van de leerling te bewaken; de oefenauto is een vrachtwagen met een regen- en zonnekap en een stoel voor de leerling; beschikt over een geldig certificaat van technische veiligheidskeuring en milieubescherming voor wegvoertuigen;
Een driewielige motorfiets die wordt gebruikt als oefenvoertuig voor het besturen van gehandicapten, is een driewielige motorfiets die wordt gebruikt voor gehandicapten en die door een bevoegde autoriteit is voorzien van een kentekenbewijs en een kentekenplaat;
Auto's van klasse B die worden gebruikt als oefenauto's voor mensen met een beperking aan de rechtervoet, rechterhand of linkerhand; Auto's van klasse B die worden gebruikt als oefenauto's voor mensen met een beperking, moeten een geschikte structuur hebben, zodat de gehandicapte met zijn overige handen en voeten het stuur kan vasthouden en de richtingaanwijzerhendel, koplampen, ruitenwissers, versnellingspook, handremhendel, rempedaal en gaspedaal in alle rijsituaties gemakkelijk kan bedienen, overeenkomstig de ontwerpfunctie van de autofabrikant, of moeten beschikken over een bevoegde instantie die een certificaat voor motorvoertuigombouw afgeeft, waarin wordt bevestigd dat het besturingssysteem van het voertuig geschikt is om mensen met een beperking veilig te laten rijden.
Het oefenterrein moet beschikken over een compleet verkeersbordensysteem en er moeten voldoende lessen worden gegeven, afgestemd op de inhoud van het trainingsprogramma.
Het besluit vereist dat het oefenterrein voor rijvaardigheid onder het rechtmatig gebruik van de rijopleidingsinstelling valt; indien de opleidingsinstelling over rijexamenfaciliteiten beschikt, is het, op basis van de tijd dat het oefenterrein voor examendoeleinden wordt gebruikt, toegestaan het oefenterrein te gebruiken voor zowel het afnemen van rijexamens als het opleiden van machinisten, maar er mogen maximaal 0,1 oefenterrein worden gebruikt voor de berekening van het opleidingsvolume;
Autorijscholen bepalen het aantal oefenterreinen voor autorijden dat geschikt is voor het verkeersvolume en het trainingsprogramma; het aantal oefenterreinen voor autorijden wordt berekend op basis van het verkeersvolume van de studenten; bepaald volgens het principe dat 01 oefenterrein voor autorijden voldoet aan het maximale verkeersvolume van 1.000 studenten;
Het oefenterrein voor autorijden moet over een toereikend systeem van verkeersborden beschikken, zodat er voldoende ruimte is om lessen te organiseren in overeenstemming met de inhoud van het trainingsprogramma voor de voertuigklassen die voor de training worden gebruikt; de indeling qua vorm en omvang van de uitgebreide oefenterreinen voor autorijden moet voldoen aan de Nationale Technische Reglementen voor rijexamens voor motorvoertuigen voor elke overeenkomstige voertuigklasse en moet beperkt zijn;
Het speelveld is voorzien van een hoogte- en drainagesysteem om te voorkomen dat het overstroomt. Het oppervlak van de rijstroken en de oefenbaan is verhard met asfalt of cementbeton, met voldoende wegmarkeringen.
Er is een wachtruimte en er zijn zitplaatsen waar studenten kunnen oefenen.
Bron: https://www.baogiaothong.vn/tu-1-1-2025-co-so-dao-tao-lai-xe-o-to-phai-dap-ung-dieu-kien-kinh-doanh-nao-192241225182311738.htm






Reactie (0)