Verhoog de rijleeftijd
De Wet op de verkeersorde en -veiligheid (ATGT) werd op 27 juni door de Nationale Vergadering aangenomen en treedt in werking op 1 januari 2025. De wet voegt een aantal nieuwe bepalingen toe, met name:
Artikel 59 van de nieuwe Wet op de Verkeersveiligheid bepaalt de leeftijd en de gezondheidstoestand van bestuurders die aan het wegverkeer deelnemen:
Personen van 16 jaar en ouder mogen een motor besturen;
Personen van 18 jaar en ouder krijgen een rijbewijs van de klassen A1, A, B1, B, C1 en een certificaat van scholing in het verkeersrecht om met speciale motorfietsen op de weg te mogen rijden;
Personen van 21 jaar en ouder krijgen een rijbewijs klasse C, BE;
Personen van 24 jaar en ouder krijgen een rijbewijs van de klasse D1, D2, C1E, CE;
Personen van 27 jaar en ouder krijgen een rijbewijs van de klassen D, D1E, D2E en DE;
De maximumleeftijd voor bestuurders van personenauto's (inclusief bussen) met meer dan 29 zitplaatsen (exclusief de bestuurdersstoel) en slaapwagons bedraagt 57 jaar voor mannen en 55 jaar voor vrouwen.
Bestuurders van voertuigen die deelnemen aan het wegverkeer, moeten ervoor zorgen dat hun gezondheid past bij het type voertuig dat zij mogen besturen.
De minister van Volksgezondheid stelt gezondheidsnormen en medische onderzoeken vast voor bestuurders en bestuurders van speciale motoren; stelt periodieke medische onderzoeken vast voor autobestuurders; en stelt een database samen over de gezondheid van bestuurders en bestuurders van speciale motoren.
Vergeleken met de huidige regelgeving in de Wegenverkeerswet van 2008 is de maximumleeftijd voor bestuurders van voertuigen met meer dan 29 zitplaatsen in de nieuwste Wegenverkeerswet met 5 jaar verhoogd voor vrouwen en met 2 jaar voor mannen (voorheen was de leeftijd voor vrouwen 50 jaar en voor mannen 55 jaar).
Regelgeving over arbeidsuren van maximaal 48 uur per week
Volgens artikel 64 van de Wet op de verkeersveiligheid zijn de werktijden van chauffeurs van bedrijfs- en interne transportmiddelen gereguleerd.
Volgens deze wet mag de rijtijd van een autobestuurder niet meer dan 10 uur per dag en niet meer dan 48 uur per week bedragen. Het onafgebroken rijden mag niet meer dan 4 uur duren. Daarbij moeten de relevante bepalingen van de Arbeidswet worden nageleefd.
De vervoersbedrijfseenheden, de interne transportbedrijven en de chauffeurs van de vervoersbedrijven en de interne transportvoertuigen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de bepalingen in dit artikel.
Vergeleken met de Wegenverkeerswet van 2008, hanteert de nieuwe Wegenverkeerswet nog steeds de regel dat automobilisten niet meer dan 10 uur per dag mogen rijden, niet meer dan 4 uur aaneengesloten mogen rijden en zich moeten houden aan de relevante bepalingen van de Arbeidswet zoals voorgeschreven in de Wegenverkeerswet van 2008.
De Wet op de verkeersveiligheid voegt echter een bepaling toe die bepaalt dat de arbeidstijd van een chauffeur niet meer dan 48 uur per week mag bedragen.
Verkeersregels
Volgens artikel 11 van de Wet op de verkeersveiligheid moeten verkeersdeelnemers aan de rechterkant van de weg rijden, op de juiste rijstrook en op het juiste weggedeelte, en zich houden aan de verkeersborden en andere verkeersregels.
Bestuurders en passagiers van voertuigen zijn verplicht veiligheidsgordels te dragen wanneer zij deelnemen aan het wegverkeer, indien deze beschikbaar zijn.
Bij het vervoeren van kinderen jonger dan 10 jaar en kleiner dan 1,35 meter in een auto zonder dat er een volwassene naast hen zit, moet de chauffeur geschikte kinderveiligheidsvoorzieningen gebruiken en hen instrueren over het gebruik ervan.
Bij het vervoeren van kinderen jonger dan 6 jaar op de motor of scooter is het verplicht om een veiligheidsgordel, een kinderzitje of een volwassene mee te nemen die achterin bij het kind zit.
De bestuurder en de begeleiders in het voertuig zijn verantwoordelijk voor het instrueren, verzoeken en controleren van passagiers om gedurende de gehele rit een veiligheidsgordel te dragen.
Bron






Reactie (0)