Het ministerie van Industrie en Handel vraagt om adviezen om de overheid een stappenplan voor de toepassing van biobrandstoffen voor te leggen, met als doel de landelijke overstap naar E10-biobrandstof. Met name het gebruik van E10-benzine (10% ethanol bijgemengd in minerale benzine) zal naar verwachting vanaf 1 januari 2026 van kracht worden.
Vanaf 1 augustus gaan de twee grootste oliemaatschappijen van het land, Vietnam National Petroleum Group ( Petrolimex ) en Vietnam Oil Corporation (PV Oil), een proef doen met de verkoop van E10-benzine in Ho Chi Minhstad, Hanoi en Hai Phong.
Hoe is de wereld van toepassing?
In veel landen wordt E10-benzine beschouwd als een belangrijke stap in de overgang van fossiele brandstoffen naar schonere energiebronnen. De VS, de EU, Thailand, Brazilië... gebruiken al jarenlang E10-benzine.
Brazilië loopt al sinds 1975 voorop in het nationale ethanolmengprogramma. 20% van de ethanol uit suikerriet wordt toegevoegd aan benzine, en zelfs tot 85% voor gebruik in de transportsector. Vanaf augustus verhoogt Brazilië het ethanolmengpercentage in benzine van 27% (E27) naar 30% (E30) en stelt het landelijk verplicht, aldus Reuters.
In de VS begon het land in 1976 te experimenteren met het gebruik van alcoholhoudende benzine, na de energiecrisis van 1973. Sinds 1978 hanteren de VS een beleid waarbij ethanol in brandstof prioriteit krijgt en belastingverlagingen op ethanolhoudende benzine worden ingezet om de ontwikkeling van de biobrandstofmarkt te stimuleren.
Momenteel bevat de benzine die in de Verenigde Staten wordt verbruikt maximaal 10% ethanol. Er worden ethanolmengsels van 15, 20 en 30% aanbevolen. Sommige voertuigen met aangepaste motoren kunnen E85 gebruiken, wat betekent dat het ethanolmengsel maximaal 85% bedraagt.
In veel Europese en Amerikaanse landen wordt al jarenlang biobrandstof gebruikt. Momenteel bedraagt de minimale vereiste ethanolverhouding in benzine 10%.

Ethanol-benzine bij een tankstation in de VS (Foto: Reuters).
In Zuidoost-Azië zijn Thailand en de Filipijnen de twee pioniers in het gebruik van benzine gemengd met ethanol, met een gemiddeld percentage van 10-15%. Thailand is een van de grootste ethanolproducenten in Zuidoost-Azië. Thailand levert sinds 2005 ethanol als brandstof en verbruikt momenteel voornamelijk E10-biobrandstof en stimuleert het gebruik van E20-benzine.
Momenteel bestaat er in Thailand alleen biobrandstof gemengd met ethanol. Consumenten worden gedwongen te kiezen tussen verschillende soorten benzine gemengd met ethanol, wat resulteert in een stijging van 93% in het biobrandstofverbruik.
In de Filipijnen is het gebruik van E5-biobrandstof sinds 2009 verplicht en E10-biobrandstof sinds 2011. De Filipijnen kennen een belastingvrijstelling voor de biobrandstofmix en een btw-vrijstelling voor grondstoffen (suikerriet, cassave...) die worden gebruikt voor de productie van biobrandstof. De Filipijnen zijn een van de grootste ethanolimporteurs in Azië.
Wat is het verschil met E10-biobrandstof?
Volgens het biobrandstofhandboek van het Ministerie van Industrie en Handel is gedroogde cassavechips de belangrijkste grondstof voor de productie van bio-ethanol in Vietnam. Bio-ethanol wordt geproduceerd door het fermentatieproces van zetmeel, melasse en andere landbouwafvalproducten.
Biobrandstof wordt aangeduid als Ex, waarbij x het alcoholpercentage in de biobrandstofmengformule is. E10-biobrandstof is een brandstof die 10% biobrandstof en 90% traditionele benzine bevat.
Het gebruik van biobrandstof verbetert de motorprestaties, vermindert de uitstoot en is gunstig voor zowel consumenten als de maatschappij. Het gebruik van biobrandstof is zeer eenvoudig: er hoeft geen motoraanpassing te worden uitgevoerd bij het overschakelen van biobrandstof naar gewone benzine.
Omdat ethanol een octaangetal (RON - Research Octane Number) heeft van maar liefst 109, helpt het, wanneer het met benzine wordt gemengd, de brandstof beter bestand te maken tegen detonatie. Bovendien bevat ethanol meer zuurstof dan gewone benzine, waardoor het verbrandingsproces in de motor grondiger verloopt, de capaciteit toeneemt, het brandstofverbruik afneemt en tegelijkertijd de uitstoot van giftige stoffen in de uitlaatgassen van de motor wordt geminimaliseerd.

Door gebruik te maken van E10 biobrandstof voor motorfietsmotoren in omloop, heeft de motor een groter vermogen vergeleken met gewone benzine (Foto: Shutterstock).
Uit experimentele onderzoeken naar de duurzaamheid en levensduur van motoren van motorfietsen en auto's blijkt dat de impact van E10-biobrandstof en traditionele benzine vrijwel gelijk is. Hierbij geldt dat beide binnen de toegestane grenzen van geluid en veranderingen in de eigenschappen van smeerolie vallen.
E10 biobenzine heeft echter een sterker effect op de variatie van de compressiedruk, het vermogen, het brandstofverbruik, de emissie, het slijtageniveau en de kwaliteit van de smeerolie.
Kortom, bij gebruik van E10 biobrandstof voor motoren kan de motor een hoger vermogen leveren en meer brandstof besparen. Bovendien kan E10 met gewone benzine worden gebruikt zonder dat het brandstofsysteem hoeft te worden aangepast.
De autoriteiten hebben bevestigd dat E10-biobrandstof geen grote invloed heeft op stalen onderdelen, maar wel op onderdelen van aluminiumlegering, kunststofonderdelen zoals koper en coatingmaterialen.
Bij nieuwe automodellen zijn de koperen onderdelen in de carburateur en sommige kunststof onderdelen verbeterd, zodat ze geschikt zijn voor biobrandstof. Dit is dus niet langer een groot nadeel bij het gebruik van E10-benzine.
Rubberen of zachte onderdelen zoals pakkingen, afdichtingen, leidingen, enz. dienen echter, indien ze niet waterdicht zijn of niet bestand zijn tegen ethanol, vervangen te worden door speciaal rubber dat duurzamer is bij blootstelling aan ethanolbenzine. Bovendien mag E10-benzine niet worden gebruikt voor voertuigen die geen regelmatig onderhoud krijgen.
Bron: https://dantri.com.vn/kinh-doanh/xang-e10-viet-nam-sap-trien-khai-toan-quoc-the-gioi-da-tien-xa-toi-dau-20250731022844316.htm






Reactie (0)