
Vanaf 1 juli treedt de Wet sociale verzekeringen 2024 in werking, waarin de volgende gevallen zijn vastgelegd die niet tot de groep deelnemers aan de verplichte sociale verzekering behoren:
- Mensen die een pensioen, sociale verzekeringsuitkering of maandelijkse toelage ontvangen.
- Arbeid is huishoudelijk werk.
- Geregistreerde bedrijfseigenaren of bedrijfsleiders, controllers, vertegenwoordigers van staats-/bedrijfskapitaal, algemene directeuren, directeuren, leden van de raad van bestuur, raad van commissarissen, controllers en andere gekozen managementfuncties van coöperaties en coöperatieve vakbonden zoals voorgeschreven in de Wet op de coöperaties, indien zij geen salaris ontvangen en de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt krachtens de Arbeidswet.
De Sociale Verzekeringswet 2024 bepaalt ook dat mensen die zijn gestopt met het betalen van de verplichte sociale verzekering, maar nog steeds minder dan 6 maanden sociale verzekering hebben om in aanmerking te komen voor pensioen, de vrijwillige sociale verzekering kunnen blijven betalen. In 2025 is de pensioenleeftijd voor mannen 61 jaar en 3 maanden. Voor vrouwen is de pensioenleeftijd 56 jaar en 8 maanden.
De bijdrage is gelijk aan de totale vorige bijdrage (inclusief het werknemers- en werkgeversdeel) aan het pensioen- en overlijdensfonds. Deze extra bijdrageperiode telt echter niet mee als de tijd besteed aan zwaar, giftig of gevaarlijk werk of in gebieden met bijzondere sociaaleconomische problemen.
De Wet sociale verzekeringen 2024 breidt de categorieën personen die deelnemen aan de verplichte sociale verzekering uit. Voor het eerst worden individuele ondernemers opgenomen in de lijst van personen die verplicht zijn deel te nemen aan het socialeverzekeringsstelsel.
Volgens de regelgeving moeten ondernemers in totaal 25% van het salaris dat als basis dient voor sociale verzekeringsbijdragen afdragen, waarvan 3% aan het ziekte- en zwangerschapsfonds en 22% aan het pensioen- en overlijdensfonds. U kunt kiezen uit maandelijkse, driemaandelijkse of zesmaandelijkse betalingen, afhankelijk van uw behoeften.
Het gezinshoofd kan het salarisniveau als basis voor de betaling kiezen, dat niet lager mag zijn dan het referentieniveau en niet hoger mag zijn dan 20 keer het referentieniveau op het moment van betaling.
Het basissalaris bedraagt momenteel VND 2.340.000 per maand, dus de minimale bijdrage bedraagt VND 585.000 per maand (25% × VND 2.340.000). De maximale bijdrage kan oplopen tot ongeveer VND 11,7 miljoen per maand als u kiest voor het maximale referentiesalaris.
Bron: https://baolaocai.vn/tu-17-ai-duoc-mien-dong-bhxh-bat-buoc-post403710.html






Reactie (0)